Opdracht: hoe kies je de beste stieren voor je bedrijf?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Genomica in de melkveehouderij de praktische toepassingen
Advertisements

Kijk van de Dierenbescherming op de vleesveehouderij Bert van den Berg, senior beleidsmedewerker veehouderij Nederlandse Vereniging tot Bescherming van.
Wouter van der Zwan Lezing Draaitabellen Wouter van der Zwan
Fokprogramma & Genomics
Merkerselectie geeft niet wat het beloofde !
Voortplanting! Specialisatie Grote huisdieren Les 1: fokken.
MPR melkcontrole.
Van meer naar beter: vruchtbaarheid, de motor achter bedrijfsrendement!
Taak 2: Fokdoel & erfelijkheidsgraad Fokkerij 2. Wat is een fokdoel? Beschrijving van de eigenschappen die je moet verbeteren om tot de ideale veestapel.
Lesstof blok 1 tweede gedeelte
DKA4-model In 4 stappen naar het antwoord.. DKA4-model. Delen, keer antwoord op het 4 e getal. Teken een tabel De getallen die bij elkaar horen, onder.
LES 1:Basis van Genetica
Van kalf tot koe (hfdst 1).  Schrijf 10 steekwoorden op die volgens jou te maken hebben met fokkerij of productie  Leg je buurman/buurvrouw uit wat.
 Koe is basis voor de economie van het bedrijf  Duurzaamheid verlaagt de kostprijs  Economisch optimale leeftijd is hoger dan leeftijd bij afvoer 
Kruisingen & Rassen Fokkerij 2. Kruisen Waarom zou je willen kruisen met andere rassen? ▫Inteelt voorkomen ▫Zwak kenmerk van ras verbeteren ▫Heterosis.
Van kalf tot koe: deel 2 hfdst 1.  =Melkproductie registratie  Gebruikt voor: ◦ Management:  Rantsoenberekening  Selectie dieren  Fokbeleid  Uiergezondheid.
Van kalf tot koe (hfdst 1)
Beslissen van kalf tot koe: hfdst 6 deel 1
Reken je (niet) rijk.
Lesbrief Vervoer H2.
7.1 Wat is een fokplan Een fokplan is een uitgewerkt programma om een groep dieren genetisch te verbeteren. In een fokplan beschrijf je het fokdoel en.
MPR& MANAGEMENTPRODUCTEN
Wat zegt een steekproef?
5.1 Hoe bepaal ik waar ik op moet selecteren?
Rassen die passen Van kalf tot koe: H8, deel 1.
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Rassen die passen Van kalf tot koe: H8, deel 1.
4.1 Wat zijn selectiepaden?
Strategisch fokken Van kalf tot koe: hfdst 7.
Hoe organiseer ik de fokkerij
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en Voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Voortplanting Genetica Blok 7
Hoe organiseer ik de fokkerij
Van kalf tot koe (hfdst 1)
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Beslissen van kalf tot koe: hfdst 6 deel 1
7.1 Wat is een fokplan Een fokplan is een uitgewerkt programma om een groep dieren genetisch te verbeteren. In een fokplan beschrijf je het fokdoel en.
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
3.1 Fokdoel: wat wil ik en wat kan ik bereiken
Voerbehoefte melkvee VE31/VE41.
komen tot een weloverwogen keuze
Hoe selecteer ik ouderdieren?
4.1 Wat zijn selectiepaden?
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Strategisch fokken Van kalf tot koe: hfdst 7.
Fokkerij organisaties
Fokwaarde Fokkerij 2.
Voerbehoefte melkvee VE31/VE41.
VOS, FOS en OEB.
Fokkerij organisaties
Monogene kenmerken.
Vererving van kwantitatieve kenmerken
Genoomfokwaarden in de praktijk
Beslissen van kalf tot koe: hfdst 6 deel 1
Kruisingen & Rassen Fokkerij 2.
Welke kenmerken kan en wil ik verbeteren? (Hfd 3 van ELF)
Praktijkvoorbeelden van fokprogramma’s met Genoomfokwaarden
Voer efficiëntie.
Hoeveel bied jij? Spel: Koop een euro.
Gebruik van SNP-merkers in fokwaardeschatting
Vleesproductie rund Les 4, 28 februari.
Technische en economische kengetallen
5.1 Hoe bepaal ik waar ik op moet selecteren?
Transcript van de presentatie:

Opdracht: hoe kies je de beste stieren voor je bedrijf? Lesmateriaal Fokkerij en voortplanting Maart 2019 Rita Hoving en Bart Ducro Wageningen University & Research, Animal Breeding & Genomics

Fokkerij theorie (1): de beste dieren Belangrijk in de fokkerij Zoeken naar de beste dieren (voor jouw bedrijf) voor de volgende generatie. Hoe doe je dat? Allereerst: neem een besluit over wat je doel is: Met welk bedrijfssysteem werk je? (biologisch, melkrobot, grond, etc.) Welk ras is geschikt bij je doel? Welke kenmerken wil je voor de toekomst verbeteren? Dat is je fokdoel.

