Breuken vermenigvuldigen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spel: Koop een euro. Je kan een euro kopen. Mooi, maar er is wel 1 regel: De hoogste bieder krijgt de euro voor het bod, maar de laatste bieder die er.
Advertisements

Welkom bij de World Vision Quiz.
Breuken blok 9 les 7. 1 van de 6 honden = 1 6    
31 Breuken scheuren Acht repen scheuren. Repen verdelen.
Wat kost 1 hamer?.
Snoepjes in de snoeppot
Rekenen met verdeelsleutels
Gecijferdheid les 1.4 Grootst gemene deler Kleinst gemene veelvoud
Toepassingen 5L week 15: ‘Sportief spelen’ gespaard bedrag berekenen intrest – kapitaal – tijd procent van een getal breuk van een getal spaarperiode berekenen.
Promo! Type 2 Per twee: 13,20 euro legplanken per twee kasten: 12,48 m Type 1 Per twee: 12,50 euro legplanken per twee kasten: 10,60 m 5 legplanken 4 legplanken.
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Jeroen zaagt de plank precies doormidden. Hoeveel centimeter wordt elk stuk? 70 cm.
Er zijn 12 paarden. 4 paarden lopen buiten. De andere paarden zijn in het hok. Hoeveel paarden staan in het hok?
Rekenen!!! cito.
Les 2 getallen: grote getallen
Deze les hoofdrekenen les 1 vervolg
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Oefenen CITO rekenen M6.
Deze les Nabespreken toets Vervolg Verbanden
Elektriciteit.
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les
Deze les Nabespreken toets
Les 4 : rekenen met tabellen
VWO 6 Wiskunde C – les 1 Meneer Ypma.
HUISWERK: Boek M&O hoofdstuk 11, opgave (4 dus nog niet!)
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
2.4 Breuken vermenigvuldigen en delen Delen door een breuk
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Jeroen zaagt de plank precies doormidden.
Hoofdstuk 5 Afronden. Hoofdstuk 5 Afronden Paragraaf 5.1 In het midden.
Hoofdstuk 25 Procenten. Hoofdstuk 25 Procenten.
Hoofdstuk 13 figuren. Hoofdstuk 13 figuren Paragraaf 17.1 Vlakke figuren.
Hoofdstuk 15 geld. Hoofdstuk 15 geld Paragraaf 15.1 Euro’s.
Hoofdstuk 10 Handig rekenen 2. Hoofdstuk 10 Handig rekenen 2.
Vermenigvuldigen & delen
Vermenigvuldigen & delen
Basis 1 Getallen. Basis 1 Getallen Paragraaf B1.1 Groeperen per 10.
Breuken optellen en aftrekken
Hoofdstuk 32 PROBLEEM OPLOSSEN. Hoofdstuk 32 PROBLEEM OPLOSSEN.
Hoofdstuk 12 cijferen. Hoofdstuk 12 cijferen Paragraaf 12.1 Optellen en aftrekken.
Rekenen met kommagetallen
Rekenen met grote getallen
Kommagetallen – De basis
Hoofdstuk 2 groeperen. Hoofdstuk 2 groeperen GROEPEREN & INWISSELEN Paragraaf 2.1 GROEPEREN & INWISSELEN.
Afronden en gemiddelde
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 17 Breuken basis. Hoofdstuk 17 Breuken basis.
Kiezen waar je je geld aan uitgeeft.
Hoofdstuk 30 Negatieve getallen. Hoofdstuk 30 Negatieve getallen.
Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1. Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1.
Hoofdstuk 1 Tellen. Hoofdstuk 1 Tellen Paragraaf 1.1 Tellen in groepjes.
Hoofdstuk 8 Water Wat gaan we doen vandaag? Opening
Hoofdstuk 2 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
Hoofdstuk 1 Krachten Wat gaan we doen vandaag? Terugblik
Breuken delen Breuken delen Breuken delen © André Snijers.
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
Info 2 Rationale getallen tot een positieve macht verheffen M A R T X
Hoofdstuk 4 Kommagetallen basis. Hoofdstuk 4 Kommagetallen basis.
Hoofdstuk 12 schaal. Hoofdstuk 12 schaal Paragraaf 12.1 Schaalverdeling.
Rekenen met verhoudingen
Breuken vermenigvuldigen
Verder rekenen met kommagetallen
Basis 8 geld. Basis 8 geld Paragraaf B8.1 Euro’s.
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Vermenigvuldigen & delen
Breuken optellen en aftrekken
Handig rekenen & rekenregels
Afronden en gemiddelde
Transcript van de presentatie:

Breuken vermenigvuldigen Hoofdstuk 24 Breuken vermenigvuldigen

Paragraaf 24.1 Verdelen is delen

Je verdeelt een touw van 8 meter in twee gelijke stukken. Hoe lang is elk stuk?  

Omdat je de hele in stukken verdeelt, kun je het als een deelsom opschrijven: 1 ÷ 4 = 1 4

Verdeel een plank van 2 meter in 5 gelijke delen. Hoe lang is elk deel?

Paragraaf 24.2 Een deel van iets nemen

Een breuk geeft een deel van een geheel aan:

Kleur op het kopieerblad 2 3 deel van de snoepjes rood. Kleur op het kopieerblad 1 3 deel van de snoepjes geel.

Als je wilt weten hoe groot 1 3 deel is, verdeel je de rij met snoepjes in 3 gelijke groepen:

Als het goed is, ziet je tekening er zo uit: Samen is het 1 geheel: 4 + 8 = 12

Verdeel de knikkers in 4 gelijke groepjes. In een bak zitten 16 knikkers. 𝟑 𝟒 deel van de knikkers is rood. Hoeveel zijn dat er? Verdeel de knikkers in 4 gelijke groepjes. 16 ÷ 4 = 4, dus 1 4 deel is 4 knikkers. 3 × 4 = 12, dus 3 4 deel is 12 knikkers

Paragraaf 24.3 Vermenigvuldigen

Denk aan de knikkers van de vorige paragraaf. Als je een deel van een hoeveelheid uitrekent, kun je dat ook opschrijven als een vermenigvuldiging: Denk aan de knikkers van de vorige paragraaf. 3 4 deel van 16 = 3 4 × 16 = 12

𝟑 𝟕 × 140 =

𝟑 𝟒 × 80 =

𝟓 𝟗 × 108 =

Hoofdstuk 24 Extra opgaveN

Een plank van 3 meter wordt in 5 even grote stukken gezaagd. Vraag 1 Een plank van 3 meter wordt in 5 even grote stukken gezaagd. Hoe groot is elk stuk? meter

Vraag 2 Schrijf als breuk. 8 ÷ 25 =

Hoeveel geeft Jan uit aan nieuwe schoenen? Vraag 3 Peter, Jan en Fred hebben samen € 1200,- gespaard. Ieder heeft 1 3 deel in de pot gedaan. Jan geeft 1 4 deel uit aan nieuwe schoenen. Hoeveel geeft Jan uit aan nieuwe schoenen? €

Hoeveel euro kost de zonnebril? Vraag 4 Stefan krijgt voor zijn rapport € 27. Hij koopt een nieuwe zonnebril voor op vakantie. De zonnebril kost 2 3 deel van zijn geld. Hoeveel euro kost de zonnebril? €

Hoeveel zitplaatsen zijn nog vrij? Vraag 5 In een theaterzaal zijn 520 zitplaatsen. 3 8 deel van de zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn nog vrij? zitplaatsen