Dicteewoorden Papegaai Puberteit Cappuccino Toentertijd

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

Schema en synthese van een zakelijke tekst
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Een lessenserie van drie lessen
Zakelijk lezen Nederlands.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
College Stijl Periode 4.
Woordenschat en kijk op taal Hoofdstuk 2 en 3
Hoe leer je lange teksten
Cursus Lezen 5 vwo.
Proeftoets periode 1 4 havo.
Samenvatting Havo 5.
Samenvatten.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Thema 7 les 7 Signaal- en verwijswoorden
Hoofdstuk 3 terugblik.
Chronologisch/Opsommend/tegenstellend/vergelijkend
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
De indeling van een tekst
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Leesvaardig Examentraining.
Het schrijven van een betoog
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
LEZEN 4.2 BETOOG, SOORTEN ARGUMENTEN EN KRITISCH LEZEN VAN EEN BETOOG.
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
LEZEN 5.2 SOORTEN SAMENVATTINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE.. Welke soorten samenvattingen er zijn. Hoe je deze samenvattingen moet maken.
HFD3: CHRONOLOGISCH/OPSOMMEND/ TEGENSTELLEND/VERGELIJKEND HFD4: CONCLUDEREND/VOORWAARDELIJK/ OORZAKELIJK/REDENGEVEND Verbanden in een tekst.
LEZEN 2.4 INFORMATIEVE TEKSTEN, INTERVIEWVERSLAG, INLEIDING EN SLOT EN FUNCTIES DAARVAN.
Woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
Leesvaardigheid Lezen en leestoetsen. ▪ 1. Gouden tip voor leestoetsen ▪ 2. Hoe pak je leestoetsen aan? ▪ 3. Wat doe je bij onbekende woorden? ▪ 4. Hoe.
8 Samengestelde Redeneringen identificeren
Lezen, schrijven en argumenteren
Een beoordeling schrijven
Cursus Leesvaardigheid
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Verbanden en signaalwoorden
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Overtuigende tekst/betoog
Aantekeningen maken en navertellen
Onderwerp, deelonderwerpen en hoofdgedachte
7 lessen tot het eindexamen – Tips en Tricks
Tekstverbanden en signaalwoorden
Alinea’s, inleiding, middenstuk en slot
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Woordraadstrategieën In klas 1 leer je zes woordraadstrategieën.
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden
Lezen 1.3 en 2.1 Woordenschat 1.1 en 1.2
Deelonderwerpen Hoe herken ik de deelonderwerpen van een tekst?
Een instructie schrijven
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
teksten Een tekst vormt een samenhangend geheel
Inleiding, middenstuk, slot
Teksten lezen/Schrijven
diagnostische toets leesvaardigheid
Een (informatief) Artikel schrijven
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Van alle markten thuis Perron 1 – les 23.
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
Transcript van de presentatie:

Dicteewoorden Papegaai Puberteit Cappuccino Toentertijd Opaatje Opzichzelfstaand Mbo-student Cafés Barbecueën Onmiddellijk Hartstikke Monniken Caissière Bureaus Stiekem Kangoeroe

Lezen 2.2 en 2.3 Woordenschat 1.3, 2.1 en 2.2

Lezen 2.2 – Deelonderwerpen herkennen Leerdoel van deze paragraaf: “Je herkent de deelonderwerpen in een tekst”

Wat zijn deelonderwerpen? Verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aan bod komen Langere teksten hebben vaak meerdere deelonderwerpen Zichtbaar in tekst door gebruik witregels/verschillende alinea’s Vaak: één deelonderwerp per alinea. Soms is een deelonderwerp zo belangrijk, dat het in meerdere alinea’s behandeld wordt

Hoe vind je de deelonderwerpen in een tekst? Lees de titel en de inleiding en stel vast wat het onderwerp is Bekijk de lay-out van de tekst Waarom is dit belangrijk? Bij twijfel: lees de eerste en de laatste zin van een alinea om vast te stellen waar een nieuw deelonderwerp begint

Denk eens mee.. Studentenleven Donald Trump Ramadan Tuinieren Vleesconsumptie

Lezen 2.3 – tekstverbanden en signaalwoorden Leerdoel van deze paragraaf: “Je herkent signaalwoorden en je ontdekt verbanden in een tekst”

Tekstverbanden: logische verbanden tussen verschillende alinea’s Tekstverbanden: logische verbanden tussen verschillende alinea’s. Signaalwoorden zijn nodig om tekstverbanden te leggen. Laten ook zien welke relatie de alinea’s met elkaar hebben.

Verschillende tekstverbanden Verklaring Tegenstelling Conclusie/samenvatting Doel-middel Oorzaak-gevolg (maar ook: opsomming, tijd, toelichting, voorwaarde, vergelijking, reden.) ZIE BLZ 208!

