Vergelijking van de landbouw in Oostenrijk en Nederland

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
In ons land is er steeds meer weerstand tegen de vee-industrie. Het moet anders, maar hoe? In deze discussie spelen verschillende meningen en verschillende.
Advertisements

Planning Korte terugblik paragraaf 1.3 [5 min]
14 juni 2011 Infomoment georganiseerd door het Toelichting bij het aanvragen en afrekenen van creatie- en spreidingsdossiers door Machteld De Smedt (Vlaamse.
DIA 1 Blanco start KLIK voor DIA 2
Handel en marketing hoofdstuk 9
Hoofdstuk 4 Azië en globalisering (voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie)
P2.2 Landbouw en platteland in Europa
§1.2 – Euroboeren in de kou.
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
DEEL 1 LES 5 De basis Les 5 Spelen met troef versie
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Bedrijfskolommen en -sectoren
Leer de namen van de noten 2
Op welke manier veranderden de landbouw en het landschap op de Nederlandse zandgronden en hoe komt dat?
Landbouw Door Maxine & Leah.
Mm-dd-yy | 1 › Dirk Strijker › Mansholt leerstoel RuG – Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Veranderende markten en platteland Dag van LTO Noord provincie.
§1.5 – De kille wind van de wereldmarkt in Oostenrijk en Zwitserland
H1. Europese landbouw in beweging
Landbouw in Oostenrijk en NL
Paragraaf 3.2 Boeren en hun cultuurlandschappen
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Paragraaf 14: de inrichting van het Pleistocene zandlandschap
Ernstige geurhinder in Nederland; ruimtelijke impact en beleid Piet Lagas (PBL), Frank van Rijn (PBL) 28 oktober 2008.
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
Hoofdstuk 13 Conflicthantering
Les 20 (ma. 26 okt. 2009) - t/m par. 19 af? - par. 12 en 15 - maken wb blz nakijken - herhalen - sv teksten - po (eigen omgeving)
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
1. Levensbeschouwing en communicatie
1. Levensbeschouwing en communicatie
DEEL 2 LES 16 De verdieping Les 16 Slembiedingen versie
Bs. 132 t/m Bs. 134 Gemaakt door: Daniëla en Rosa
6,50 euro In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen.
Commerciële landbouw in de VS
Hoeveelheidsaanpassing II
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
1 © GfK 2014 | Supermarktkengetallen | augustus 2014.
Wijn.
8.1 Waarom handel met het buitenland?
P1.2 Cultuurlandschappen in Europa
Een wereld van verschil
Landbouwlandschappen in Europa op kaart
DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie
Landbouw-Economisch Bericht 2015
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
Antwoorden herhalingsopgaven
GROENTE EN FRUIT Elke dag eten we groente of fruit. Maar waar komt dit vandaan? Vandaag onderzoek jij waar onze appels en tomaten vandaan komen. Ook ontdek.
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
Top Australië, maandag 24 maart Australië Australië ligt, met een oppervlakte van bijna 8 miljoen vierkante kilometer, “Down Under” omringd door.
Hoofdstuk 4 Ontwikkeling van het internationale concurrentievermogen.
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 BK Lesweek 5
Hoe ga je om met de ATLAS Met behulp van deze presentatie leer je hoe je moet werken met de de Grote Bosatlas.
3.1 PRODUCTIE.
Ingrijpen in de prijs minimum- en maximumprijzen
Hoofdstuk 7.2 Les 1.
Hoofdstuk 9 M&O + in groepjes Havo3 iPad.
Welkom havo 3..
(Onderdeel van IBS Onderhouden)
Welkom Havo 5..
Vraagkaarten Intensieve veeteelt.
Thema 5: werken 5a: Landbouw 5b: Noord Nederland
MNO’s = TNO’s = transnationale ondernemingen Productiebedrijven
Cursus 6.1 : Europa in Delen 2 BK Lesweek 3
DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie
Cursus 6.1 : Europa in Delen 2 KGT Lesweek 3
Nederland en de rest van de wereld
1.10 Globalisering van de landbouw en de EU
Transcript van de presentatie:

Vergelijking van de landbouw in Oostenrijk en Nederland Les van 50 minuten om de kennis van de leerling over dit onderwerp te testen

Benodigdheden voor deze les: Wereld aarde: hoofdstuk 1 par. 4 en 5 De Grote Bosatlas: editie 52 Websites ,waarnaar verwezen wordt

Voorbeelden landbouw in Oostenrijk Veeteelt Wijnbouw

Voorbeelden landbouw in Nederland Akkerbouw Veeteelt

Vraag 1 Steeds meer boeren verkopen hun produkten in Oostenrijk rechtstreeks aan de consument onder het label “Gutes vom Bauernhof”. Aan welke vijf criteria moet de boer dan voldoen? Zie onderstaand document, blz. 36: http://www2.vlaanderen.be/landbouw/downloads/landen/oostenrijk.pdf

Vraag 2 Welke vormen van grondgebruik in ontbreken grotendeels in Nederland?

Vraag 3 Welke vorm van landbouw komt in Nederland veel voor, zie boek figuur 1.17.

Vraag 4 en 5 Welke vorm van landbouw komt veel voor in het westen van Oostenrijk? Waarom daar?

Vraag 6 en 7 Van welk land vormt de handelsbalans een tekort, voorzover het over landbouwprodukten gaat? Hoe wordt dit opgelost?