Fokkerij theorie (2): wegen van kenmerken Hoe selecteer je de beste dieren? Hoe belangrijk is voor jou welk kenmerk? Hiervoor moet je alle belangrijke kenmerken voor je fokdoel meenemen en inwegen.  hoe selecteer je op meerdere kenmerken tegelijk??

Fokkerij theorie (3): rangschikken en selecteren Als je voor die kenmerken het belang weegt en dit combineert tot 1 getal is dat de fokwaarde. Fokwaarden zijn de gewogen kenmerken voor je fokdoel. Na bepaling fokwaarde, kun je dieren rangschikken en selecteren. Let wel: Een fokwaarde geeft geen 100% betrouwbare voorspelling van de prestaties van een dier. Want: het is een schatting. een ouder geeft de helft van de fokwaarde door aan het kalf, maar je weet niet welke helft wordt doorgegeven. De doorgegeven helft kan van kalf tot kalf verschillen.

Fokkerij theorie (4): hoe maak je een fokwaarde Hoe selecteer ik op melk, vet en eiwit tegelijk? Maak een totaal fokwaarde: Totaal_FW= FW_melk * wegingsfactor_melk + FW_vet * wegingsfactor_vet + FW_eiwit * wegingsfactor_eiwit Hoe bepaal je de wegingsfactoren van de fokdoelkenmerken?

Fokkerij theorie (5): hoe kies je wegingsfactoren? persoonlijke voorkeur of 2) economische waarde Bijv: 1 kg extra melk (op basis van kg lactose (0,30 euro/kg)) levert 0,013 cent; 1 kg extra vet levert 2 euro op en 1 kg extra eiwit levert 4 euro op (na aftrek van de kosten). Totaal_FW = 0.013 * FW_melk + 2 * FW_vet + 4 * FW_eiwit Gemiddelde productie basiskoe zwartbont in 305 dagen: 8800 kg melk met 4,3% vet, 3,5% eiwit en 4,6% lactose.

Fokkerij theorie voorbeeld Hoe selecteer je de beste dieren? En waarop? Hiervoor moet je alle belangrijke kenmerken voor je fokdoel meenemen en inwegen. Welke stier wil je gebruiken? Stel: + 2700 kg melk + 1600 kg melk - 0,32 % eiwit + 0,0 % eiwit 95 vruchtbaarheid 103 vruchtbaarheid

Oefenen met stieren kiezen Hoe zou jij de keuze maken?

Opdracht: stierkeuze Neem je eigen bedrijf of je stagebedrijf of het bedrijf uit de film. Wat wil je verbeteren, wat is je fokdoel? Leg uit. Wat is je vervangingspercentage? Leg uit. Wat voor eisen stel je aan de koeien waarvan je de vrouwelijke nakomelingen gaat aanhouden?

Opdracht 1: stierkeuze Gegeven stierenlijst (zie Excel bijlage). Voor het gemak kijken we alleen naar de fokwaarden voor melkproductie, kg eiwit, vruchtbaarheid en uiergezondheid. Stel als economische waarden per lactatie: 1 punt hogere fokwaarde melk levert 0,013 euro extra op (omdat dit op basis van kg lactose x 0,30 eurocent berekend wordt). 1 punt hogere fokwaarde eiwit (= 1 kg extra) levert 4 euro op. 1 punt hogere fokwaarde vruchtbaarheid levert 8 euro op. 1 punt hogere fokwaarde voor uiergezondheid levert 3 euro op.

Wat je moet weten: Gemiddelde productie basiskoe zwartbont in 305 dagen: 8800 kg melk met 4,3% vet, 3,5% eiwit en 4,6% lactose. Let op: Bij de fokwaarden voor vruchtbaarheid (gebaseerd op interval tussen lactaties en de tussenkalftijd) en de fokwaarden voor uiergezondheid is 100 de basis. Dus een fokwaarde van 90 is eigenlijk -10, en een fokwaarden van 110 is eigenlijk +10.

Opdracht 1: stierkeuze Stel dat we alleen kijken naar fokwaarden voor melkproductie. Welke 5 stieren kies je dan, en waarom? Hoeveel extra kg melk verwacht je gemiddeld in de dochters? Wat zijn de extra inkomsten door de extra melk? Wat zijn de veranderingen in % eiwit en vruchtbaarheid?

Opdracht 1: stierkeuze Herhaal de stappen van kiezen van de koeien en selecteren van de stieren, bij de fokdoelen % eiwit en bij vruchtbaarheid. Bekijk de verwachte veranderingen in het selectiekenmerk en in de andere 2 kenmerken. Wat zijn de extra opbrengsten in de dochters wanneer de geselecteerde stieren worden gebruikt?

