Aardappelteelt.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
METRIEKE STELSEL Museum Ouder-Amstel.
Advertisements

Rassenkeuze: model voor een spanningsveld
Functie van Kalium K+S Benelux bv / K+S KALI GmbH Kalium:
De basis voor gezonde groei
Mestaanwending in het voorjaar op consumptieaardappelen (2002) Jan Paauw PPO-AGV Lelystad.
2.2: Meer kennis, meer voedsel
De mandipropamid familie
PHYTOPHTHORA Een probleem ! of ? ALV VVCL 9 februari 2015.
Ruwvoer aan de basis. Cees Jan Hollander, deskundige voeding rundvee
Vijvertuinen ada hofman
De grondsoorten van Nederland
Onderzoek van de bodem.
C. Meijer B.V. Lady Anna. Use what you produce! Lady Anna de nieuwe generatie Retail, foodservice, fastfood en tafelmarkt/ thuisfriet (België). Zeer.
Waterbeheer HPSP5 Najaar Watervoorziening en gewasproductie Belang van water voor planten (gras) – Voor de productie van koolhydraten (fotosynthese)
Maandag 28 september toets over deze hoofdstukken
Maïsteelt Wat voor soort plant is maïs? Warmte ? Koude ?
Bemestingsplan Hoe werkt dat?. voorbeeld Op een serie van feesten heb je bonnen voor Nasi, Pils en Kroketten. Na het vorige feestje had je nog 6 nasibonnen,
Hoofdstuk 4 bodems beoordelen
Organische meststoffen test. Terugblik Wat hebben we de afgelopen 3 weken gedaan?
Maakt werk van bodemkwaliteit in het landelijk gebied Landbouw Maïs onder folie: N-mineralisatie Wim Bussink Debby van Rotterdam Harm van de Draai Natuur.
(on)natuurlijk? (an)organische meststoffen. organisch Afkomstig van iets wat geleefd heeft, dus plantaardig of dierlijk. Compost Kippenmest Zeewier Groenbemesters.
Aardappelteelt.
Bol- en knolgewassen Klas 3.
Mest en mestwetgeving.
Resultaten KringloopWijzers Johan Temmink / Gerjan Hilhorst
Zaaien, oogsten en eten AgriFoodTop Symposium 7 juni 2017, Wageningen.
Ton de Jong.
AANLEG GAZON.
Aardappelteelt.
Aardappelteelt.
Outdoor Advanced - Specialist Tuin en Openbaar Groen 3.1,
PowerPoint Bodemprofilering. PowerPoint Bodemprofilering.
AANLEG GAZON.
Grondbewerking.
BEMESTINGSLEER.
Aardappelteelt.
Vloeibaar kunstmest.
Aardappelteelt.
De grondsoorten van Nederland
Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien 7 maart 2012, Chris de Visser.
Soorten meststoffen test.
Mest voor de Grond, hoofdstuk 1
Elementen.
T – som en grasgroei.
Maaidorser.
Organische meststoffen
BASISPRESENTATIE (compleet) Nieuw Nederlands Weiden
Water, bodem en bemesting
Bodem en bemesting Grond.
Aardappelen.
Kleine hoeveelheden bemesten onder droge omstandigheden
Bodem, water en bouwplan
Bemesting.
Pootmachine Intro opdracht 7 en 8.
4. Bemestingsplan Samenstellers: Bert Philipsen en Agnes van den Pol-van Dasselaar November 2018.
Bodem.
5. Bemesting Voedergewassen.
Kunstmeststoffen Les 3 test.
Module 5: Bodemherbicide 2 Wageningen University& Research, 2019
2. Het gewas Voedergewassen.
5. Kwaliteit uitgangsmateriaal
Organische meststoffen
Investeer in bodemvruchtbaarheid met Soil Impact
Aan de slag 1 “Plant” twee aardappelvelden in 2018: 1 in Westmaas en 1 in Valthermond. Doe hetzelfde in 2016 Kies een ras, teeltdoel en plantdatum. Welke.
Keuze groenbemesters Presentatie WURKS groenbemesters, juli 2019.
Presentaties WURKS groenbemesters
Presentaties WURKS groenbemesters
Bemesting van bodem en substraat
Presentaties WURKS groenbemesters
Bemesting van bodem en substraat
Transcript van de presentatie:

