Het bloed stroomt…
Het bloed stroomt… Anticoagulans (heparine) Inclusief stollingseiwitten Anticoagulans (heparine)
Het bloed stroomt… Trombocyten Erytrocyten Leukocyten Levensduur ±10 dagen Erytrocyten Levensduur ±100 dagen Leukocyten Levensduur ±10 jaar
Het bloed stroomt… Ontstaan van bloedcellen in het rode beenmerg stamcel rode bloedcel fagocyten lymfocyt
Het bloed stroomt… Leukopoëse in beenmerg milt / thymus / lymfeknopen Arteria lienalis vena lienalis
Het bloed stroomt… Milt: vernietiging van erytrocyten hemoglobine bilirubine gal Milt: productie van erytrocyten bij langdurige inspanning “steken in de zij”
Het bloed stroomt… Haarvaten voeden cellen met: O2 // vocht // voedingsstoffen (glucose) hormonen // medicijnen
Het bloed stroomt… Door diffusie uitwisseling van O2 en CO2 Hemoglobine met O2 Door diffusie uitwisseling van O2 en CO2
Werking van de hypothalamus Hijgen bij een hond
Het bloed stroomt… Bloedstolling
Afweer Het bloed stroomt… Aspecifiek: Specifiek: Huid en slijmvliezen - T- en B- Witte bloedcellen en lymfocyten ontstekingsreactie Aspecifieke afweer gericht tegen verschillende pathogene Specifieke afweer gericht tegen één pathogeen
Het bloed stroomt… Infectie: het binnendringen van ziekteverwekkers (virussen, bacteriën, schimmels) in het lichaam. gevolg ontstekingsreactie Mechanische afweer De huid De slijmvliezen / verteringsstelsel Het uitscheidingsstelsel Het voortplantingsstelsel Chemische afweer -Zoutzuur in de maag (HCl) -Enzymen breken de celwand van pathogenen af.
Het bloed stroomt… Bescherming tegen beschadiging, uitdroging en infecties Op de huid levende mutualistische bacteriën doden pathogene micro organisme die op de huid komen
Het bloed stroomt… Afweermechanismen: witte bloedcellen en ontstekingsreactie Antigenen veroorzaken schade aan cellen afgifte van signaalstoffen ontstaan ontstekingsreactie Koorts: hogere normaalwaarde van de lichaamstemperatuur gevolg: versnellen van de afweerreacties Symptomen bij een ontsteking: Pijn Roodheid Warmte Zwelling Gestoorde functie
Het bloed stroomt… Aspecifieke afweer: Fagocyten worden aangetrokken door signaalstoffen vb. monocyten, granulocyten, Natural killer cells Signaalstoffen: leukotrienen, prostaglandines, tromboxanen, cytokinen komen vrij uit beschadigde cellen Fagocyten: witte bloedcellen die pathogenen en lichaamsvreemde stoffen opnemen en afbreken (fagocytose) Etter of pus: dode fagocyten, bacteriën en weefselresten
Het bloed stroomt… Aspecifieke afweer Macrofaag fagocyteert een pathogeen in een lymfeknoop 3m
Het bloed stroomt… Aspecifieke afweer 1 Microbes MACROPHAGE Vacuole Lysosome containing enzymes Macrofaag omsluit een pathogeen 1 Pathogeen wordt in een vacuole vervoerd door de cel 2 Vacuole wordt naar een lysosoom gebracht 3 Samensmelten van lysosoom met pathogene vacuole 4 Lysosomen vernietigen pathogeen. 5 Pathogene resten worden door de lymfe afgevoerd 6
Het bloed stroomt… Aspecifieke afweer Pathogen Pin Macrophage Chemical signals Capillary Phagocytic cells Red blood cell Blood clotting elements Blood clot Phagocytosis Fluid, antimicrobial proteins, and clotting elements move from the blood to the site. Clotting begins. 2 Chemical signals released by activated macrophages and mast cells at the injury site cause nearby capillaries to widen and become more permeable. 1 Chemokines released by various kinds of cells attract more phagocytic cells from the blood to the injury site. 3 Neutrophils and macrophages phagocytose pathogens and cell debris at the site, and the tissue heals. 4 Fagocyten aan het werk tijdens een infectie
Aspecifiek (fagocyteren) Specifiek (antistoffen)
Vorming van antistoffen T-lymfocyten gaan zich delen T-helpercellen Cytotoxische T-cellen T-memorycellen Geactiveerde T-lymfocyten, activeert B-lymfocyten, mastcellen en granulocyten Zoeken specifiek antigeen in het lichaam om te vernietigen. Inactief tot de volgende infectie met hetzelfde antigeen Activatie van B-lymfocyten plasmacellen B-memorycellen Vorming van antistoffen (immunoglobuline) antigeen-antilichaamcomplex Pathogeen wordt onschadelijk Humorale afweer (humor = vocht) Inactief tot de volgende infectie met hetzelfde antigeen Immuun voor deze ziekte
Antigeen-antilichaamcomplex B-lymfocyten Produceren antistoffen / antilichamen / immunoglobulinen Agglutineren: samenklonteren van meerdere bacteriën door immunoglobulinen Hoge concentratie antistoffen trekt`granulocyten en macrofagen aan Antigeen wordt vernietigd en bijnier maakt gluco-cortico-steroide aan, heeft ontstekingsremmende werking
Immuniteit Natuurlijke immuniteit: immuniteit na binnendringen ziekteverwekker (levenslang) Kunstmatige immuniteit: immunisatie, bijv. vaccinaties, biest Actieve / langdurige (inentingen) Passieve / kortdurende Injectie met verzwakte antigenen Serum met antistoffen Geheugencellen voorkomen tweede keer Geen aanmaak van geheugencellen
Immuniteit Actieve immuniteit: Passieve immuniteit: door vaccinatie / inentingen tegen o.a. parvovirus, tetanus, niesziekte Passieve immuniteit: inspuiten van serum met antistoffen tegen het antigeen.