De bloedsomloop Hoofdstuk 3
3.7 Uitscheiding Leerdoelen Je kunt de delen van de nieren en de urinewegen noemen met hun kenmerken en functies
3.7 Uitscheiding Afval wegnemen = uitscheiding Longen (uitademen) Nieren en urinewegen (uitplassen)
3.7 Uitscheiding In buikholte (2x) Nierslagaders (O2-rijk) Veel afvalstoffen Nieraders (O2-arm) Weinig afvalstoffen
3.7 Uitscheiding Nierschors, haalt stoffen weg Niermerg, haalt stoffen weg Vormt urine
3.7 Uitscheiding Nierbekken, verzameld urine Urineleiders, afvoeren urine Urineblaas, opslaan
3.7 Uitscheiding Urineblaas, opslaan Urinebuis, afvoeren ♂ urinebuis door penis ♀ urinebuis net voor opening vagina
3.8 Antistoffen Leerdoelen Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan
3.8 Antistoffen Antigenen Lichaamsvreemde stoffen Door infectie of bloedtransfusie Bacterien of virussen Witte bloedcellen vechten: Insluiten Maken antistoffen
3.8 Antistoffen Antistoffen Reactie van witte bloedcellen Eiwitten op lichaamsvreemde stoffen herkent Antistof maken tegen dat eiwit Hechten zich aan dat eiwit Ziekteverwekker onschadelijk Specifiek
3.8 Antistoffen Natuurlijke immuniteit Antistof aanmaken kost tijd Eerst ziek worden Voldoende antistoffen beter worden Antistof blijft tijdje in lichaam Witte bloedcel onthoud het antistof Zelfde infectie sneller antistoffen niet ziek Immuun worden Ziekte zelf ondergaan natuurlijke immuniteit
3.8 Antistoffen Kunstmatige immuniteit Inenten (vaccineren) Vaccin inspuiten Dode of verzwakte ziekteverwekkers Antistoffen aanmaken soms een beetje ziek
3.8 Antistoffen Vaccineren Kinderen en als je op reis gaat Ziekten nu bijna helemaal of helemaal verdwenen RVP (RijksVaccinatieProgramma) DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio) Hib (doofheid, epilipsie, geestelijke achterstand) Pneu (Pneumokokken) DTP (Difterie, Tetanus, Polio) aK (Kinkhoest) BMR (Bof, Mazelen, Rodehond) MenC (Meningokokkenziekte C) Hep-B (Hepatitus B)
Woordenlijst maken 3.7 uitscheiding Uitscheiding Nieren Nierslagaders Nieraders Nierschors Niermerg Nierbekken Urine Urineleiders Urineblaas Urinebuis 3.8 Antistoffen Lichaamsvreemde stoffen Antigenen Infectie Antistoffen Immuniteit Natuurlijke immuniteit Inenting Vaccinatie Dode of verzwakte ziekteverwekkers Kunstmatige immuniteit
Opdrachten maken Maken opdracht 25 t/m 28 Maken opdracht 29 t/m 31 Blz. 113 t/m 115 WB Blz. 115 en 116 TB Maken opdracht 29 t/m 31 Blz. 116 t/m 119 WB Blz. 116 t/m 118 TB Heb je de leerdoelen behaald? Je kunt de delen van de nieren en de urinewegen noemen met hun kenmerken en functies Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan