Naturalis 6 Deel 2 Thema 3 EVOLUTIE
EVOLUTIE
Argumenten voor evolutie fossielen evolutiereeksen fossiele overgangsvormen vergelijkende morfologie homologe organen analoge organen vergelijkende embryologie vergelijkende biochemie geografische verspreiding
Evolutiereeks van het paard de voet is langer geworden aantal tenen is herleid tot 1 poten zijn langer geworden gebit is veranderd van loofeter naar grazer
Evolutiereeksen bij voldoende fossiele gegevens kun je ook overgangsvormen terugvinden er kan een reconstructie of evolutiereeks opgesteld worden je ziet de geleidelijke, graduele veranderingen er zijn evolutiereeksen gekend van: paarden, walvissen, beren, kamelen en olifanten
Overgangsvormen fossielen van een organisme met primitieve kenmerken organisme bezit kenmerken van twee groepen de Archaeopteryx bezat kenmerken van een reptiel maar ook van een vogel overgangsvorm tussen niet-vliegende reptielen en vogels
Vergelijkende morfologie – homologe organen
Homologe organen sommige organen hebben eenzelfde basispatroon functie kan verschillend zijn eenzelfde vijfvingerig basisplan bij arm van de mens voorpoot van een vleermuis voorpoot van een mol voorpoot van een dolfijn poot van een paard homologe organen wijzen op verwantschap
Analoge organen analoge organen: hebben dezelfde functie gelijken op elkaar zijn van verschillende oorsprong, hebben verschillend basisplan
Vergelijkende embryologie jonge embryo’s gelijken zeer sterk op elkaar gelijkenis wijst op verwantschap bij een menselijk embryo zie je organen die later weer verdwijnen organen die geen taak meer hebben zijn rudimentaire organen
Vergelijkende biochemie bij elk organisme bestaan eiwitten uit een combinatie van 20 dezelfde aminozuren de eiwitsynthese verloopt altijd op dezelfde wijze bij elk organisme is ATP de energieleverancier bij verwante organismen zijn er opvallende gelijkenissen tussen eiwitstructuren De DNA-structuur van organismen vertoont grotere gelijkenissen naarmate deze organismen meer verwant zijn aan elkaar
Vergelijkende biochemie het DNA van mens en chimpansee vertoont voor meer dan 94% overeenkomst zelfs tussen muis en mens is er 80% overeenkomst
Geografische spreiding 250 miljoen jaar geleden alle continenten één geheel: PANGEA overal kwamen buideldieren voor daarna uiteenvallen in continenten en continentendrift Australië komt los van de continenten overal ontwikkeling van placentale zoogdieren en verdwijning van buideldieren in Australië zijn er geen placentale zoogdieren ontstaan
Hypothese rond evolutie er moet evolutie gebeurd zijn er is slechts één keer leven ontstaan uit de niet-levende natuur er ontstaat een biologisch geheel waarin alle organismen met elkaar verwant zijn in het biologisch geheel zijn er veranderingen gebeurd er is een toename van het aantal soorten in functie van de tijd minder dan 10% heeft de evolutie overleefd evolutie is onomkeerbaar
Evolutietheorie van Darwin individuen van eenzelfde soort verschillen van elkaar = variaties deze variaties zijn toevallig de variaties die beter aangepast zijn zullen overleven en kunnen zich voortplanten in de natuur is er een ‘struggle for live’ hierdoor is er een natuurlijk selectie er is een ‘survival of the fittest’ alleen de best aangepaste zal overleven
Darwin bestudeerde de natuur van de Galapagoseilanden
Neodarwinisme Evolutie steunt op mutatie natuurlijke selectie reproductieve isolatie
