Werkwoordspelling: een werkwoord als bijvoeglijk naamwoord Hoofdstuk 4 Taalverzorging Werkwoordspelling: een werkwoord als bijvoeglijk naamwoord © Noordhoff Uitgevers bv 2015 4gt 2F
Bijvoeglijk naamwoord (bn) [logo NN] Hoofdstuk 3 | Spelling| Persoonsvorm tegenwoordige tijd| 1F Bijvoeglijk naamwoord (bn) Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Voorbeeld: De gevaarlijke hond is aangelijnd. Bobby is echt een lieve, vrolijke hond. Langharige honden moeten regelmatig worden geborsteld.
Bijvoeglijk naamwoord (bn) [logo NN] Hoofdstuk 3 | Spelling| Persoonsvorm tegenwoordige tijd| 1F Bijvoeglijk naamwoord (bn) Een voltooid deelwoord (vd) en een onvoltooid deelwoord (od) kunnen als bijvoeglijk naamwoord (bn) worden gebruikt. Voorbeeld: vd In het verlaten pand vonden getrainde speurhonden sporen van drugs. od Een slapende hond is gemakkelijk te fotograferen. Schrijf een werkwoord dat als bijvoeglijk naamwoord is gebruikt zo kort mogelijk.
Vul het schema in pv - vt vd vd als bn od als bn [logo NN] Hoofdstuk 3 | Spelling| Persoonsvorm tegenwoordige tijd| 1F Vul het schema in pv - vt vd vd als bn od als bn alarmeren- alarmeerde(n) Vanwege een brand werden we De hulpdiensten kwamen aangesneld. In de krant verschenen berichten over toenemend geweld. groeien - groeide(n) De kastanjeboom is tot een hoogte van 2 meter . De flink kastanjeboom staat in de weg. Er is een aantal werklozen in ons land. gealarmeerde alarmerende gealarmeerd. gegroeide groeiend gegroeid
Wat is de juiste spelling? [logo NN] Hoofdstuk 3 | Spelling| Persoonsvorm tegenwoordige tijd| 1F Wat is de juiste spelling? De schoolkantine beschikt over een wisselend/wisselent weekmenu. Kies je voor gesneedde/gesneden groente en fruit? Aangebrande/Aangebrandde pizza’s zijn binnenkort verleden tijd. Tegenwoordig zijn er alleen nog maar vers bereide/bereidde producten te koop in de schoolkantine. wisselend gesneden Aangebrande bereide