Mannelijke en vrouwelijke woorden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Jaar 1 les 5 Het creatieve proces
Advertisements

Planning: Cijfers SO herhaling BB klas 2 Doornemen studiewijzer Start
Vorige keer Standaardfouten bij het formuleren Dubbelopfouten.
Wat gaan we doen vandaag?
Verkeerde verwijswoorden
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Paragraaf twee: verkeerde verwijswoorden
Docentinstructie: Het is aan te bevelen de eerste dia’s klassikaal te tonen en met uitleg te bespreken. Als na zes dia’s een korte demo van Celsius/Fahrenheit.
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Korte herhaling Huiswerk nakijken Werken aan ondernemendheid voor Dummies.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
LAATSTE LES! 13 JANUARI WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? Lesdoelen Leesvaardigheid Feedback geven Verrassingsles!
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
Info avond cluster 3/4/5/. Agenda Welkom Verdeling binnen het cluster 3/4/5 Zelfstandig werken Planbord Onze (school) Visie Organisatorische aandachtspunten.
Rob Goossens De Werkomschrijving.
Cliënt en mediawijsheid Hoe mediawijs ben jij? MZ blok 4 Les 1.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat een verhaalprobleem/thema is en hoe dit verwoord wordt. Hoe spanning ontstaat en welke.
LEZEN 4.2 BETOOG, SOORTEN ARGUMENTEN EN KRITISCH LEZEN VAN EEN BETOOG.
LEZEN 3.4 PUBLIEK, TEKSTDOEL, TEKSTSOORT. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE.. Hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek bij het schrijven van.
S/K/L 2.6 MAKEN VAN EEN TV-JOURNAAL, OBJECTIEF EN SUBJECTIEF, KRITISCH KIJKEN.
S/K/L 2.7 PRESENTEREN. WAT GA JE LEREN *Waar een goede presentatie aan voldoet *Hoe je een presentatie voorbereidt.
WOORDEN 3.7 STIJLFIGUREN De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: hyperbool, eufemisme, understatement, litotes.
LEZEN 2.4 INFORMATIEVE TEKSTEN, INTERVIEWVERSLAG, INLEIDING EN SLOT EN FUNCTIES DAARVAN.
WOORDEN 5.7 VERSTERKINGEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Herhaling: Wat een samenstelling is 2.Wat een versterking is van een bijvoeglijk naamwoord.
WOORDEN 1.7 MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WOORDEN. WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? 1.Opdracht 7h en 7i fictie 2.1 bespreken in tweetallen 2.Stukje theorie; 3.Aan.
INFORMATIE 2.8 HET SCHRIJVEN VAN JE ENQUÊTEVERSLAG.
WOORDEN 2.7 Stijlfiguren 1. 1.De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: pleonasme en tautologie 2 AAN HET EINDE VAN DEZE.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je.
WOORDEN 2.7 HOMONIEMEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.De betekenis van de leerwoorden in deze paragraaf. 2.Wat homoniemen zijn.
Woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
Een beoordeling schrijven
Beeldspraak: de vergelijking
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord en bijvoeglijke bepaling
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Xperience Liefde en relaties
Griekse leenwoorden samenstelling en afleiding
S/k/l 1.6 Kritisch kijken.
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
S/k/l interviewen.
Beste ath 4..
Overtuigende tekst/betoog
Beste ath 4..
Een reisverslag schrijven
Realistische en niet-realistische verhalen
Communicatie Les 1.
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Instructie geven en uitvoeren
Aantrekkelijk formuleren
Woorden 4.7 Stijlfiguren.
Les 2: Van productie tot verkoop
Direct Doelgroepgericht schrijven: schrijfstijlen
Werktuigen voor grondbewerking en grondverzet
Lezen samenvatten.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Een instructie schrijven
Voeren en verzorgen Blok 2, Paard en ezel.
Twee manieren van benadering
Schrijven 4.3 Formuleren en stijl 1.1
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties
Informatieve teksten, interviewverslag
Vergelijkingen oplossen
Interview verslag schrijven
Communicatie 3e les.
Vandaag De Alpen: wat, waar, waarom daar?
Les 2: Van productie tot verkoop
Les 5: Verbale communicatie
Kritiek geven en krijgen
Hoofdstuk 3 Taalverzorging
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Mannelijke en vrouwelijke woorden

Wat gaan we vandaag doen? Start met maken van opdracht 3 t/m 6 Huiswerk bespreken (1 t/m 3) Korte opdracht in tweetallen> bespreking klassikaal Stukje theorie Aan de slag met opdrachten die je krijgt in de les

Wat VALT JULLIE OP AAN ONDERSTAANDE ZINNEN? Het comité heeft in haar vergadering besloten dat het akkoord gaat met de wijzigingen. De vereniging Vluchtelingenwerk heeft laten weten dat hij zich gesteund voelt door zijn vele vrijwilligers. De ondernemingsraad vindt dat de directie hem haar werk onmogelijk maakt; zij heeft hierover inmiddels een bezwaarschrift ingediend. De gemeenteraad heeft in haar vergadering besloten meer politie in te zetten. De dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting springt zorgvuldig om met de haar toevertrouwde gegevens.

WaT VALT JULLIE OP AAN ONDERSTAANDE ZINNEN? Het comité (o.) heeft in zijn vergadering besloten dat het akkoord gaat met de wijzigingen. De vereniging (v.) Vluchtelingenwerk heeft laten weten dat ze zich gesteund voelt door haar vele vrijwilligers. De ondernemingsraad (m.) vindt dat de directie hem zijn werk onmogelijk maakt; hij heeft hierover inmiddels een bezwaarschrift ingediend. De gemeenteraad (m.) heeft in zijn vergadering besloten meer politie in te zetten. De dienst (m.) Stedebouw en Volkshuisvesting springt zorgvuldig om met de hem toevertrouwde gegevens.

Verwijswoorden De jongen, die daar loopt is aardig. De regering heeft haar begroting in orde. Zij mogen ook met ons meedoen. Deze hier en die daar moeten ook mee Soms wil je, om herhaling te voorkomen, een verwijswoord gebruiken. Welke kies je? Die, dat, het, hem, haar, hun, hen enz? Het hangt af van de grammaticale functie van het verwijswoord en/of het geslacht van het woord waarnaar je verwijst.

Zelf oefenen!! oefeningen en extra uitleg verwijswoorden 1 verwijswoorden 2

Opdrachten Huiswerk voor vrijdag 04-09- 2015 Woorden 1.7 Opdr 1 tm 6