Vraag 8 a en b Wat is de oppervlakte in vierkante kilometers van Nederland en Oostenrijk? Wat is het percentage bebossing van deze twee landen?

Vraag 9 Welke twee natuurlijke factoren spelen in Nederland een voorname rol bij het bodemgebruik?

Vraag 10 Welke natuurlijke factor zorgt voor het grote onderscheid tussen de landbouw in het westen en het oosten van Oostenrijk? Licht je antwoord toe en ga in op de samenhang tussen : - hoogte, reliëf en klimaat: - hoogte, reliëf en bodem.

Vraag 11 Zoek uit waar in Nederland hetzelfde agrrisch grondgebruik voorkomt als in de Alpen. Noteer ook, welke natuurlijke factoren bij het grondgebruik in de Nederlandse gebieden van belang zijn en welke in de Alpen.

Vraag 12 a en b en c In welke gebieden in Oostenrijk is de varkensteelt geconcentreerd? Noteer ook de gebieden in Nederland waar de varkenshouderijen geconcentreerd zijn. Vergelijk het aantal varkens in beide landen. Kun je concluderen dat de varkenshouderij in Oostenrijk een intensievere bedrijfstak is dan in Nederland? Geef een toelichting.

Vraag 13 Binnen Oostenrijk komt een opmerkelijke tegenstelling voor tussen het inkomen van bergboeren en de boeren in Niederösterreich en dan vooral van die boeren die zich met biologische landbouw bezighouden. Gebruik hiervoor W 19.Welke tegenstelling wordt bedoeld?

Vraag 14 a en b A maak aan de hand van W 19 duidelijk dat de winsten op agrarische produkten steeds meer afvloeien naar sectoren buiten de landbouw. B Welke actor speelt een belangrijke rol bij het tot stand komen van de prijzen?

Vraag 15 a en b A .In welk van de twee landen wordt naar verhouding meer grond gebruikt voor de biologische landbouw? B. Welke twee elementen gebruikt men minder om milieuvriendelijk te produceren>

Vraag 16 a en b A Met steun van de EU voor het behoud van historische landschappen probeert men ontvolking te voorkomen. Welke regio in Oostenrijk komt daarvoor in aanmerking? B Met welk gebiedskenmerk hangt de kleine bevolkingsdichtheid samen?

Vraag 17 a en b A Bedrijfskosten hangen samen met een aantal factoren, deze kunnen in beide landen aanzienlijk verschillen , noem er drie en wat is de grondstof voor de intensieve veehouderij? B Waarom is deze grondstof voor Nederlandse landbouwbedrijven goedkoper dan voor de bedrijven in Oostenrijk?

Vraag 18 a, b, c en d. A De belangrijkste handelspartner van Oostenrijk inzake landbouwprodukten is ….. B Voor welk bedrag in Euro’s is deze export? C Voornamelijk welk soort produkten worden uitgevoerd? D Naar welke vier lidstaten exporteert Oostenrijk veel landbouwprodukten? Zie onderstaand document, blz. 19: http://www2.vlaanderen.be/landbouw/downloads/landen/oostenrijk.pdf

Docentenhandleiding. Deze les is bedoeld voor leerlingen van Havo 4 om na het lezen van het hoofdstuk hun kennis te testen over dit onderwerp. Met behulp van lesboek, de Gb druk 52 en de vermelde websites kunnen ze in deze les van 50 minuten de antwoorden opzoeken.

Antwoordvel. 1.- Oorsprong en herkomst van het produkt moet de eigen boerderij zijn. -Verwerkte produkten moeten aan de gangbare regelgeving voldoen. -Het produkt moet van goede kwaliteit zijn. -Het bedrijf moet voldoen aan de wettelijke hygiëne voorschriften. -De boer garandeert dat hij zich voortdurend zal bijscholen. 2. Bos- en wijnbouw. 3. Glastuinbouw. 4. Veeteelt. 5. Door bodem en reliëf niet geschikt voor akkerbouw. 6. Oostenrijk. 7. Er worden meer landbouwprodukten ingevoerd dan uitgevoerd. 8a. Nederland: 41.526 en Oostenrijk: 83.859 vierkante kilometer. b.Nederland: 11 % en Oostenrijk: 47 %.

Antwoordvel. 9. Grondsoort en grondwaterstand. 10. – Hoger en natter> korter groeiseizoen>stenigere bodem>minder geschikt voor akkerbouw>wel bosbouw en veeteelt. 11. Veeteelt en grasland in de veengebieden> vochtig. Dat geldt ook in de hogere delen van de Alpen. 12 a. Oberösterreich en Steiermark. b. Zandgronden van Noord-Brabant en Midden-limburg. c. Nee, je moet kijken naar het aantal dieren per hectare of per bedrijf. 13. Bergboeren: laag inkomen en bioboeren: hoog inkomen. 14a. Prijs van tarwe en meel is gedaald, de broodprijs is gestegen, de winst is voor de handel. b. Winkelketens. 15a. Oostenrijk. b. Mest en bestrijdingsmiddelen.

Antwoordvel. 16a. Oberösterreich. b. Hoogteligging en klimaat. 17a. Grondprijzen, loonkosten, grondstofprijzen, veevoer. b. Kosten voor de Nederlandse bedrijven zijn lager door de gunstige ligging t.o.v. de Europese zeehavens. 18a. Duitsland. b. 1.9 miljard Euro. c. Melkprodukten/kaas. d. Slowakije, Slovenië, Tsjechië en Hongarije. EINDE