Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kennis van het menselijk lichaam
Advertisements

Bloedsomloop Rode kleur: met veel zuurstof = zuurstofrijk
Thema 3 Bloedsomloop.
Samenstelling bloed.
Bloed en lymfe Blz. 39.
De bloedsomloop.
Het bloed Het bloed.
Noodzaak van uitscheiding
kennismakig met boed / JoJo september 2006
Transport Bs 1&2 Bloed en bloedsomloop. Transport van stoffen Klein afstanden: van cel tot cel –DIFFUSIE Bloedsomloop (mens) –Dubbele bloedsomloop Grote.
Het bloedvatenstelsel – Het lymfatisch systeem
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
Bloedsomloop 3 HAVO/VWO Thorbecke.
Samenvatting Bloedsomloop
Cxx53 3 en 4 Bloed Afweer/immuniteit
Prolymfocytenleukemie (PLL) Afdeling Hematologie Universitair Medisch Centrum Groningen
Universitair Medisch Centrum Groningen
De bloedsomloop Basisstof 1 t/m 5.
BLOED.
Overzicht van de stofwisseling
De natuurlijke afweer van het organisme
Paragraaf 10.3 Cellen in Bad.
Bloedsomloop Jente,Damon en Ivan
De natuurlijke afweer van het organisme
Bloedvatenstelsel 5Havo.
Nieuw thema  nieuwe groepjes
Over mijn lijf Ons hart klopt Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen Keer.
Thema 5: Transport HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: Havo B deel 2.
Bloedonderzoek.
Paragraaf 4 Bloed stroomt
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan
Bloedsomloop.
Hoofdstuk 8 Paragraaf 1.
TRANSPORT Thema 5.
Samen met de website van:
Bloedvatenstelsel Functie Vervoer zuurstof en koolstofdioxide
Samen met de website van:
Basisstof 1: Organen en weefsels
§10.3 Ziek Bladzijde 99.
10.5 Bloedtransfusie. Bloeddonoren? Bloed verloren  nieuw bloed via een bloedtransfusie Bloeddonor: Gezond bloed naar een persoon die bepaalde bestanddelen.
Bloedonderzoek.
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
H8 Bloedsomloop 8.1 t/m 8.5.
Les 3: Orgaanstelsels a - Hart en bloedvaten. Even ter info: Water(H 2 O) Mens is 60% water ± 42 liter Bloed: 5 – 6 liter Water is oplosmiddel, transportmiddel,
Het uitscheidingsstelsel
TRANSPORT VO-CONTENT Leren voor SO1: Dia 2 t/m 14
De Bloedsomloop Bram Janssens.
Anatomie en Fysiologie
Bloed en afweersysteem
Week 2 Samenstelling bloed Bloedsomloop Inspanning.
Grote en kleine bloedsomloop Hart en bloedvaten
Welke functies zijn in het menselijk lichaam van direct levensbelang?
Noorderpoort Medische Kennis. Bloed
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Bloed, bloedafname en bloedonderzoek
H10 Gezondheid.
Blok 3 Gezondheid en gedrag
Opslag, uitscheiding en bescherming
§9.4 Je bloed stroomt Bladzijde 75.
De bloedsomloop Hoofdstuk 3.
Samen met de website van:
De bloedsomloop Waarom hebben we een bloedsomloop:
Bloedquiz.
Bloed, bloedafname en bloedonderzoek
Bloedsomloop.
Samenstelling van het bloed
Bloed en afweer Bloed = weefsel: Cellen en tussencelstof (= plasma)
Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab
Bloed en bloedstolling
Transcript van de presentatie:

Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab Medische kennis Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab

Waar gaan we vandaag mee bezig? Bloed (onderdelen van het bloed en functie) Bloedgroepen Bloedstolling Bezig met opdracht bloedgroepen

Bloed Bloed is een rode vloeistof die zich in de bloedvaten bevindt en door het gehele lichaam circuleert. Het bloed heeft belangrijke taken, namelijk: Uitwisseling van stoffen Vervoer van voedingsstoffen van de darm naar de weefsels; Vervoer van zuurstof van de longen naar de weefsels, en het vervoer van koolzuur van de weefsels naar de longen; Vervoer van afvalproducten van de stofwisseling; Vervoer van hormonen van de endocriene klieren naar de doelorganen. Afweer tegen binnengedrongen micro-organismen.

verdeling Bloedplasma (55%) Bloedcellen (45%) 90% water 95% rode bloedcellen (erytrocyten, ery’s) 7% plasma eiwitten 0,1% witte bloedcellen (leukocyten, leuko’s) 1% zouten 5% bloedplaatjes (trombocyten) 2% afvalstoffen, voedingsstoffen en hormonen

