3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 6

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Tweedegraads Verbanden
Advertisements

Eigenschappen van parabolen
Samenvatting Verbanden.
Gelijkmatige toename en afname
havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
havo A Samenvatting Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
Experimenteel onderzoek
Samenvatting H29 Parabolen
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 11
Kwadratische verbanden
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A Samenvatting Hoofdstuk10
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
Regels voor het vermenigvuldigen
Kwadratische vergelijkingen
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Intervallen a-8 ≤ x < 3 [ -8, 3 › b4 < x ≤ 4½ ‹ 4, 4½ ] c5,1 ≤ x ≤ 7,3 [ 5,1 ; 7,3 ] d3 < x ≤ π ‹ 3, π ] -83 l l ○● 44½4½ l l ○● 5,17,3 l l ● 3π l l ○●
Asymptoot is een lijn waar de grafiek op den duur mee samenvalt.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
havo A Samenvatting Hoofdstuk 5
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
havo B Samenvatting Hoofdstuk 9
havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 10
Vwo C Samenvatting Hoofdstuk 15. Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel.
Experimenteel onderzoek
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
–20 4 –2b opgave 20 –160ab · –200b = 8ab · –20 = –20 · 10b = 4 · –5 =
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Vergelijkingen oplossen
Verbanden JTC’07.
Regels voor het vermenigvuldigen
Hoofdstuk 6 Allerlei verbanden.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 3
GRAFIEK v/e TWEEDEGRAADSFUNCTIE Voorbeeld 1). xf(x) T(0,0) Dalparabool.
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
Vergelijkingen van de tweede graad. Vergelijkingen van 2 de graad  Een vergelijking van de tweede graad geeft een verband tussen 2 onbekenden.  Bijvoorbeeld.
Rekenen & Tekenen sciencmc2.nl.
Wiskunde G3 Samenvatting H2: Parabolen
1 VMBO-KGT deel Grafieken tekenen 1 1.
Hoofdstuk 3 Lineaire formules en vergelijkingen
1 VMBO BK deel Grafiek Grafiek tekenen 1 1.
Grafiek van lineaire formule
Les 3Regels voor de volgorde van bewerkingen
6.4 Verhoudingstabel en grafiek Verhoudingstabel en grafiek
Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties.
Grafiek van lineaire formule
Maar eerst van 4 formules de top berekenen
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Grafieken en formules 1-1 puntgrafiek, horizontale en verticale lijnen
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties.
2 vmbo-t/havo Samenvatting Hoofdstuk 1 (vmbo-T)
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Machten en vierkantswortels van gehele getallen
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
1. Driehoek 2. Grafiek 3. Oneven 4. Volle hoek 5. Kwadrant
Voorkennis Wiskunde Les 3 Appendix §A.5 en A.6.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Kwadrateren ..is een getal vermenigvuldigen met zichzelf. Dus ⨯ zichzelf. Je kunt en mag ook zeggen: een getal tot de tweede macht. Of : tot de macht.
HOOFDSTUK 5 Goniometrie Tangens.
Transcript van de presentatie:

3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 6

Wat je invult, zet je altijd tussen haakjes. Parabool hoogte in m = ¯20t2 + 400t + 4000 t en hoogte zijn de variabelen. In de formule staat een kwadraat, daarom is het een kwadratische formule. Er is een kwadratisch verband tussen de tijd en de hoogte. t = 10 hoogte in m = ¯20 × (10)2 + 400 × (10) + 4000 = 6000 m De grafiek heeft de vorm van een parabool. De parabool is symmetrisch. De symmetrieas is de verticale lijn door de top. Wat je invult, zet je altijd tussen haakjes. 6.1

Eigenschappen parabool Staat er in een kwadratisch verband een negatief getal voor de variabele met het kwadraat, dan is de grafiek een bergparabool. De grafiek heeft een maximum. W = ¯5a2 + 300a Bij een positief getal voor de variabele met het kwadraat is de grafiek een dalparabool met een minimum. K = 6a2 – 7a Het hoogste of laagste punt van een parabool noemen we de top. 6.1

abc in kwadratische formule De algemene vorm van een kwadratische formule is y = ax2 + bx + c a mag niet 0 zijn, je hebt dan geen kwadratische formule meer. opgave 17 a y = ¯4x2 + 2x + 7 a = ¯4, b = 2 en c = 7 b y = 10x2 + 5x + 9 a = 10, b = 5 en c = 9 c y = x2 + x + 1 a = 1, b = 1 en c = 1 d y = ¯x2 + 2x – 1 a = –1, b = 2 en c = –1 6.2

