Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
naamwoordelijk gezegde
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Kerstmis.
Fietsen in Drente Deze powerpoint presentatie Is gemaakt door
Taaloefeningen.
Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
Sieraden 1. Ringen 2. Kettingen 3. Armbanden 4. Oorbellen
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Taaloefeningen.
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
Trappen van vergelijking
Taaloefeningen.
2. Grammatica en spelling
Wat gaan we doen vandaag?
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Woordsoorten Maud Hutten.
Taaloefeningen.
Hoe gebruik je een woordenboek?
Woordsoorten benoemen
Woordsoorten benoemen
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
Thema 10 We ruilen van plek. Les zakenreis 2.industrieën 3.raketten 4.percentage 5.demonstratie.
Naam: 1 Bijvoeglijk naamwoord: Type je naam in het vak en druk op de play knop Beantwoord de vragen en kijk hoeveel je er goed had succes.
NEXT LW 2 Bijv.nw. 3 Zelfst. nw. 4 PV 5 Ond Taal Team 1 Team 2 Team 3 Team 4 Team 5 Team 6.
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Werkwoordspelling -d of –t?
Lectio Latina diem ante IV id. feb. Gradūs comparationis De trappen van vergelijking -stellende trap -vergrotende trap (comparatief) -overtreffende trap.
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Allesvoorengels.nl. 1. Korte woorden 2. Lange woorden 3. Uitzonderingen 4. Oefening allesvoorengels.nl.
Werkwoordsvormen. Spoorboekje 1)Wat weet je al? 2)Oefening werkwoordsvormen 3)Bespreken 4)Zelfstandig aan het werk Wat gaan we leren? - Je kunt werkwoordsvormen.
De grote Grammatica woordsoorten Quiz!
Grammatica woordsoorten Aanwijzend en vragend voornaamwoord.
Hoofdstuk 6 Spelling Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord.
PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten © Noordhoff Uitgevers bv havo/vwo 2E.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)
Grammatica woordsoorten
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Spellingregels G1.
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord en bijvoeglijke bepaling
Hoofdstuk 3 Grammatica zinsdelen
Trappen van vergelijking
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Bijvoeglijke naamwoorden
Wat is het grootste getal
Trappen van vergelijking Dan mij?…als ik?
Trappen van vergelijking
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
Woorden 4.3 Woordvorming bn en zn.
Stijlfouten.
Grammatica woordsoorten
Extra oefenen Hoofdstuk 1 & 2 Ta!ent: Grammatica & Spelling
Spelling.
Bijvoeglijk naamwoord
Grammatica en spelling 4.1 en 4.2
Betrouwbaarheid van teksten: kritisch lezen
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
Hoofdstuk 5 Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 2 Stoffen Wat gaan we vandaag doen? Terugblik Doel
Hoofdstuk 4 Taalverzorging
Grammatica: werkwoorden
Hoofdstuk 2 Stoffen Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten Bijvoeglijk naamwoord

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? De grote, oranje bal De bal is rond Wat wordt over het zelfstandig naamwoord 'bal' gezegd?  Dat de bal groot, oranje en rond is.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Het geeft een kenmerk of eigenschap van het zelfstandig naamwoord. Het staat voor óf achter een zelfstandig naamwoord. Je kunt de trappen van vergelijking toepassen mooist mooier mooier mooi mooi

Bedenk zo veel mogelijk verschillende bijvoeglijke naamwoorden Bijvoorbeeld: 1. De … muggen 2. Een … liedje 3. De … soep zoemende, stekende, vervelende, kleine enz. mooi, leuk, vrolijk, leerzaam, nieuw enz. lekkere, heerlijke, vieze, smerige enz.

Korte en lange vorm Een bn heeft vaak een korte (zonder –e) en lange vorm (zonder –e) . Korte (zonder –e) Lang (met een –e) De les is leuk. De leuke les. Die game is gaaf. De gave game. Mijn oom is gezellig. Mijn gezellige oom.

Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord? Het geeft aan van wat voor stof iets is gemaakt. Het eindigt vaak op -en. De trappen van vergelijking kun je niet toepassen. Voorbeeld: steen – een stenen muur zilver – de zilveren armband

Vul het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in. 1 Het bankstel is van leer. Het …………. bankstel. 2 Het dak is van riet. Het …………. dak. 3 Het beeld is van brons. Het ……………… beeld. 4 De ring is van goud. Een ……………… ring. leren rieten bronzen gouden

Trappen van vergelijking Kenmerken bijvoeglijke naamwoorden Geven een eigenschap van zn Hebben trappen van vergelijking LET OP:woorden die eindigen op sis klank of –st/-sd krijgen in de overtreffende trap ‘meest’ ervoor Mooi-mooier-mooist Klein-kleiner-kleinst Meest verbaasd verbaasder verbaasd