Opdracht 2: stierkeuze – meerdere kenmerken tegelijk Voor gelijktijdig fokken op 3 kenmerken, hebben we een totaal fokwaarde nodig. Vergelijk de vooruitgang voor de kenmerken en de inkomsten met selectie op slechts één van de fokdoelkenmerken. Bereken de totaal fokwaarde door de fokwaarden voor de kenmerken met de economische waarden te vermenigvuldigen en te sommeren. Selecteer de 5 stieren met hoogste totaal fokwaarde en bekijk de vooruitgang voor de kenmerken van het fokdoel (melk, eiwit en vruchtbaarheid).

Uitwerking Opdracht 1: stierkeuze voor een basiskoe Stel dat we alleen kijken naar fokwaarden voor melkproductie. Welke 5 stieren kies je dan, en waarom? zie Excel-tabblad ‘stieren met gemiddelden’. De 5 stieren zijn gesorteerd op hoogste fokwaarde voor melk. Het gemiddelde van deze stieren is 2765 kg melk. Hoeveel extra kg melk verwacht je gemiddeld in de dochters? De helft van de fokwaarde wordt doorgegeven aan de dochters, dus 1383 kg melk. Wat zijn de veranderingen in eiwit en vruchtbaarheid? Deze stieren trekken het eiwitgehalte met 0,32:2 = 0,16 % omlaag. Dus in plaats van 8800 kg melk met 3,5% eiwit verwacht je nu: 10180 kg melk met 3,3% eiwit. Dat is door de liters wel 30 kg x 4 euro = 120 euro, maar had meer kunnen zijn bij stieren die minder laag eiwit vererven. En de vruchtbaarheid laat 95 zien, gaat dus gevaarlijk omlaag! Wil je dit? Wat is de extra inkomsten door de extra melk? 1 punt extra melk levert 0.013 euro op dus 1383 * 0.013 = 18 euro. Alternatieve rekenmethode: 132 kg lactose/2 x 30 cent is 20 euro. Wat is de verandering in totale inkomsten (dus alle 3 fokdoelkenmerken)? 2765/2* 0.013 + (10180 * 3,3 % - 8800 * 3,5 %) /2 * 4 + -5/2 * 8 = 120 euro. Wat je wint op melkproductie, verlies je met de andere kenmerken. Dat kan ook anders. Door tegelijk op meerdere kenmerken te selecteren.

Uitwerking opdracht 2: stierkeuze Herhaal de stappen van kiezen van de koeien en selecteren van de stieren, bij de fokdoelen % eiwit en bij vruchtbaarheid. zie het tweede Excel-tabblad. Waar de 5 beste stieren op % eiwit en op vruchtbaarheid worden geselecteerd. Bekijk de verwachte veranderingen in het selectiekenmerk en in de andere 2 kenmerken. Op de Excel-tabbladen staan de gemiddelde fokwaarden voor de kenmerken van de geselecteerde stieren. Wat zijn de extra opbrengsten in de dochters wanneer de geselecteerde stieren worden gebruikt? In de tabel staat in elke regel het selectiekenmerk en in de kolommen de vooruitgang in de dochters, eerst in eenheden fokwaarde en dan in euro’s.

Conclusie Selecteer niet op 1 kenmerk. Naast hoeveelheid melk tellen gehalten vet en eiwit op dit moment in de uitbetaling zwaarder mee. Houdt de gezondheidskenmerken in de gaten, wat je kwijt raakt heb je nog niet zo snel terug. Kies met verstand, stieren die goede vruchtbaarheid vererven hebben vaak wat minder productie. De NVI is een totaalfokwaarde (met meerdere kenmerken gebalanceerd).

Opdracht 1: stierkeuze (extra info) conventioneel vs. genomics fokwaarden: Welke stieren zou je kiezen? InSire-stieren (geel): fokwaarden op basis van DNA Interbull (paars): buitenlandse stieren met buitenlandse dochters. Nationale stieren (blauw): stieren met dochters in Nederland (=hogere betrouwbaarheid Je ziet dat de genomics stieren een wat lagere betrouwbaarheid hebben (60- 70%), conventionele fokstieren hebben een betrouwbaarheid tussen de 80 - 95%. Maar de fokwaarden (NVI) van de jonge stieren is gemiddeld wel hoger. We zouden die kiezen.

Tot slot: aanleg en management Melkproductie is te sturen met management (goed voeren). In de fokwaardeschatting worden management en erfelijke aanleg van elkaar losgekoppeld, zodat de genetische aanleg zo nauwkeurig en zuiver mogelijk kan worden vastgesteld. Dochters van goed verervende stieren komen op hetzelfde rantsoen tot hogere prestaties dan dochters van minder presterende stieren. En dat is dan de bonus van fokkerij.