OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.)
Advertisements

Kenmerk 7 De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 11: De Grote Volksverhuizingen.
Hofstelsel en leenstelsel
Karel en grote problemen
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
SlagTeuterburgerwoud
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Tijd van monniken en ridders
Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze
Het West Romeinse rijk valt uiteen
De middeleeuwen 1 De Germanen.
De opkomst van het christendom
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Romeinen, Germanen en Kelten
De kerk in de Middeleeuwen
Romeinen in Noord-West Europa
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 2: De Germaanse cultuur en opkomst der Franken.
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 1: Clovis, de Kloosters en Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders en.
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 11: Het Christendom in Europa Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 1: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Kenmerk 5: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Hoofdstuk V: Rome Les 7: Neergang van het Westen.
Vroege Middeleeuwen.
Europa wordt christelijk
Middeleeuwen.
3.3 Christendom in Europa.
ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN?
Je leert over Romeinen in Nederland.
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Tijd van monniken en ridders
Hoofdstuk V: Rome Les 5: Keizer Augustus
Pabo instroom geschiedenis
Goed voorbereid naar de Pabo!
Paragraaf 1.3 De Hervorming.
Romeinen, Germanen en Kelten
Een Christelijke samenleving
Monniken en Ridders Hoofdstuk 3.
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
§4 Christendom in Europa
Waarom bekeert Clovis zich tot christendom?
H 3 Monniken en ridders§ 3.4 Christendom in Europa Wat moet je weten aan het eind van de les? Hoe de hiërarchie van de rooms katholieke kerk in elkaar.
Tijd van Monniken en Ridders
H3.2 Europa wordt Christelijk
Op naar feodaal Europa (een strijd om macht) (feodaal stelsel = Leenstelsel, adel regeert)
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders ( ) Middeleeuwen ( )
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
De vroege middeleeuwen
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Europa wordt christelijk
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Thema 1 Geschiedenis als theater
HV1B H5 MONNIKEN & RIDDERS.
Thema 2 – les 3 Een nieuw geloof.
Onze geschiedenis.
THEMA 3 – LES 3 HET KLOOSTERLEVEN.
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 KGT Lesweek 1
THEMA 3 – LES 2 KERK EN KLOOSTER.
Kenmerk 6 & 7 De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 28 - Investituurstrijd.
§2.1 Van stad tot wereldrijk
§2.3 De opkomst van het christendom
Romulus sticht Rome in 754 v. Chr.
Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.)
Transcript van de presentatie:

OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM THEMA 3 – LES 1 OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM

DOELEN Je leert in deze les: Dat het geloof heel belangrijk was Dat sommige christenen in kloosters woonden Dat kloosters veilige plekken waren waar kennis werd bewaard en verspreid Dat de paus in Rome de leider van de christenen was Hoe de macht in de kerk verdeeld was DOELEN

EINDE ROMIJNSE RIJK De Romeinen maken ruzie wie de baas mag zijn in het Rijk; Keizer Augustulus wordt de baas; Hij wordt gevangen genomen Een Germaanse generaal wordt de baas (Odoaker) Door ruzies onderling en andere volken die aanvallen, valt het Rijk uit elkaar; West-Romeinse Rijk valt uit elkaar, Rome verpaupert Oost-Romeinse Rijk bleef nog lang bestaan.

ROMEINSE RIJK Germanen werden Romeinse soldaten; Op grenzen werden forten gebouwd; Forten en grenzen werden slecht bewaakt, omdat Romeinse soldaten slecht betaald kregen; Op een gegeven moment sloegen de Germaanse stammen op de vlucht; Onbekende volken vielen aan; Een van die volken waren de Hunnen Atilla de Hun was hun baas.

Volksverhuizing De mensen waren zo bang voor de Hunnen dat ze op de vlucht sloegen; Door deze vlucht sloegen andere volken ook weer op de vlucht; Deze tijd heet de tijd van de grote Volksverhuizing;

Nieuwe tijd (middeleeuwen) Na een tijdje werd het weer rustiger; Verschillende volken werden belangrijker (de grootste stam was de stam van de Franken, zij gingen in Frankrijk wonen) Zij voerden oorlog met andere Germaanse stammen en breidden hun rijk uit; Clovis was een belangrijke Frankische koning Hij werd christen rond 500 na Chr. Nog beroemder is Karel de Grote. Hij had het laatste grote rijk. Hij beschermde zijn grote rijk tegen de Saksen

Stichtte orde in de kloosters door regels op te stellen hoe monniken moesten leven Hierna kwamen nog vele anderen die nieuwe ordes stichtten: ordes die zich afsloten en voornamelijk filosofeerden en baden, ordes die zich bezig hielden met onderwijs en zorg aan zieken BENEDICTUS

KLOOSTERS De eerste Nederlandse kloosters ontstaan zo rond 700 na Chr. Deze stonden in Utrecht, Maastricht en Susteren Ze werden door de Frankische koningen beschermd In het klooster liet je alle aardse bezittingen (geld, kleren, e.d.) en genoegens (niet trouwen bijvoorbeeld) achter Het doel was om jezelf zoveel mogelijk op God te richten Niet iedereen ging vrijwillig het klooster in (kinderen bijvoorbeeld als ouders hen niet konden voeden of als een soort offer voor voorspoed

MONNIKEN EN NONNEN Ze baden tot God Ze werkten hard in de kloostertuinen, in de keuken of in de bibliotheek In de bibliotheek stonden vooral boeken in het Latijn (de taal van de Romeinen) Monniken schreven deze boeken over om zo de kennis verder te verspreiden

MACHT IN DE KERK