De tijden.
De oudheid.
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de informatie doornemen ? Klik op onderstaande knop Maak je graag onmiddellijk de oefeningen ? Klik op onderstaande knop
Tijdlijn. Oudheid 800 v. C 1 500 n. C Duid het begin en het einde van de Oudheid aan op de tijdlijn. Welk jaartal verdeelt deze periode op de tijdlijn in twee delen ? Jaar 1. Welke periode duurde het langste : Oudste tijden Oudheid
Kaart. De Oudheid is de tijd van twee volkeren : Grieken en Romeinen. Onze streken maakten deel uit van het Romeinse rijk.
Grieken en Romeinen. De volgende woorden passen bij de Grieken : handel Acropolis Athene
De volgende woorden passen bij de Romeinen : heerbaan legioensoldaat Reusachtig rijk Rome
Vechtersbazen en kunstenaars. In de grootstad Rome was altijd wat te doen. De Romeinen hielden gewelddadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood tegen elkaar of tegen dieren. De Romeinen waren niet alleen vechtersbazen. Ze schreven hun wetten en regels nauwkeurig op. Het waren goede bestuurders. Ze hadden een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Net als de Grieken waren het knappe bouwmeesters. Het Latijn bleef eeuwenlang een internationale taal. Groen : de woorden die beschrijven dat de Romeinen van sport en spelen hielden. Blauw : de woorden die beschrijven waarom de Romeinen goede bestuurders waren. Rood : de woorden die beschrijven dat ze van de Grieken heel wat leerden.
Moeilijkere woorden. circus In het circus kwamen de Romeinen naar de paardenrennen kijken. amfitheater In het amfitheater werden wrede spelen met dieren en mensen gehouden. gladiator Gladiatoren waren vechtersbazen die knokten op leven en dood.
Tijdlijn. Oudheid 800 v. C 1 500 n. C Duid het begin en het einde van de Oudheid aan op de tijdlijn. Welk jaartal verdeelt deze periode op de tijdlijn in twee delen ? Jaar 1. Welke periode duurde het langste : Oudste tijden Oudheid
Kaart. De Oudheid is de tijd van twee volkeren : Grieken en Romeinen. Onze streken maakten deel uit van het Romeinse rijk.
Grieken en Romeinen. De volgende woorden passen bij de Grieken : handel Acropolis Athene
De volgende woorden passen bij de Romeinen : heerbaan legioensoldaat Reusachtig rijk Rome
Vechtersbazen en kunstenaars. In de grootstad Rome was altijd wat te doen. De Romeinen hielden gewelddadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood tegen elkaar of tegen dieren. De Romeinen waren niet alleen vechtersbazen. Ze schreven hun wetten en regels nauwkeurig op. Het waren goede bestuurders. Ze hadden een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Net als de Grieken waren het knappe bouwmeesters. Het Latijn bleef eeuwenlang een internationale taal. Groen : de woorden die beschrijven dat de Romeinen van sport en spelen hielden. Blauw : de woorden die beschrijven waarom de Romeinen goede bestuurders waren. Rood : de woorden die beschrijven dat ze van de Grieken heel wat leerden.
Moeilijkere woorden. circus In het circus kwamen de Romeinen naar de paardenrennen kijken. amfitheater In het amfitheater werden wrede spelen met dieren en mensen gehouden. gladiator Gladiatoren waren vechtersbazen die knokten op leven en dood.
De oudheid.
Tijdlijn. Oudheid 1 Welke datum plak je op het begin van de Oudheid ? __________________________ 700 v. C 800 v. C 900 v. C 300 n. C 400 n. C 500 n. C
Tijdlijn. Oudheid 1 Welke datum plak je op het einde van de Oudheid ? __________________________ 700 v. C 800 v. C 900 v. C 300 n. C 400 n. C 500 n. C
Tijdlijn. Oudheid 800 v. C 500 n. C Welk jaartal verdeelt deze periode op de tijdlijn in twee delen ? _____________________ Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2
Tijdlijn. Oudheid 800 v. C 1 500 n. C Welke periode duurde het langste ? __________________________________ Oudste tijden Oudheid
Kaart. Germanen Grieken Eburonen Romeinen De Oudheid is de tijd van twee volkeren . Klik deze 2 volkeren aan. ____________________________ en ___________________________ Germanen Grieken Eburonen Romeinen
Kaart. Onze streken maakten deel uit van het _________________________. Griekse rijk Romeinse rijk Germaanse rijk
Grieken en Romeinen. De volgende woorden passen bij de Grieken : handel Rome heerbaan legioensoldaat Acropolis Reusachtig rijk Athene
De volgende woorden passen bij de Romeinen : heerbaan handel Rome legioensoldaat Acropolis Athene Reusachtig rijk
Vechtersbazen en kunstenaars. In de grootstad Rome was altijd wat te doen. De Romeinen hielden gewelddadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood tegen elkaar of tegen dieren. De Romeinen waren niet alleen vechtersbazen. Ze schreven hun wetten en regels nauwkeurig op. Het waren goede bestuurders. Ze hadden een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Net als de Grieken waren het knappe bouwmeesters. Het Latijn bleef eeuwenlang een internationale taal. Welke woorden beschrijven dat de Romeinen van sport en spelen hielden ? Klik aan. knappe bouwmeesters. wetten en regels. bewondering voor de Griekse cultuur geweldadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood.
Vechtersbazen en kunstenaars. In de grootstad Rome was altijd wat te doen. De Romeinen hielden gewelddadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood tegen elkaar of tegen dieren. De Romeinen waren niet alleen vechtersbazen. Ze schreven hun wetten en regels nauwkeurig op. Het waren goede bestuurders. Ze hadden een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Net als de Grieken waren het knappe bouwmeesters. Het Latijn bleef eeuwenlang een internationale taal. Welke woorden beschrijven dat de Romeinen goede bestuurders waren? Klik aan. knappe bouwmeesters. wetten en regels. bewondering voor de Griekse cultuur geweldadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood.
Vechtersbazen en kunstenaars. In de grootstad Rome was altijd wat te doen. De Romeinen hielden gewelddadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood tegen elkaar of tegen dieren. De Romeinen waren niet alleen vechtersbazen. Ze schreven hun wetten en regels nauwkeurig op. Het waren goede bestuurders. Ze hadden een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Net als de Grieken waren het knappe bouwmeesters. Het Latijn bleef eeuwenlang een internationale taal. Welke woorden beschrijven dat de Romeinen van de Grieken heel wat leerden? Klik aan. knappe bouwmeesters. wetten en regels. bewondering voor de Griekse cultuur geweldadige spelen. In het circus of amfitheater knokten de gladiatoren op leven en dood.
Moeilijkere woorden. circus : klik de juiste verklaring aan. In het circus kwamen de Romeinen naar de wrede spelen tussen mensen den dieren kijken. In het circus kwamen de Romeinen naar de paardenrennen kijken. In het circus kwamen de Romeinen naar de worstelaars kijken.
Moeilijkere woorden. amfitheater : klik de juiste verklaring aan. In het amfitheater werden wrede spelen met dieren en mensen gehouden. In het amfitheater werden paardenrennen gehouden. In het amfitheater werden volksspelen gehouden.
Moeilijkere woorden. gladiator : klik de juiste verklaring aan. Gladiatoren waren vechtersbazen die moesten knokken tegen dieren. Gladiatoren waren vechtersbazen die knokten op leven en dood. Gladiatoren waren mannen die paardenrennen hielden .
Super !!