Aardappelteelt

Standdichtheid Volledige grond bedekking met blad zo vlug mogelijk De optimale standdichtheid afhankelijk van het ras, de grondsoort, de lengte van het groeiseizoen, de prijs van het pootgoed… Hoe hoger standdichtheid hoe fijner de sortering Beter stengels verdeling uniformer sortering Consumptieaardappelen: 15-22 stengels per m² (rijen afstand 75 cm  11-16 stengels per strekkende meter Aardappelen voor fritesindustrie: 15 stengels/m² (gestreefd) Pootaardappelen: 25-45 stengels per m²

Rijen afstand en standdichtheid Rijen afstand: 75 of 90 cm? Consumptieaardappelen in NL bijna altijd 75 cm 90 cm voordeel  trekkers en wagens met een grotere spoorbreedte in gebruik en vaak minder groene knollen 90 cm nadeel  lagere opbrengst pootaard. tot 10% en meer doorwas, aanpassing van het machinepark Op zware grond worden minder knollen gevormd dan op lichte gronden. Vochtige gronden geven meer knollen per stengel dan droge grond.

Benodigde hoeveelheid pootgoed? Planning = 35.000 planten / ha Rijen afstand 75 cm Dus… 1 ha=10.000 m² / 35.000 = 0,286 m² (per plant) 286 cm² / 75 cm = 38 cm

Pootgoed snijden? Doorgesneden aardappel levert 10-20 % meer stengels dan een hele poter. Kan aantrekkelijk worden voor grote potermaten (> 60 mm) Knolhelften bestrooien met talkpoeder (1 – 1,5 kg/t) tegen uitdrogen Risico van versmering van ziekten bij fusarium gevoelige rassen.

Bemesting Met name N, K en Cl hebben sterk invloed op de kwaliteitseigenschappen als droge stofgehalte, blauwgevoeligheid, bakkleur en grauwverkleuring. N stimuleert loofgroei en houdt gewas langer groen (grond bedekking). Ongeveer 90% N wordt opgenomen tijdens de eerste 9-10 weken na opkomst. Na 20 juli heeft N-bemesting geen zin meer. Te veel N:  te veel loof  lagere opbrengsten en slechtere kwaliteit consumptieaardappelen  latere knolaanleg en minder knollen per plant. Richtlijnen: Kleigrond/löss 285 - (1,1 N-mineraal 0-60 cm) Zandgrond 300 - (1,8 N-mineraal 0-60 cm)

Bemesting / Stikstof Kortere seizoen van pootaardappelen  minder stikstof nodig. 140 – 0,6 (N-mineraal 0-60 cm) Optimale N-gift verschilt per ras Bij dierlijke mest (drijfmest) in het voorjaar rekening houden met de werking coëfficiënt van +/- 60% Stikstof geven in twee of drie delen: 60 % berekende hoeveelheid met startgift voor het poten een week na de knolaanleg (laatste 10 dagen van juni). tijdens het groeiseizoen nog mogelijk 10-15 kg N per urean bespuiting (niet meer) mogelijk gecombineerd met een Phytophthora bespuiting.

Bemesting / Fosfaat en Kali Hoge eisen aan fosfaat wegens beperkte wortelstelsel. 140 – 0,6 (N-mineraal 0-60 cm) Fosfaatgift begrensd op max. 85 kg P2O5 per hectare. Op zandgrond voor het poten geven en dan goed mengen door de bouwvoor. Kali belangrijk voor de opbrengst en kwaliteit (bijv. blauwgevoeligheid). Raadzaam extra kali geven (in het voorjaar) aan blauwgevoelige rassen. Zelfs een overbemesting van 120 kg/ha KCl in juni helpt tegen blauw gevoeligheid. KCl (chloorkali) vermindert blauwgevoeligheid beter dan K2SO4. Zandgrond: 150 kg K2O per hectare Kleigrond: 230 kg K2O per hectare

Mg, sporenelementen en dierlijke mest Magnesiumgebrek op zure zandgrond en op kalkrijke zavel en klei. Bij grote kaligiften rekening houden met Mg Bemesting met 60 – 120 mg MgO / kg grond (rassen verschillen). Sporenelementen: voornamelijk mangaangebrek op lichtere gronden en bij een hogere pH. Een of enkele bespuitingen met mangaannitraat of een mangaanchelaat. Dierlijke mest  lagere bemestingskosten Wettelijke gebruiksnormen! (niet meer dan 170 kg N/ha als d.m.) Onzekere mineralisatie factor  niet meer dan +/- 50 % van de stikstofbehoefte.

Vragen?!