Bewuster formuleren aan de hand van conceptcartoons over evolutie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren
Advertisements

Schema en synthese van een zakelijke tekst
Uiterlijke structuur aanbrengen
Leren redeneren en experimenteren met concept cartoons
Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
Verbanden en signaalwoorden in een tekst
Zakelijk lezen Nederlands.
Tekststructuren 5.3.
Nieuwsbegrip Doel van deze les:
E XAMEN SAMENVATTEN 2010 II 1. Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? 2. Hoe ziet de samenvatting eruit?
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Centraal Examen 2012 Nederlands dinsdag 15 mei
OFC28 mediawijsheid les 7 leren door te maken
Cursus Lezen 5 vwo.
Samenvatting Havo 5.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
SE-Seneca voorbereiding op CE 2013!
Workshop evalueren Dcp
Chronologisch/Opsommend/tegenstellend/vergelijkend
Voegwoorden.
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Tekstverbanden en signaalwoorden
2 Even Voorstellen: Eppe Scholtens: - Docent Het Hogeland College Uithuizen (Dalton VMBO) -Auteur Stepping Stones 2e, 3e, 4e en 5e edities -
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Kritisch denken ‘vertaald’
Evie Goossen 9:00-10:15 zaterdag 16 januari 2016
CONCEPT CHECKS & FAST FEEDBACK
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
28 maart 2011, welkom op onze informatieavond Slim Fit slimme fits in het anders organiseren van onderwijs.
Leesvaardig Examentraining.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
Quiz tops en tips groep 5 en 6. Tops en tips In deze les maakte je maatje een gedicht over de nacht. Dit stond in ‘Zo zit het!’: ZO ZIT HET! Hier let.
LEZEN 3.4 PUBLIEK, TEKSTDOEL, TEKSTSOORT. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE.. Hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek bij het schrijven van.
HFD3: CHRONOLOGISCH/OPSOMMEND/ TEGENSTELLEND/VERGELIJKEND HFD4: CONCLUDEREND/VOORWAARDELIJK/ OORZAKELIJK/REDENGEVEND Verbanden in een tekst.
LEZEN 2.4 INFORMATIEVE TEKSTEN, INTERVIEWVERSLAG, INLEIDING EN SLOT EN FUNCTIES DAARVAN.
PP Thema 2 ZW klas 3. §1 Organismen ordenen Een organisme is een levend wezen. Ordenen is organismen in groepen indelen. Je doet dit door naar de kenmerken.
Leesvaardigheid Lezen en leestoetsen. ▪ 1. Gouden tip voor leestoetsen ▪ 2. Hoe pak je leestoetsen aan? ▪ 3. Wat doe je bij onbekende woorden? ▪ 4. Hoe.
Handreiking schoolexamen scheikunde
De vraag is je beste vriend
Een beoordeling schrijven
Cursus Leesvaardigheid
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Verbanden en signaalwoorden
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Tweede bijeenkomst Jaar januari 2017.
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Multi Sterke variant Inleiding Sterke varianten van de Multi
Aantekeningen maken en navertellen
Nevenschikking en onderschikking
7 lessen tot het eindexamen – Tips en Tricks
Tekstverbanden en signaalwoorden
Instructie geven en uitvoeren
Dicteewoorden Papegaai Puberteit Cappuccino Toentertijd
Vakdidactiek 30 september 2013
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden
Een RECENSIE schrijven
5 Minuten biologie, leuker dan het lesboek!
Historisch redeneren in combinatie met Taalgericht vakonderwijs
Excursiedidactiek Radboud Docenten Academie
Product van TU Delft, SEC
teksten Een tekst vormt een samenhangend geheel
Nevenschikking en onderschikking
5-Minuten biologie, leerzamer en leuker dan het lesboek!
diagnostische toets leesvaardigheid
Vandaag Les 6: Dieren Wat Tijd Start 5 Schimmelbrood : opdracht
Product van TU Delft, SEC
Van alle markten thuis Perron 1 – les 23.
Examen samenvatten 2010 II Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? Hoe ziet de samenvatting eruit?
Transcript van de presentatie:

Bewuster formuleren aan de hand van conceptcartoons over evolutie Interfacultaire Lerarenopleidingen Bewuster formuleren aan de hand van conceptcartoons over evolutie Evie Goossen, vakdidacticus Biologie UvA NIBIconferentie, 12 januari 2019

Opzet workshop Binnenkomst + startopdracht Presentatie met info en voorbeelden In groepjes zelf aan de slag Uitwisselen van gemaakte producten

Welkom & startopdracht (je mag gelijk beginnen!) Op elke tafel liggen A3tjes met afbeeldingen. Bekijk enkele afbeeldingen Noteer voor jezelf per afbeelding welke problemen je bij leerlingen met betrekking tot deze afbeelding bent tegengekomen of verwacht.

Conceptcartoons Wat zijn het? Wat is de meerwaarde voor de les? Hoe kun je ze inzetten?

Uitproberen denken - delen - uitwisselen

Waarom extra aandacht? Hoe kun je leerlingen ondersteunen? formuleren Waarom extra aandacht? Hoe kun je leerlingen ondersteunen?

