Hoofdstuk 13 klokkijken
Paragraaf 13.1 TIJD & KLOKKEN
Wijzerklok Digitale klok
Vraag: Hoe laat zou het op deze klok zijn?
Vraag: Hoe laat zou het op deze klok zijn?
Vraag: Hoe laat zou het op deze klok zijn? 12 minuten over 2
De tijd uitspreken; de basis Paragraaf 13.2 De tijd uitspreken; de basis
De tijd uitspreken; vervolg Paragraaf 13.3 De tijd uitspreken; vervolg
Afronden
Vraag: Hoe laat is het? Denk aan afronden
Spelelement
Hoofdstuk 13 Extra opgaveN
Vraag 1 Er zitten 15 minuten in één kwartier. Hoeveel seconden zitten er in één kwartier?
Vraag 2 Hoe laat is het? :
Vraag 3 Hoe lang duurt de film?
Hoe laat is de parkeerschijf gezet? Uitwerking: vraag 4 Hoe laat is de parkeerschijf gezet?
Wat staat er op de digitale klok? Vraag 5 Het is 12 over half 6 in de nacht. Wat staat er op de digitale klok? :
Hoe laat is het op deze klok als je de tijd afrondt? Uitwerking: vraag 6 Je zegt niet altijd precies hoe laat het is. Vaak rond je af op 5 minuten: 5 over, 10 voor half, 5 voor, et cetera Hoe laat is het op deze klok als je de tijd afrondt?
Hoe laat is het op deze klok als je de tijd afrondt? Uitwerking: vraag 6 Je zegt niet altijd precies hoe laat het is. Vaak rond je af op 5 minuten: 5 over, 10 voor half, 5 voor, et cetera Hoe laat is het op deze klok als je de tijd afrondt? Vooraan staan de uren: 01. Het is 1 uur op de wijzerklok. In het midden staan de minuten: 52. Het is dus 52 minuten na 1 uur. Het duurt nog 8 minuten voordat het 2 uur is. Dit rond je af op 5 minuten. Je zegt dan dat het tien voor twee is.
Hoe laat is het op de digitale klok? Vraag 7 Het is avond. Hoe laat is het op de digitale klok? :
Hoe laat is het op de digitale klok? Uitwerking: vraag 7 Het is avond. Hoe laat is het op de digitale klok? 22 : 22 In de ochtend staat op de digitale klok 10:22. In de avond staat de klok precies 12 uur verder. 10 + 12 = 22, dus 22:22