Welke signaalwoorden en tekstverbanden zie je? Ik ben dol op Italiaans en Mexicaans eten. Shoppen vind ik echt super, maar ik heb geen geld op het moment. Signaalwoorden zijn belangrijk om teksten goed te begrijpen, daarom moet je ze leren. Ik geef deze voorbeelden, zodat jullie alvast wat kunnen oefenen met deze stof.

Alle tekstverbanden met enkele voorbeelden Opsomming  Ten eerste… Tegenstelling  Maar, echter… Tijd  Eerst, vervolgens, toen… Oorzaak-gevolg  Doordat, daardoor… Toelichting  Zo, bijvoorbeeld, zoals… Voorwaarde  Als, indien, mits… Vergelijking  Zoals, evenals, groter/kleiner… Reden  Daarom, omdat, want, immers… Doel-middel  Zodat, daarvoor, waarvoor… Samenvatting  Kortom, samengevat, al met al… Conclusie  Dus, concluderend, hieruit volgt…

Woordenschat 1.3 – Figuurlijk taalgebruik Woorden kunnen letterlijk en figuurlijk bedoeld zijn Bij figuurlijk taalgebruik wordt er iets anders bedoeld dan wat er staat  uit de rest van de zin kun je opmaken of een woord letterlijk of figuurlijk bedoeld is. Uitdrukkingen zijn altijd figuurlijk bedoeld Voor personen die Nederlands als tweede taal hebben, zijn uitdrukkingen vaak erg ingewikkeld. Zij zien deze uitdrukkingen vaak als letterlijk, terwijl ze figuurlijk bedoeld zijn.

Uitdrukkingen vertalen? Niet doen! https://www.youtube.com/watch?v=d2cEauohXTo

Letterlijk of figuurlijk? SC Heerenveen kwam na rust flink op stoom De pestkop strooide met die opmerkingen flink zout in de wonden Dit voelt een beetje als water naar de zee dragen Het is algemeen bekend dat roken slecht is voor de gezondheid Het gezicht van de man stond op onweer Het meisje dronk de fles in één keer leeg De omelet brandde behoorlijk aan

Letterlijk of figuurlijk? FC Groningen kwam na rust flink op stoom De pestkop strooide met die opmerkingen flink zout in de wonden Dit voelt een beetje als water naar de zee dragen Het is algemeen bekend dat roken slecht is voor de gezondheid Het gezicht van de man stond op onweer Het meisje dronk de fles in één keer leeg De omelet brandde behoorlijk aan

Alle leerdoelen van woordenschat Hoofdstuk 1 “Je leidt de betekenis van een onbekend woord af uit de tekst waarin dit woord wordt gebruikt”(1.1) “Je leidt de betekenis van een onbekend woord af uit het woord zelf” (1.2) “Je herkent en begrijpt figuurlijk taalgebruik”

Woordenschat 2.1 – zoeken in een woordenboek

Woordenboek geeft betekenis van woorden én uitdrukkingen. Stel trefwoord vast. Gedoken  zoek op duiken. Maar hoe vind je de betekenis van ‘geïnterviewd’, ‘morsten’, ‘benadeeld’ en ‘verdeelde’? Uitdrukkingen staan ook in een woordenboek. Zoek op het eerste zelfstandig naamwoord uit de uitdrukking. “Het hart op de tong hebben”. Ben je bij de juiste letter? Zoek dan verder op de tweede en de volgende letter. Welk woord komt eerst? Bladblazer of bladzijde?

Woordenschat 2.2 – de juiste betekenis Leerdoel van deze paragraaf: “Je kiest in het woordenboek de juiste betekenis van een woord”

Woorden kunnen meerdere betekenissen hebben Woorden kunnen meerdere betekenissen hebben. Wie weet een woord met meerdere betekenissen? Controleer altijd welke betekenis van het woord je nodig hebt. Iedere nieuwe betekenis wordt genummerd. Sommige woorden hebben zelfs verschillende grammaticale vormen. Waar  zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en bijwoord. “Het waar van de marktkoopman stond aantrekkelijk uitgestald” “De ware liefde kom je over het algemeen niet tegen op Tinder” “Groningen is de stad waar ik geboren ben”

Huiswerk Opdrachten Lezen tot en met hoofdstuk 2 Opdrachten Woordenschat tot en met 2.2 Snap je iets niet? Raadpleeg de gele kaders, die aan het begin van iedere paragraaf staan. Snap je het dan nog niet? Vraag degene naast je om hulp. Snapt diegene het ook niet, dan steek je je vinger op en kom ik je helpen.