Reproductieve isolatie = een groep wordt afgescheiden van de populatie hierdoor is voortplanting met hele groep onmogelijk na enkele generaties kunnen er al verschillen zijn tussen de afgescheiden populatie en de oorspronkelijke populatie
Vormen van isolatie geografische isolatie – scheiding door bergen of water ethologische isolatie – verschil in gedrag seizoensisolatie – verschil in voortplantingsseizoen ecologische isolatie – verschil in voeding en voorkeursplek anatomische isolatie – paring niet meer mogelijk door verschil in lichaamsbouw
Mutatie en selectie door mutaties ontstaan nieuwe variaties deze nieuwe variatie kan een voordeel zijn deze variaties gaan zich sneller verspreiden natuurlijke selectie Mutaties vormen het ruwe materiaal voor evolutie
Overeenkomst mens – chimpansee grote teen is niet opponeerbaar geen grijpvoet
Overeenkomst mens – chimpansee bipedale houding bij mens armen en handen komen vrij om werktuigen te gebruiken steviger bekken andere ligging van onze geslachtsorganen
Overeenkomst mens – chimpansee achterhoofdsgat meer in het midden van de schedelbasis
Overeenkomst mens – chimpansee hoektand is minder sterk ontwikkeld
Vergelijking mens - chimpansee steviger bekken bij mens → meer ondersteuning
Classificatie mens en mensapen
Ardipithecus ramidus leefde ongeveer van 6 tot 4,5 miljoen jaar geleden vindplaats: Ethiopië schedelinhoud: 300 -350 cm³
Australopithecus anamensis
Australopithecus anamensis leefde 4,2 tot 2,5 miljoen jaar geleden vindplaats: Turkanameer Kenia + Ethiopië schedelinhoud: 375 -550 cm³
Australopithecus afarensis
Australopithecus afarensis leefde 3,9 tot 3 miljoen jaar geleden vindplaats: Afar-driehoek Noord-Ethiopië Tanzania en Kenia schedelinhoud: 360 cm³ geen werktuigen geen taal geen kunst
Homo habilis
leefde 2,5 miljoen jaar tot 1,5 miljoen jaar geleden Homo habilis leefde 2,5 miljoen jaar tot 1,5 miljoen jaar geleden vindplaats:Oost-Afrika herseninhoud: 510-650 cm³ gebruikte stenen werktuigen (choppers + chopper tools) vuistbijlen primitieve taal ?? geen kunst
Homo erectus
Homo erectus leefde 1,9 miljoen jaar tot 400 000 jaar geleden vindplaats:Oost-Afrika en Azië herseninhoud: 850-1100 cm³ gebruikte traanvormige vuistbijlen primitieve taal vuur geen kunst
Homo ergaster
Homo ergaster leefde 1,9 miljoen tot 400 000 jaar geleden vindplaats: Afrika en ZO-Azië verliet het Afrikaanse continent ‘Out of Africa 1’ herseninhoud: 800 - 1000 cm³ gebruikte snijwerktuigen en vuistbijlen primitieve taal vuur
Homo neanderthalensis
Homo neanderthalensis leefde 400 000 tot 27 000 jaar geleden vindplaats: Europa, Midden Oosten en Centraal-Azië schedelinhoud: 1650 cm³ werktuigen uit vuursteen primitieve taal kunst: geen doden ritueel begraven = dodencultus
Cro-Magnonmens
Cro-Magnonmens vanaf 150 000 jaar vindplaats: overal buiten Antarctica schedelinhoud: 1200 -1600 cm³ werktuigen:verfijnde werktuigen en sieraden sterker ontwikkelde taal kunst: grottekeningen i.v.m. jacht vanaf 30000 jaar geleden kleine beeldjes in hout, been, ivoor enz. ..
Evolutie over 5 000 000 jaar in 6 etappes rechtop lopen Australopithecus afarensis – 3 600 000 jaar geleden werktuigen maken Homo habilis – 2 000 000 jaar geleden taal gebruiken Homo habilis – 2 000 000 jaar geleden vuur gebruiken Homo erectus - 400 000 jaar geleden dodencultus Homo neanderthalensis – 100000 jaar geleden kunst beoefenen Homo sapiens sapiens - 30 000 jaar geleden
Ardipithecus R. A. anamensis A. afarensis Homo habilis Homo erectus Homo ergaster Homo neanderthalensis Homo sapiens sapiens
EINDE