Doel en publiek Hoe weet ik wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is? NU Nederlands 2F.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Schrijfvaardigheid en argumentatie
Advertisements

Hoe pak je een ‘tekst’ aan?
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Schrijfplan Globalisering
tekstbegrip Probleem; hoeveelheid vragen bij tekst.
Tekstdoelen Wat wil de tekst?.
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
tekstsoort, -doel + tekstvorm
PRESENTATIETECHNIEKEN
Werkproces 1.5 Externe relaties opbouwen en onderhouden
PW hst. 4 (ma ) Spelling Werkwoorden: pv, vd, twd, inf.,bijv. nw (vd of twd) Koppelteken, trema, apostrof.
Plaats hier bijvoorbeeld het onderwerp of activiteit Plaats hier ter afsluiting Bijvoorbeeld een uitnodigende Tekst voor de lezer! Gebruik deze tekst voor.
Cursus Lezen 5 vwo.
Vragenlijst groepje 3 Wiki.
4. Leesvaardig Blz. 144 t/m 150 Blok 6. Leesvaardig Leerdoel (2f): Je weet uit de tekst de halen wat een feit of een mening is. Je kunt uit een tekst.
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Tekstsoort en tekstdoel
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
Briant College H6 paragraaf lezen Informerende teksten.
LAATSTE LES! 13 JANUARI WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? Lesdoelen Leesvaardigheid Feedback geven Verrassingsles!
Leesvaardig Examentraining.
Leespubliek. Spoorboekje Even opfrissen Oefening leespubliek Bespreken oefening Wat gaan we leren?: Je kunt vertellen wat een leespubliek is en naar welke.
Activerende teksten.
Centraal Examen Nederlands
De tekstsoorten en hun kenmerken 1. HET BETOOG Doel = publiek overtuigen van een mening of activeren om iets te doen (=overhalen / tot handelen aansporen)
Hoofdzaken/bijzaken/kernzinnen
Effecten van taal Onderzoek naar wat woorden, zinsconstructies en tekststructuren doen met de ontvanger.
LEZEN 3.4 PUBLIEK, TEKSTDOEL, TEKSTSOORT. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE.. Hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek bij het schrijven van.
LEZEN 5.2 SOORTEN SAMENVATTINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE.. Welke soorten samenvattingen er zijn. Hoe je deze samenvattingen moet maken.
Leesvaardigheid Tekststructuren. Vandaag: Inleiding Tekststructuren.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Schrijfvaardigheid en argumentatie
Lezen, schrijven en argumenteren
Cursus Leesvaardigheid
Leesvaardig Nederlands T23.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Schrijven beschouwing.
Overtuigende tekst/betoog
Tekstsoort en tekstdoel
Aantrekkelijk formuleren
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Puntentelling Teams Geschat
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Van Opdracht tot Website
Lezen Onderwerp en hoofdgedachte
Lezen samenvatten.
Betrouwbaarheid van een tekst
Onderwerp en hoofdgedachte
Informatieve teksten Hoe begrijp ik een informatieve kijk-/luistertekst en hoe kan ik opvattingen en bedoelingen uit taal- en beeldgebruik afleiden?
Betoog Hoe herken ik een betoog en hoe weet ik hoe de schrijver mij probeert te overtuigen? NU Nederlands 2F.
Informatieve teksten Hoe herken ik informatieve teksten en weet ik waarover de schrijver mij wil informeren? NU Nederlands 2F.
4 havo Schrijflijn les 2
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Leesvaardigheid Opbouw van een tekst Leeshoudingen
Informatieve teksten, interviewverslag
SPREKEN: HET BETOOG Betoog: een spreekbeurt waarin je een standpunt inneemt ten aanzien van een stelling en dat standpunt verdedigt. Formuleer een duidelijk.
Betrouwbaarheid van teksten: kritisch lezen
4 havo Schrijflijn les 5
Berichten in de media Mediaboodschappen.
diagnostische toets leesvaardigheid
Gerben Scholman, Davy Westra, Stef kaptein, Matthijs Roozendaal
De zakelijke brief – schrijven 3.3
Perron 1 – hoofddoel schrijver & persoonlijke
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
Berichten in de media Mediaboodschappen.
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
Transcript van de presentatie:

Doel en publiek Hoe weet ik wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is? NU Nederlands 2F

UITLEG Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen totaal verschillen. Om het verschil te achterhalen kan je kijken naar: Het doel van de schrijver  wat wil de schrijver met de tekst bereiken? Het publiek  voor wie is de tekst bedoeld? NU Nederlands 2F

VOORBEELD Twee teksten over onderwerp ‘honden’ 1 Krantenbericht over hoeveel Nederlanders een hond hebben en welke rassen het meest populair zijn  Doel: informeren  Publiek: krantenlezers (breed publiek) 2 Folder van het asiel met het bericht om een hond uit het asiel te nemen  Doel: overhalen  Publiek: hondenliefhebbers / pupkopers NU Nederlands 2F

overhalen of activeren UITLEG TEKSTDOELEN VOORBEELDEN informeren nieuwsberichten, voorlichtingsfolders instrueren recept, handleiding, gebruiksaanwijzing overtuigen of betogen ingezonden brief, internetforum overhalen of activeren reclamefolder, uitnodiging NU Nederlands 2F

VOORBEELD Wat is het doel van het strandbord? Het belangrijkste doen van het strandbord is informeren: wat mag wel en wat juist niet? Voor wie is de tekst bedoeld (welk publiek)? Het publiek bestaat uit bezoekers van het strand van Ballum NU Nederlands 2F