In kwadratische formules kun je de coördinaten van de top berekenen. De top van een parabool In kwadratische formules kun je de coördinaten van de top berekenen. Kwadratische formule: y = ax2 + bx + c Notatie coördinaten top: (xtop, ytop) Van de parabool hiernaast is de top (2, 5). Dus xtop = 2 en ytop = 5. Van de grafiek van een kwadratische formule kun je de top berekenen. De xtop bereken je met xtop = – De ytop bereken je door het antwoord van xtop in te vullen in de formule. b 2a 6.2

a: horizontale afstand in meters. Wortelverbanden hoogte in m = a: horizontale afstand in meters. In de formule staat één van de variabelen onder het wortelteken. Daarom is het een wortelformule. Er bestaat een wortelverband tussen de afstand a en de hoogte. Vul je a = 6 in, dan krijg je hoogte = = 4,9 Bij de formule kun je een grafiek tekenen. Je maakt eerst een tabel. 6.3

In de macht 26 is 2 het grondtal en 6 de exponent. 26 = 64 opgave 38 Machten 2 × 2 × 2 × 2 × 2 × 2 = 26 26 is een macht. In de macht 26 is 2 het grondtal en 6 de exponent. 26 = 64 opgave 38 a 23 = 2 × 2 × 2 = 8 b 73 spreek je uit als zeven-tot-de-derde of als zeven-tot-de-derde-macht. c In de macht 73 is 7 het grondtal en 3 de exponent. 6.4

Het berekenen van machten heet machtsverheffen. Volgorde bij berekeningen: Berekenen wat binnen de haakjes staat Machtsverheffen en worteltrekken van links naar rechts. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts. Optellen en aftrekken van links naar rechts. opgave 41 a 23 + 5 × 3 = 8 + 15 = 23 b 5 + 3 × 23 = 5 + 3 × 8 = 5 + 24 = 29 6.4

Machtsverheffen op de rekenmachine Op je rekenmachine zit een machttoets. TI-30XB/S: 3,58 tik je in als CASIO fx-82ES: 3,58 tik je in als Controleer dat 3,58 = 22 518,753 91. TI-30XB/S CASIOfx-82ES 6.4

Grafiek bij een machtsformule In de formule I =  × π × r3 staat de derde macht van de variabele r. Deze formule is een voorbeeld van een machtsformule. Er bestaat een machtsverband tussen de straal en de inhoud van de piramide. Bij een machtsverband kun je een grafiek tekenen. Je maakt dan eerst een tabel. Teken de punten uit de tabel in een assenstelsel. Teken door die punten een vloeiende kromme. 6.4

6.4

De grafiek van eb en vloed herhaalt zich ongeveer elke 12 uur. Periodiek verband De grafiek van eb en vloed herhaalt zich ongeveer elke 12 uur. Die 12 uur is de periode van de grafiek. Er is een periodiek verband tussen de tijd en de hoogte. In de grafiek zijn 2,5 perioden getekend. De waterhoogte na 39 uur bereken je zo: De periode is 12 uur. De periode past 3 keer in 39 uur. Je houdt 39 – 3 × 12 = 3 uur over. In de grafiek lees je bij 3 uur af hoogte = 1 m. De waterhoogte na 39 uur is dus ook 1 m. 6.5

Evenwichtsstand, amplitude en frequentie (vmbo-GT) De hoogste punten liggen op 5 meter. De laagste punten liggen op 1 meter. De evenwichtsstand ligt daar precies tussenin, dus op 3 meter. De evenwichtsstand is met rood gestippeld. De hoogste en laagste punten liggen 2 meter boven en onder de evenwichtsstand. We zeggen: de amplitude is 2 meter. De amplitude is de afstand van de hoogste punten tot de evenwichtsstand. De periode is 4 seconden. De periode past 60 : 4 = 15 keer in een minuut. De frequentie is dus 15 per minuut. De periode past 60 × 15 = 900 keer in een uur. De frequentie is dus ook 900 per uur. hoogte in meters 5 4 amplitude evenwichtsstand 3 amplitude 2 1 O 1 2 3 4 5 6 tijd in seconden 6.5