Past Simple Wat is de Past Simple? Wanneer gebruik je de Past Simple? Hoe gebruik je de Past Simple?
Wat is de Past Simple? Past Simple is de verleden tijd in het Engels. Let op: we hebben het hier over de regelmatige werkwoorden. De onregelmatige werkwoorden staan achter in je tekstboek.
Wanneer gebruik je de Past Simple? Je gebruikt de Past Simple als iets dus al is gebeurd…. in het verleden… want het is de verleden tijd. Signaalwoorden! Vaak kun je aan signaalwoorden in een zin zien dat het om de Past Simple gaat: yesterday, last week, six years ago, this afternoon, etc.
Hoe gebruik je de Past Simple? Bij regelmatige werkwoorden schrijf je –ed achter het hele werkwoord. work – worked I worked hard last night. Let op! Eindigd een woord op –e, dan hoeft er alleen nog maar een –d bij.
Oefenen! talked lived stayed caught ONREGELMATIGE WERKWOORDEN Our teacher ……….... (talk) about Robin Hood last week. Robin Hood ........... (live) in Sherwood Forrest long ago. We ………..…. (stay) in a lovely hotel. I ……….…… (catch) the ball in football practice. lived stayed caught ONREGELMATIGE WERKWOORDEN PAGE 142/143 IN YOUR TEXTBOOK!!
Did/didn’t In vragen die over het verleden gaan, begin je de vraag zin met did. Verderop in de zin staat dan het hele werkwoord (de Present Simple). Voorbeeld: Did you do your homework last night?
Did/didn’t Let goed op! De zin is in de verleden tijd, maar je gebruikt gewoon het hele werkwoord. Did you tell her the way to the palace. Did you told her the way to the palace.
She didn’t know the address. Did/didn’t Bij ontkennende zinnen gebruik je didn’t. Na didn’t komt het hele werkwoord (Present Simple). They didn’t speak to me. She didn’t know the address.
Any questions?