Functies bloedplasma Plasma is het vloeibare deel van het bloed (het bloed zonder bloedcellen). Je hebt met name plasma-eiwitten nodig voor: Uitwisseling van stoffen: Voedingsstoffen van de darmen naar de cellen; Koolzuur van de cellen naar de longen; Afbraakproducten van voedingsstoffen, water en diverse schadelijke stoffen van de cellen naar de nieren; Vitaminen en hormonen van de klieren met interne secretie (endocrien) naar de cellen. Bloedstolling door stollingsfactoren i.c.m. bloedplaatjes; Afweer (antilichamen in het plasma). Ieder mens heeft ongeveer 4% van zijn lichaamsgewicht aan plasma.

Functie bloedcellen Rode bloedcellen (erytrocyten): Transport van zuurstof; Transport van koolzuur. Rode kleur te danken aan hemoglobine (Hb). Het Hb- gehalte wordt uitgedrukt in millimol per liter bloed (mmol/l). Normaalwaarden Hb: Mannen: 8,5 – 11 mmol/l; Vrouwen: 7,5 – 10 mmol/l. Als het Hb-gehalte lager is dan de hier genoemde ondergrens, ontstaat per definitie anemie (bloedarmoede). Dit hoeft niet altijd te betekenen dat de persoon daar ook klinische verschijnselen van heeft.

Functie bloedcellen Witte bloedcellen (leukocyten): Witte bloedcellen kunnen worden onderverdeeld in: Granulocyten (drie soorten); Neutrofiele; Eosinofiele; Basofiele. Lymfocyten; Monocyten. Alle soorten leukocyten spelen een rol bij de afweer van het lichaam tegen bacteriën, virussen en lichaamsvreemde eiwitten.

Functie bloedplaatjes Bloedplaatjes (trombocyten) zijn geen cellen, maar brokstukjes. Zij zorgen voor: Bloedstolling: ze dekken een opening in de vaatwand direct af en voorkomen daardoor verder bloedverlies. Bloedstolling: het proces dat ervoor zorgt dat een defect in de vaatwand weer wordt gesloten. Het is een samenwerking tussen de stollingsfactoren en de trombocyten.

bloedstolling Als het endotheel van een bloedvat is beschadigd, trekken de gladde spiercellen in de vaatwand ter plaatse van de beschadiging zich samen. Door deze beschadiging van het endotheel, komt het bloed in contact met daaronder gelegen bindweefselvezels. Hieraan hechten zich de trombocyten. Die vormen vervolgens een prop op het lek en dichten de beschadiging. Deze trombocytenprop wordt binnen enkele minuten na het ontstaan van de vaatwandbeschadiging gevormd.

Geneesmiddelen die de bloedstolling beïnvloeden Acenocoumarol (stollingsremmend, bloedverdunner); Streptokinase (acuut een stolsel oplossen bij een bloedvatafsluiting); Acetylsalicylzuur, clopidogrel (ter preventie van het ontstaan van stolsels in arterietakken van het hart en hersenen);

bloedgroepen We onderscheiden 4 bloedgroepen, namelijk A, B, AB en 0. 42% heeft bloedroep A; 9% heeft bloedgroep B; 45% heeft bloedgroep 0; 3% heeft bloedgroep AB. Wie heeft welke bloedgroep?

bloedgroepen Aan erytrocyten kunnen twee antigenen (A en B) gebonden zijn, en worden agglutinogenen genoemd (zij kunnen agglutinatie (klontering van bloedcellen) veroorzaken). In het plasma zijn agglutinines aanwezig, antilichamen die gericht zijn tegen de agglutinogenen die níet op de erytrocyten aanwezig zijn. Bloedgroep Agglutinogeen A Agglutinogeen A, agglutinine anti-B B Agglutinogeen B, agglutinine anti-A O Geen agglutinogeen A & B, maar heeft beide agglutinines (anti-A en anti-B) AB Agglutinogeen A & B, geen agglutinines (zowel anti-A als anti-B ontbreekt)

Opdracht Als je van jezelf weet welke bloedgroep je hebt, schrijf je dit in het schema. Mocht je dit niet weten, bedenk dan een bloedgroep. Ga in de klas bij iedereen langs om de bloedgroep te checken. Weet iemand zijn bloedgroep niet, ook dan bedenkt hij een bloedgroep. Vul in het schema in van wie jij allemaal bloed kunt krijgen.