Module Diergezondheidszorg Hoofdstuk 4. Gezond of ziek
4. Gezond of ziek Gezondheidskenmerken observeren Onderzoeken van een dier Een ziek dier Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
“Een dierverzorger moet beoordelen of een dier 4.1 Oriëntatie “Een dierverzorger moet beoordelen of een dier gezond is of niet” Goed waarnemen Kijken Luisteren Ruiken Voelen Niet zichtbare kenmerken Metingen uitvoeren Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.2 Gezondheidskenmerken observeren op afstand Kennis van gedrag en biologie van het dier Hoe ziet een gezond dier eruit? Hoe gedraagt een gezond dier zich? Afwijkingen herkennen Controleren op gezondheidskenmerken Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.2 Gezondheidskenmerken observeren op afstand Eerst observeren op afstand dan pas van dichtbij Observeren gedrag zonder beïnvloeding jouw aanwezigheid Bij prooidieren extra goed opletten Niet alleen kijken, maar ook luisteren Kenmerken die je op afstand kan observeren Bewustzijn en gedrag Houding Beweging Vacht Opvallende afwijkingen Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.2 Gezondheidskenmerken observeren op afstand Bewustzijn en gedrag Houding Beweging Vacht Opvallende afwijkingen ‘Dit valt als eerste op, is het dier zich bewust van zijn omgeving en reageert het dier alert’ ‘Lichaamshouding voor het specifieke dier, diersoort en ras, kijk naar de stand van lichaamsdelen’ ‘Voortbeweging (gang) van het dier, houdingsafwijkingen als het dier loopt’ ‘Een gezonde vacht glanst, de haren sluiten goed op elkaar aan en geen kale plekken. Voor vogels geldt hetzelfde ’ ‘Afwijkingen die goed zichtbaar zijn, zoals verdikkingen of verwondingen, ook hoorbare afwijkingen zijn van belang’ Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.3 Gezondheidskenmerken observeren van dichtbij Aantal gezondheidskenmerken moeilijk van veraf waarnemen Dier van dichtbij bekijken en eventueel vastzetten Lichaamskenmerken die een indicatie geven over gezondheid Kenmerken die je van dichtbij kan observeren Voedingstoestand en conditie Huid, vacht, nagels, klauwen en hoeven Ogen en lichaamsopeningen Gebit Spijsvertering (eten, drinken en ontlasting) Urine Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.3 Gezondheidskenmerken observeren van dichtbij Voedingstoestand en conditie Voedingstoestand ook wel conditie genoemd. Dier te mager of te vet, rekening houdend met ras, leeftijd, geslacht en voeding Huid en vacht, nagels, klauwen en hoeven De huid heeft een voor het dier normale kleur, let ook op de temperatuur. Nagels, hoeven en klauwen controleer je op beschadigingen en lengte Ogen en lichaamsopeningen Ogen en lichaamsopeningen moeten schoon zijn. Geen uitvloeiing en niet stinken Gebit Zijn alle tanden er nog en hoeveel gebitselementen moeten er zijn afhankelijk van leeftijd en van het dier. Tanden moeten niet beschadigd zijn of scheef staan Spijsvertering Kijken naar het eten, drinken en de ontlasting. Dier moet een goede eetlust tonen en vlot eten en drinken. Ontlasting moet een normale kleur hebben en een redelijk vaste vorm Urine Let op de kleur van de urine en de manier van urineren. Plast het dier niet vaker of grotere hoeveelheden dan normaal Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.4 Het onderzoek Details waarnemen als je het dier dicht bij je hebt Dier aftasten om b.v. verwondingen waar te nemen Lymfeklieren zeggen iets over aanwezigheid ontstekingen Werken in een vaste volgorde voor betere inschatting Start met waarden die het snelst veranderen door stress Volgorde van het onderzoek bij het dier Ademhaling Pols Lichaamstemperatuur Huid, beharing en hoornige structuren Slijmvliezen Lymfeknopen Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.4 Het onderzoek Volgorde van onderzoek Ademhaling Pols De ademhalingsfrequentie is het aantal ademhalingen per tijdseenheid Pols De pols is de hartslag die voelbaar is aan de slagaders die aan de oppervlakte liggen Lichaamstemperatuur De lichaamstemperatuur meet je bij dieren in de anus Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.4 Het onderzoek Huid, beharing en hoornige structuren Slijmvliezen De huid ligt los en is elastisch ten opzichte van de onderliggende laag Deze elasticiteit heet turgor Slijmvliezen Slijmvliezen beoordeel je aan de binnenkant van de bek Beoordeling is op kleur, vochtigheid en bloedingen of wondjes Lymfeknopen Lymfeknopen voelen bij de kaakomslag, voor het schouderblad en in de knieholte Onder de huid betasten met duim en wijsvinger Lymfeknoop aan de rechter en linkerkant even groot Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.5 Een ziek dier Bij ziekte toont het dier algemene ziekteverschijnselen Minder alert Ligt veel en beweegt minder Heeft minder of geen eetlust Vaak ademhaling versneld Lichaamstemperatuur verhoogd Acuut ziekteverloop duurt maar een paar dagen Chronische ziekte dan duurt het langer dan 6 weken Congenitale afwijkingen zijn bij de geboorte aanwezig Idiopathische ziekte is de oorzaak van ziekte niet bekend Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
4.5 Een ziek dier Afwijkingen melden bij leidinggevende Leidinggevende beoordeeld bellen naar dierenarts Afwijking registreren zodat collega’s op de hoogte zijn Registreren met de 5 W’s Wie (welk dier) Wat (gevonden afwijking) Waar (waar was het dier toen en nu) Waar mee of waardoor (bijvoorbeeld bij verwondingen) Wanneer (wanneer is het gebeurd/ geconstateerd) Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek
Stellingen Als dierverzorger moet je goed waarnemen. Je kan van een afstand al zien of een dier ziek is. Als een dier chronisch ziek is, duurt dit maar een paar dagen. Dit is juist, als dierverzorger ben jij verantwoordelijk om te beoordelen of een dier ziek is of niet. Nee, je kan niet altijd alles van een afstand zien. De eerste observatie is op afstand, maar je observeert ook van dichtbij. Dichtbij kan je bepaalde kenmerken beter observeren. Als een dier chronisch ziek is dan duurt de ziekte langer dan 6 weken. Diergezondheidszorg 4. Gezond of ziek