Overheidsinterventie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties

Advertisements

SIER-spel Doelen: Leren hoe in een markteconomie de verbanden kunnen liggen tussen een aantal kern-concepten uit de algemene economie; Leren dat het moeilijk.
3.3 Nigeria in de wereldeconomie
Vandaag.
Het prijs- of marktmechanisme
Overheidsinterventie 2
P2.2 Landbouw en platteland in Europa
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
§1.2 – Euroboeren in de kou.
De ijsjesmarkt 13 december 2012 De kern De 4 p’s.
Vraag & Aanbod Hoofdstuk 4: De markt
Hoe komen producten tot stand?
Internationale handel
Hoofdstuk 3: Beleid van de EU
Hoe en waarom veranderde het GLB aan het einde van de 20 e eeuw?
Hoofdstuk 5: Loonvorming in theorie
Overheidsinterventie 1
Overheidsinterventie 3
4. OVERHEIDSINGRIJPEN Inleiding: Waarom overheidstussenkomst ?
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Belasting die je moet betalen als je een product invoert.
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
HAVO/VWO Het prijsmechanisme
Het geheel van vraag en aanbod
Wat gaan we vandaag doen?  Voorbereiding op toets 17 mei 2016 lesuur 7  Eerst luister je / noteer je wat er in de toets komt. Vervolgens mag je:  Naar.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
De competitieve markt Vraag- en aanbodschema StartSein pagina
Welkom Producent, markt en consument Keimpe van der Heide, NAV Nederlandse Akkerbouw Vakbond 1.
Lesbrief Markt en Overheid
Voorbeeld grafiek arbeidsmarkt
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Welkom Havo 5..
Welkom VWO 5..
Welkom Havo 5..
Ingrijpen in de prijs minimum- en maximumprijzen
Lesbrief Markt & Overheid
en verschuivingen van de vraag- of aanbodlijn
Welkom havo 3..
Lesbrief Vervoer H 4.
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
Welkom Havo 5..
Wanneer er maar één aanbieder is
WELVAARTSVERLIES DOOR KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN EN – VERLAGENDE SUSBSIDIES, MAXIMUM- EN MINIMUMPRIJZEN.
Welkom VWO 5..
Inhoudsopgave Sheet 2: Planning Sheet 3: H1: schaarste en ruil Sheet 4: H2: de markt: vraag en aanbod Sheet 5: H2, de vraaglijn Sheet 6: H2: de aanbodlijn.
Hoofdstuk 5 Les 5: Markten.
Economisch experiment 16 mei 2013 Marianne Lindner en Livia Mazzali
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Welkom havo 3..
Welkom havo 3..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Subsidie bij volkomen concurrentie
Overheidsinterventie 2
Overheidsinterventie 1
Niet alleen op de wereld
Nederland en de rest van de wereld
Het verschil tussen de marktprijs en de maximale betalingsbereidheid
Prijszetter binnen grenzen
Marktgedrag.
Overheidsinterventie in het marktgebeuren
een onbetaalde rekening?
Transcript van de presentatie:

Overheidsinterventie Direct overheidsingrijpen bij een markt van volkomen concurrentie: Minimumprijs / garantieprijs

Volkomen concurrentie 100 Marktmodel: Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Evenwichtsprijs (€ 0,47) Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

EU landbouwbeleid: minimumprijs 100 Het behouden van een eigen voedselproductie wordt belangrijk gevonden. De evenwichtsprijs is te laag: boeren kunnen niet in hun bestaan voorzien. Oplossing: een minimumprijs voor de producten in de landbouw (ook wel: garantieprijs) In dit voorbeeld: € 0,60 Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Minimumprijs 100 Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Evenwichtsprijs € 0,47 Minimumprijs € 0,60 Door de invoering van de minimumprijs (hoger dan de evenwichtsprijs), ontstaat een probleem: consumenten willen bij een hogere prijs minder kopen (betalingsbereidheid) producenten willen bij een hogere prijs meer produceren (leveringsbereidheid) Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Minimumprijs Consumenten kopen nu: Producenten produceren nu: 100 Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Evenwichtsprijs € 0,47 Minimumprijs € 0,60 Consumenten kopen nu: Qv = -60 + 100 = 40 (000) stuks Producenten produceren nu: Qa = 2×60 – 40 = 80 (000) stuks Er ontstaat dus een productie-overschot van 40.000 stuks Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000 productie-overschot

Minimumprijs Bij deze minimumprijs geldt: 100 Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Evenwichtsprijs € 0,47 Minimumprijs € 0,60 Bij deze minimumprijs geldt: Qv = 40.000 stuks en Qa = 80.000 stuks Dit overschot (40.000 stuks) moet worden opgekocht (gegarandeerd): tegen € 0,60 Totale kosten: 40.000 × € 0,60 = € 24.000 Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000 productie-overschot

