Hoofdstuk 2 Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik Doel Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik Doel Nieuwe stof Aan de slag Einde les
Doel Aan het einde van de les weet je wat vermogen is en kun je het vermogen van een apparaat uitrekenen.
Terugblik Hoe ging het sprookje ook alweer?
Nog even het sprookje koppelen Stroom meten we in Ampère (A) Stroom is hoeveel stroom er per seconde door de draad gaat. Hoeveel dwergen Spanning is hoeveel energie de stroom levert Hoeveel boterhammen Spanning meten we in Volt (V)
Kortsluiting en overbelasting Aantal boterhammen: = spanning (U) in Volt Raakt op: wordt dus verdeeld over de lampjes die tegengekomen worden Aantal dwergen = stroomsterkte (I) in Ampere Raakt niet op: verdeeld zich wel over een parallelschakeling Waarom? Waarom?
Vermogen Hoe groter de draak, des te groter het vermogen (in Watt) Vermogen kun je uitrekenen: Vermogen = spanning (in volt) x stroomsterkte (in ampere) P = U x I Hoe ziet het driehoekje er dan uit? P = Vermogen (in Watt) U = Spanning (in Volt) I = Stroomsterkte (in Ampère)
Opdracht Zoek minimaal 1 etiket. Steeds ca 5 mensen weg Bereken de ontbrekende gegevens.. Niet onderweg? Maken en nakijken t/m hoofdstuk 2 paragraaf 3
Einde les Maken: paragraaf 3 hoofdstuk 2 Klaar? Nakijken. Einde les? Even terug naar het doel