Thema 1 Cellen en Organen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Van cel tot DNA Interactieve quiz.
Advertisements

Communicatie tussen cellen
De wondere wereld van de cel
Cellen en organen Wat zijn dierlijke cellen, hoe zijn ze opgebouwd.
Examentraining Biologie
Thema 4 DNA.
Genetisch materiaal onder de loep
1 Mitose en celdeling DNA.
5 Plantaardige en dierlijke cellen
Cellen en weefsels.
Genetisch materiaal onder de loep
Groei -Dankzij cel-cel communicatie: bevruchte eicel groeit uit tot individu: juiste vormen en alles op juiste plaats. -Gezonde voeding is nodig, veel.
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
DNA en DNA mutaties: celkern met DNA chromosoom
DNA.
Cellen Een organisme bestaat uit orgaanstelsels die bestaan uit organen die bestaan uit weefsels die bestaan uit cellen.
DNA 5 havo 2014.
Thema 1. Vier rijken vergelijken
Basisstof 6 & 7: Chromosomen en Celdeling
HAVO 4 Boek: biologie voor jou HAVO A
THEMA 2 CELLEN Basisstof 1: Weefselonderzoek
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Organen en Cellen 1.
Les: 1 Organen en Weefsels
HAVO 4 Thema 1: Inleiding in de biologie Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO A.
READER AFP 1 OPBOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM
Celdeling, celgroei en ontwikkeling
Thema 3 Organen en cellen
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
Thema 3 Organen en cellen
Mitose Kerndeling.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
Menselijke cel De cel is de kleinste functionele bouweenheid van het menselijk lichaam.
Verschillen tussen plantencellen en dierlijke cellen
Weefsels. Levenscyclus van een kikker spijsverteringsstelsel ademhalingsstelsel bloedvatenstelsel.
Doelstellingen basisstof 1:
Biolgie voor Jou. VMBO-BK.
BIOLOGIE Thema 3 in beeld.
De huid in beweging Hst. 1 Cellen en weefsels (blz. 9 t/m 23)
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Genetisch materiaal onder de loep
VMBO – 2 kader Thema: Erfelijkheid en Evolutie Basisstof 2
Welkom.
Weefsels en organen 1 Meercellige organismen zijn opgebouwd uit een groot aantal cellen. Afhankelijk van de functie hebben cellen een specifieke vorm.
Organen en cellen Thema 1.
Thema 1 Cellen en Organen
Cellen Bouwstenen van het leven
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Dierlijke cel 1=lysosoom; 2=celmembraan; 3=mitochondrium; 4=endoplasmatisc reticulum (ER); 5=cytoplasma; 6=kernmembraan; 7=kernporie; 8=kern; 9=kernlichaampje;
Cellen zijn zo klein dat je ze alleen met de microscoop kunt zien
DNA.
Thema 1: Onderzoeken 1 HV.
Van cel tot organisme.
Herhaling Cellen en weefsels.
dierlijke cel en een plantaardige cel
Thema 6 De cel Celdeling - Mitose.
Organen en cellen.
Plastiden Thema 3 BS 7.
Transcript van de presentatie:

Thema 1 Cellen en Organen 3 TL Periode 1

Organismen Levensverschijnselen. Individu Elk organisme is een individu. Een individu kan zich met een ander individu voortplanten. Levensverschijnselen. Individu

Levensverschijnselen: Ademhalen, voeden en afvalstoffen uitscheiden Levensverschijnselen: Ademhalen, voeden en afvalstoffen uitscheiden. (stofwisseling) Stofwisseling zorgt voor : Groei en ontwikkeling

Levensverschijnselen. Ademhalen Voeden Uitscheiden Bewegen Groeien Voortplanten Ontwikkelen Dus alle levensverschijnselen even onder elkaar.

Organen, cellen en weefsels Middenrif Borstholte Buikholte Organenstelsel Middenrif scheidt de borsthole van de buikholte. Bortholte heeft organen zoals: Hart,Longen, slokdarm. Buikholte heeft organen zoals: Slokdarm, darmen, lever en nieren. Samenwerkende organen noemen we een organenstelsel. Spierstelsel, verteringsstelsel, beenstelsel, bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel en het zenuwstelsel

Organen, cellen en weefsels Verschillende soorten weefsels: Beenweefsel Spierweefsel Bindweefsel Blz. 11 Handboek

Organen, cellen en weefsels Verschillen tussen dierlijke cel en plantencel?: Dierlijke cel geen celwand. Plantencel wel een celwand.

Plantaardige cellen Plantencellen bestaan uit de volgende onderdelen: Cytoplasma, Celmembraam, Celkern Kernmembraam, Vacuolen, Celwand Intercellulaire ruimten en plastiden. Plastiden zijn: Bladgroenkorrels, kleurstofkorrels en zetmeelkorrels.

Dierlijke cellen. Dierlijke cellen bestaan uit: Ctyplasma Celmembraam Kernmembraam Dierlijke cellen hebben geen plastiden en celwand.

Organellen in dierlijke cellen. Organellen hebben functies in de cel. Mitochondrieen helpen bijvoorbeeld bij energieopwekking

Chromosoom DNA Eiwit Erfelijke eigenschappen Chromosomen zijn te vinden in de celkern. Chromosomen zijn lang en dun en zijn alleen te zien bij deling van de cel.(komt doordat DNA moleculen erg lang zijn.) Chromosomen netjes bij elkaar gerangschikt noemen we een chromosomenportret. Chromosomen komen altijd in paren voor. Chromosomen komen in alle lichaamscellen voor. ( dus elke cel heeft 23 paar chromosomen).

DNA Chromosomen bestaan uit lange DNA strengen. Dna is opgebouwd uit Nucleotiden.

Nucleotiden Adenine, Cytosyne, thymine en Guanine AC en TG De Nucleotiden zitten vast aan een fosfaatgroep.

Celdeling Celkern deel zich eerst(Noemen we Kerndeling) Daarna deelt de cel zich in tweeën. Waarna de moedercel zich opdeelt in 2 dochtercellen. Dit is gewone celdeling of ook wel genoemd(Mitose) Chromosomen spiraliseren voordat ze zich delen. Chromosomen verdelen zich even over beide nieuwe cellen.