Hoofdstuk 17 Breuken basis
Paragraaf 17.1 breuken
Als je 80 appels eerlijk verdeelt over vier manden, hoeveel appels komen er dan in elke mand? Wat nu als je 1 appel in 4 gelijke stukken verdeelt, hoe noem je dan elk deel? 1 vierde deel > deel > een kwart
Dit spreek je uit als ‘drie achtste’ Meerdere stukken Dit spreek je uit als ‘drie achtste’
Meerdere stukken Dit spreek je uit als ‘drie achtste’ Dit spreek je uit als ‘vier negende’
Bijzondere breuken
Paragraaf 17.2 vereenvoudigen
Dus als de noemer groter is, dan is het deel kleiner. is kleiner dan Dus als de noemer groter is, dan is het deel kleiner.
Zijn 2 stukjes van evenveel al ? Zijn 3 stukjes van evenveel al ?
Is dat ook echt zo? We zoeken het uit.
En en ?
is evenveel waard als
Hoofdstuk 17 Extra opgaveN
Welk deel van de figuur is gekleurd? Vraag 1 Welk deel van de figuur is gekleurd? Geef je antwoord in een breuk
Welk deel van de figuur is gekleurd? Vraag 2 Welk deel van de figuur is gekleurd? Geef je antwoord in een breuk
Vraag 3 Welk getal is de teller?
Welke breuk hoort bij dit plaatje? Vraag 4 Welke breuk hoort bij dit plaatje? =
Vul een gelijkwaardige breuk in met een noemer tussen de 35 en de 45. Uitwerking: vraag 5 Vul een gelijkwaardige breuk in met een noemer tussen de 35 en de 45. =
Vereenvoudig zo eenvoudig mogelijk. Vraag 6 Vereenvoudig zo eenvoudig mogelijk.