Belang van goed formuleren Als docent heb je slecht zicht op de aard van het probleem (kennis te kort of formuleringsprobleem?) Leerlingen verliezen (onnodig?) veel punten op toetsen en examen door slecht formuleren

Belang van formuleren: expliciete eis in de eindtermen Subdomein A9: Waarderen en oordelen Subdomein A11: Vorm-functie denken Subdomein A12: Ecologisch denken Subdomein A13: Evolutionair denken Subdomein A14: Systeemdenken Subdomein A15: Kennisontwikkeling en -toepassing

Leerlingen maakten de meeste fouten in de volgende categorieën Vraag niet beantwoorden (antwoord zou goed zijn geweest als de vraag geheel of gedeeltelijk in het antwoord was verwerkt) Signaalwoord (onjuist voegwoord: omdat, voordat, nadat, tot, terwijl, als, toen) Onvolledig Redeneren (stappen in de redenering worden overgeslagen) Foutieve Verwijzing (het, die, er, dan) Taalverzorging (zinsbegrenzing, correct Nederland)

Train leerlingen om beter te formuleren Let dit keer op het gebruiken van de goede voegwoorden (omdat, hierdoor, nadat, etc.) Gebruik in je uitleg minimaal één van de volgende woorden: recessief, homozygoot, homoloog, adaptatie, selectie, fenotype, genotype)

Conceptcartoons maken + een opdracht om schriftelijk te formuleren Aan de slag Conceptcartoons maken + een opdracht om schriftelijk te formuleren

Nee, de bloemen zorgen juist voor ……… Vogels ………………………....... Dat is hetzelfde als bij ………… Je ziet hier duidelijke dat …….

Scharnierwoorden (signaal- , verbindings- of koppelwoorden) verband scharnierwoorden opsommend verband ook, tevens, vervolgens, verder, bovendien, ten eerste, ten tweede, …, tegenstellend verband maar, echter, toch, niettemin, desondanks enerzijds…anderzijds, daarentegen, oorzakelijk verband doordat, daardoor, als gevolg van, zodat, waardoor, als gevolg van redengevend verband omdat, daarom, dus, want, immers, dat blijkt uit, aangezien, de reden hiervoor is… toelichtend verband zo, bijvoorbeeld, zoals voorwaardelijk verband als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij, mits vergelijkend verband zoals, net (zo) als, evenals, meer/beter dan doel-middel- verband opdat, zodat, daarvoor, waarvoor, door te, om te, met de bedoeling toegevend verband hoewel, ofschoon, zij het dat, weliswaar, ook al… samenvattend verband kortom, samengevat, al met al, met andere woorden, kort gezegd… concluderend verband kortom, al met al, dus, dat houdt in, concluderend

Leerlingen maken zelf een conceptcartoon bij ordening Zelf geen zin of tijd? Leerlingen maken zelf een conceptcartoon bij ordening

Dierenrijk (zonder gewervelden) 4. Weekdieren hebben geen skelet. 2. Mosselen Hebben ook kieuwen, want ze moeten ook zuurstof uit het water halen. 3. Rupsen zijn ook insecten, want we hebben zes echte poten. 1. Koraal is ook een plant en ik lijk heel erg op een boom.

Er bestaan bacteriën met zweepharen. Bacteriën hebben net als dieren en planten een spoelfiguur waardoor de chromosomen uit elkaar worden gehaald tijdens de mitose. Bacteriën zijn zo klein dat er niet één groot circulair DNA-molecuul in kan zitten en het DNA dus spiraalsgewijs is opgerold zodat het wel past. Als een bacterie doodgaat, komen delen van het DNA-molecuul vrij en kunnen andere bacteriën die opnemen. Er bestaan bacteriën met zweepharen.

Bij bacteriën ontstaat geen spoelfiguur Bij bacteriën ontstaat geen spoelfiguur. Elk van beide kringvormige DNA-moleculen zit op een bepaalde plaats vastgehecht aan het celmembraan waardoor er een goede verdeling van het DNA is. Het chromosoom van een bacterie bestaat slechts uit één groot circulair DNA-molecuul. Bij planten en dieren is het spiraalsgewijs opgerold. Goed Goed

Achtergronden Conceptcartoons Kamp,M. (2004). Leuker kunnen we het wél maken. Het succes van conceptcartoons. Niche 35, 30-33 Keogh & Naylor (2010) concept cartoons, teaching and learning in science: an evaluation, International Journal of Science Education., 21:4,431-446. Aandacht voor formuleren SLO website over taalgericht onderwijs: http://taalgerichtvakonderwijs.nl/werken-aan-vaktaal Visser, T. (2016). Onderzoek naar verbetering van taalvaardigheid van 4-havo leerlingen bij scheikunde en biologie. Landelijke Werkconferentie Platform Taalgericht Onderwijs : Werken aan vaktaal, 28-30. Visser, T., Coenders, F., & Ornée, G. (2016). Taalvaardigheid bij scheikunde en biologie. NVOX, 5, 250-251.)