1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Liberalisme voor de rijken en Socialisme voor de arbeiders
Advertisements

Gelijkheid voor iedereen
Do’s and Don’ts presentaties
4.3 Politieke stromingen.
Politieke organisaties in de 19de en 20ste eeuw
Paragraaf 4.4 De vrouwenbeweging.
Hoofdstuk 6 Democratisering
Over het arbeidersklasse in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
Van onderop via -vakbonden -politieke partijen Van bovenaf via een burgerlijk bescha- vingsoffensief van de rijken -doorgeven van burgerlijke normen en.
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
Paragraaf 9 Vrouwen in Actie.
Historisch overzicht Nederland
Geen vrouwen in de politiek
11 Feminisme.
Aletta Jacobs 5.5.
Opdracht 12 (H1) Liberaal VOOR censuskiesrecht
De staatsinrichting van Nederland.
Paragraaf 1.2 Bestuur en cultuur.
Hoofdstuk 2. Recht op een stem
Wat moet je weten aan het eind van de les?
De sociale kwestie.
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Historisch Overzicht Paragraaf 1.
Hoofdstuk 1: Nederland Historisch Overzicht Hoofdstuk 1: Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Staatsinrichting van Nederland
Politieke partijen en stromingen tot 1940
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Op weg naar een eerlijker bestuur
Wat moet je weten aan het eind van de les?
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
De industrialisatie van het westen
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
De twintigte eeuw 1900 – 1919.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
Politieke stromingen De liberalen
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
H3 Democratie in de 20 e eeuw Hoe hebben de rechtsstaat en parlementaire democratie zich ontwikkeld tussen 1920 en 1980?
H10.2 Feminisme en socialisme
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
Paragraaf 10.2 Emancipatie
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Burgers en stoommachines 4.2 De sociale kwestie
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie
de tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Vrouwen eisen gelijke behandeling
de tijd van burgers en stoommachines
GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland
§3.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
Geschiedenis van de parlementaire democratie in Nederland
§3.4 Politieke stromingen
Ter voorbereiding op de toets van as. woensdag.
§2.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
Transcript van de presentatie:

1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914

INDUSTRIALISATIE IN NEDERLAND 1865 Industrialisatie begint ± 1865 en dan: Groeit het spoorwegennet snel Groeien de havens van Rotterdam en Amsterdam Groeit de macht in Nederlands-Indië door het Modern Imperialisme Gaan grondstoffen uit N-I naar de Nederlandse havens Gaan producten uit NL naar de afzetmarkt Nederlands-Indië

DE SOCIALE KWESTIE 1870 Gevolgen van deze industrialisatie zijn grote sociaaleconomische veranderingen: Minder werk op het platteland Meer werk in fabrieken Verstedelijking Slechte woon- en werkomstandigheden in de groeiende steden = Sociale Kwestie = belangrijk politiek onderwerp

SOCIALISME EN VAKBONDEN Arbeiders met hetzelfde beroep richten vakbonden op Doel = betere arbeidsvoorwaarden Middel = staken Arbeiders zien ook de politiek als middel om hun situatie te verbeteren Politieke stroming = socialisme Doel = sociaaleconomische gelijkheid Middel = eerst revolutie (communisme), later ook democratie (sociaaldemocratie)

DE SOCIAALDEMOCRATEN Sociaaldemocraten zien de parlementaire democratie in NL als het middel om het lot van arbeiders te verbeteren Situatie van arbeiders mag ook in kleine stapjes verbeteren via wetten In 1894 wordt de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (S.D.A.P.) opgericht De leider is Pieter Jelles Troelstra Doel is algemeen mannenkiesrecht SDAP groeit door caoutchouc-art.

LIEFDADIGHEID EN ARMENZORG Tot 1848 zijn armen afhankelijk van de liefdadigheid van De kerk Rijke burgerij Socialisten vinden armenzorg een taak van de overheid; overheid moet zorgen voor gelijkheid Liberalen vinden armenzorg geen taak van de overheid; overheidsbemoeienis gaat ten koste van de vrijheid Na 1848 wordt armenzorg een recht; armen zijn niet meer afhankelijk van vrijwillige liefdadigheid Een deel van de liberalen o.l.v. Thorbecke begint met sociale wetgeving om armen te helpen Conservatieven zijn tegen sociale wetgeving

SOCIALE WETGEVING 1854 Armenwet: armen die niet door de kerk worden geholpen, krijgen steun van de gemeente 1874 Kinderwetje van Van Houten: verbod op kinderarbeid in fabrieken en werkplaatsen ± 1900 Ongevallenwet: uitkering voor arbeidsongeschikten als gevolg van een bedrijfsongeval Woningwet: eisen aan de bewoonbaarheid van woningen

DE VROUWEN ONTSTAAN VAN HET FEMINISME Vrouwen waren tot eind 19e eeuw ondergeschikt aan mannen Burgervrouwen en –meisjes mochten geen betaald werk doen, Zij doen daarom vaak liefdadigheidswerk Arbeiders vrouwen en boerinnen doen het huishouden, de zorg voor de kinderen en werken vaak meer dan 10 uur per dag in de fabriek of op het land Rond 1890 ontstaat een vrouwelijke emancipatiebeweging, die streeft naar dezelfde rechten als mannen

FEMINISME EN ALETTA JACOBS Feminisme is het streven naar gelijke rechten t.a.v. mannen Belangrijkste feministische eis is algemeen vrouwenkiesrecht 1894 oprichting Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVVK) Voorzitter VVVK is Aletta Jacobs, zij is het eerste meisje/vrouw: Op de Hogere Burgerschool (hbs, voorloper van vwo) Op de universiteit Die arts wordt in Nederland

FEMINISME: SUCCES EN ONDER DRUKKING Successen van het feminisme voor 1914: VVVK groeit snel Moeders krijgen een deel van het ouderlijk gezag Steeds meer meisjes naar de lagere school, hbs en universiteit Steeds meer (vaak ongehuwde) vrouwen werken in het onderwijs de gezondheidszorg en op kantoor Gehuwde vrouwen namen ontslag of werden ontslagen; ‘ zij hoorden voor man en kinderen te zorgen’ was de mening van de maatschappij De Vrije Vrouwenvereniging verzet zich tegen deze ongelijkheid

DE VRIJE VROUWENVERENIGING EN WILHELMINA DRUCKER Wilhelmina Drucker is de meest radicale feministe in de Eerste Feministische Golf (1880 – 1919) Zij is voor volkomen gelijkheid tussen vrouw en man Zij heeft weinig succes De actiegroep Dolle Mina uit de Tweede Feministische Golf is naar haar vernoemd De Eerste Feministische Golf eindigt in 1919 met de invoering van het algemeen kiesrecht voor vrouwen