Speenkruid Ranunculus Ficaria.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wat gebeurt er eigenlijk allemaal in en met de bloem?
Advertisements

Ciperaceae (cypergrassen)
3.3 zaadplanten bedektzadigen struiken
Teylingen College 2012 Bloemen, vruchten, zaden.
Zaden.
Algemene bouw van bloemplanten
Bloemen, vruchten, zaden
Spreekbeurt van Nina Bakker. 28 oktober 2008.
Lentekriebels Voorjaarsbloemen.
Voortplanting bij bloemplanten
Voortplanting bij bloemplanten
Abiotische en biotische factoren
Planten.
COMPOSIETEN SAMENGESTELD BLOEMIGEN
3.2 sporenplanten 1 Varen Mos Heermoes (Paardenstaart)
Bloem Song: Maradisha.
Basisstof 5: (De interactieve flora) Bladvorm, Bladrand en Nervatuur
Het rijk van de Planten De sequoia.
IVN – afdeling Oisterwijk e.o. – Plantencursus 2010
Plantenfamilies Determineren kun je leren!
Elke plant zijn eigen plek
2.2.2 paddenstoelen Vliegenzwam Eekhoorntjesbrood
Keuze nieuwe straatbomen Cabralstraat.
Water- en moerasplanten niveau 3 13 planten een toets 1-13
Soortenkennis Deel 1 van 3
Soortenkennis O41A deel 3 van 3
Vijvertuinen ADA Hofman
Vijvertuinen ada hofman
441 Ligustrum japonica ‘Rotundifolium’
Plantenkennis lijst 1 Bomen Deel 1 G41-G31-GB1+2.
Wortels, stengels en bladeren
24 meest voorkomende families in nederland
THEMA 2 PLANTEN Basisstof 3 STENGEL.
Park Kruserbrink Struiken.
Schooltuin GroeneWelle Zwolle
Hoe overleven bomen de winter?
Onkruiden/ wilde flora
Kleur?. geen bloem bloemblaadjes 4 of minder56 of meer.
Kerria japonica ranonkelstruik
Paragraaf 4 Voortplanting bij planten
Het Leeg – Rietbeemden Beplantingsvoorstel.
Bollen en knollen Dinsdag 2 februari. Wat zijn bollen en knollen? Definitie: Onder bol- en knolgewassen verstaan we kruidachtige planten met bijzonder.
Plantkunde. Geslachtelijke vrtpl Voortplanting ongeslachtelijke vrtpl.
Snuffelen in de natuur… Zaden en sporenZaden en sporen.
Bol- en knolgewassen Klas 3.
Alles wordt anders Het bos.
Bladeren, stengels en wortels
Plantenkennis Wilde flora.
Plantenkennis Wilde flora.
Rozen en bamboe Dinsdag
Aanpassingen bij planten
B) Ongeslachtelijke voortplanting
I) VOORTPLANTING Zaadplanten.
Plantenkennis – Water en moerasplanten
Witte Dovenetel Lamium album L..
Smeerwortel Symphytum officinale.
Eén van de plantendelen op de stengel zijn de bladeren
Basisstof 5: (De interactieve flora) Bladvorm, Bladrand en Nervatuur
Planten 4 VMBO BB Thema 1.
Dit is gewoonlijk het bovengrondse deel van een groene plant
Algemene bouw van bloemplanten
Basisstof 4 (+12). Het rijk van de planten
Natuurgidsencursus Midden Limburg Flora
Hogere planten Plaats in het plantenrijk
Natuurgidsencursus Midden Limburg Flora
Stinkende Gouwe Chelidonium majus.
Transcript van de presentatie:

Speenkruid Ranunculus Ficaria

3) Speenkruid (Ranunculus Ficaria)

Speenkruid

Speenkruid Ranonkelfamilie Ranunculaceae Standplaats: “lichte bos”: elzenbroek Aan de rand van struikgewas Vochtige plaatsen: beken, grachten, broeken

Speenkruid

Speenkruid Bloeitijd: Februari tot mei “vroege herfst” plant: verdort in mei door gebrek aan licht onder de bomen => vroege groei en bloei => korte dagplant

Speenkruid Levensduur: Overblijvende plant: stapelt voedsel op in haar wortels

Speenkruid

Speenkruid

Speenkruid Wortels: Kruidige wortels Bijwortels Ficaria: ficus = vijg => vijgvormig

Speenkruid Dodonaeus: Nederlands plantkundige 1517 geboren te Mechelen 1574 : Lijfarts Keizer Maximiliaan van Wenen 1582: Hoogleraar geneeskunde te Leiden

Speenkruid Aambeien: Uitgezette aders in laatste deel endeldarm Pijn, jeuk, bloeding Ook het “speen” genoemd Zalf om ze te verhelpen

Speenkruid Stengel: Kruidig Onderaan liggend, bovenaan rechtopstaand Holle stengel Kale stengel

Speenkruid Blad: Groen Hart- tot niervormig Getand tot gekarteld, gelobd Handnervig Verspreide bladstand Gesteeld

Speenkruid Blad: Broedknolletjes in bladoksels Ondersoort “bulbifera” Bulbosus: met een bol of een knol Broze, kale blaadjes

Speenkruid Voor de bloei: Na de bloei: GIFTIG Sappige, vitamine-C rijke plant Eetbaar + zetmeelrijk Na de bloei: GIFTIG Anemonol Saponine (pijlgif) “blarenverwekkend” sap

Speenkruid Bloem: Veelzijdig symmetrisch Okselstandige bloemen Kelk: Lichtgeel tot wit 3 losse kelkblaadjes Kroon: 8-12 gele losse blaadjes nectarschubje

Speenkruid Meeldraden: Stamper: M (oneindig veel) Spiraalvormig geplaatst Stamper: V (oneindig veel) Éénhokkig, bovenstandig Zittende stijl Haakvormige stempel

Speenkruid Vrucht: dopvruchten

Speenkruid Bloemformule: * K3, Kr 8à12, M oneindig, V oneindig

Speenkruid Familiekenmerken: Bladeren met duidelijke bladschede Kelk en kroon verschillen niet veel Dikwijls “nectarschubje” onderaan kroonblad Veel meeldraden spiraalvormig geplaatst Talrijke stampers uit één vruchtblad gebouwd Meeste ranonkelachtigen zijn giftig

Bosrank – Clematis vitalba Vitalba = witte wijnstok Slingert zich in lage bomen Witte pluisjes in najaar

Bosanemoon – Anemone nemorosa Nemorosa = uit bossen Bloeit vroeg op voorjaar zoals het speenkruid

Blaartrekkende boterbloem – Ranunculus scleratus scleratus = misdadig, verderfelijk Sap geeft zeer pijnlijke blaren

Kruipende boterbloem – Ranunculus repens Repens = kruipend Laag bij de grond Heeft uitlopers

Knolboterbloem – Ranunculus bulbosus Bulbosus = met een bol of een knol Knolwortel + grote bloem

Scherpe boterbloem – Ranunculus acer Acer = scherp Algemeen in weiland voorkomend

Dotterbloem – Caltha palustris Paluster = moerasbewonend Op vochtige plekken Bloeit vroeg op voorjaar