Randvoorwaarden minimumprijs Aanbodoverschot: vernietigen (“doordraaien”) dumpen (ver) buiten je afzetgebied (/exporteren met exportsubsidie) Bovendien: Buitenlandse producten niet toelaten op je markt (met invoerheffingen) Productie-uitbreiding van je eigen producenten aan banden leggen (bijv. melkquota)

Gevolgen minimumprijs Productie blijft behouden in eigen land Maar: Consumenten betalen meer dan nodig is Door het ontbreken van buitenlandse producten is er voor consumenten minder te kiezen Er is extra belastinggeld nodig voor het opkopen van de overschotten Wanneer producten worden geëxporteerd is er sprake van oneerlijke concurrentie

Verwerkingsopgave Bereken: De omvang van het aanbod-overschot 1000 Marktmodel binnenlandse markt uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van € 350 Minimumprijs van € 600 Bereken: De omvang van het aanbod-overschot De kosten voor het in stand houden van deze minimumprijs De minimale hoogte van de invoerheffing van buitenlandse substituten Qv prijs 800 Qa 600 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

Verwerkingsopgave aanbodoverschot 1000 Marktmodel binnenlandse markt uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van € 350 Minimumprijs van € 600 Bij een minimumprijs van € 600: Qv = -¼ × 600 + 250 =100 Qa = ½ × 600 – 100 = 200 – Aanbodoverschot = 100 (× 1.000 stuks) Qv prijs 800 Qa 600 Pmin 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000 aanbod-overschot

Verwerkingsopgave kosten minimumprijs 1000 Marktmodel binnenlandse markt uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van € 350 Minimumprijs van € 600 Aanbodoverschot: 100.000 stuks Het overschot (100.000 stuks) moet worden opgekocht tegen € 600 Kosten / belastinggeld: € 60 mln. Bovendien betalen consumenten meer dan noodzakelijk is. Qv prijs 800 Qa 600 Pmin 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000 aanbod-overschot

Verwerkingsopgave invoerheffing 1000 Marktmodel binnenlandse markt uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van € 350 Minimumprijs van € 600 Waar koop jij je product? op de wereldmarkt voor € 350 of in eigen land voor € 600 ? Buitenlandse producten moeten dus minimaal € 600 gaan kosten: invoerheffing minimaal € 250 Qv prijs 800 Qa Pimport 600 Pmin + € 250 400 Pwereld 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

Doordenker….. Afschaffing handelsbeperkingen 1000 Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van € 350 Minimumprijs van € 600 Hoeveel producten worden geïmporteerd bij vrije markt? Binnenlandse vraag bij € 350: Qv = -¼ × 350 + 250 = 162,5 (× 1.000) Binnenlands aanbod bij € 350: Qa = ½ × 350 – 100 = 75 (× 1.000) Import: 87.500 stuks Qv prijs 800 Qa 600 Pmin 400 Pwereld 200 50 100 150 200 250 75 162,5 hoeveelheid × 1.000 import

Overheidsinterventie Direct overheidsingrijpen bij een markt van volkomen concurrentie: Maximumprijs

maximumprijs Sociale woningmarkt: Qv = -P + 10 P = huur in € 100 Qa = P – 2 Q = aantal woningen ×10.000 Betaalbaarheid van het product voor ALLE burgers wordt belangrijk gevonden, maar de evenwichtsprijs wordt te hoog, zodat niet alle burgers het kunnen betalen. Mogelijke oplossing: instellen maximumprijs In dit voorbeeld: € 450 10 Qa Qv prijs (× 100) 7 6 Pmax € 450 4 2 2 4 6 8 10 hoeveelheid × 10.000

Maximumprijs – het probleem Sociale woningmarkt: Qv = -P + 10 P = huur in € 100 Qa = P – 2 Q = aantal woningen ×10.000 Bij deze maximumprijs: Consumenten willen: Qv = -4,5 + 10 = 5,5 (55.000) huurwoningen Producenten bieden aan: Qa = 4,5 – 2 = 2,5 (25.000) huurwoningen Er ontstaat dus een vraagoverschot van 30.000 woningen 10 Qa Qv prijs (× 100) 7 6 Pmax € 450 4 2 2 4 6 8 10 vraagoverschot hoeveelheid × 10.000

Maximumprijs – de oplossing? Geen oplossing: tekort aan producten Verdeelsysteem verzinnen eerst komt – eerst maalt prioriteitenlijst bonnensysteem Voorbeelden in praktijk: woningmarkt gezondheidszorg 10 Qa Qv prijs (× 100) 7 6 Pmax € 450 4 2 2 4 6 8 10 vraagoverschot hoeveelheid × 10.000