Hoofdstuk 6: Natuurkunde Overal (vwo 4)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HOOFDSTUK 3 : ELEKTRISCHE POTENTIAAL.
Advertisements

Met energie kun je dingen doen.
Energie en energieomzettingen
Energie Wanneer bezit een lichaam energie ?
Kracht en beweging.
Newton - HAVO Energie en beweging Samenvatting.
Arbeid en energie Hoofdstuk 6.
Title Fysica Energie FirstName LastName – Activity / Group.
Arbeid en energie Arbeid Vermogen Soorten energie
Energie 1.
3.1 Energie omzetten..
Kracht en beweging Versnelde en vertraagde beweging Cirkelbeweging
Warmte herhaling hfd 2 (dl. na1-2)
Newton - VWO Arbeid en energie Samenvatting.
Newton - VWO Energie en beweging Samenvatting.
Newton - VWO Arbeid en warmte Samenvatting.
Energieomzettingen in technische toepassingen
dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007
dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007
dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007
4.1 Zonder verplaatsing is er geen arbeid
Arbeid.
Elektrische potentiaal
Krachten.
Arbeid en kinetische energie
4.1 verrichten van arbeid Om arbeid te kunnen verrichten heb je energie nodig Beweging energie (kinetische energie) Warmte Elektrische energie Zwaartekracht.
Kracht en Energie Inhoud
Kinetische energie massa (kg) energie (J) snelheid (m/s)
Newton - VWO Warmte en energie Samenvatting.
Kracht en beweging Versnelde en vertraagde beweging
Samenvatting Newton H5(brandstofverbruik)
Newton - HAVO Warmte en energie Samenvatting.
Newton - HAVO Arbeid en energie Samenvatting.
Energie.
Energiesoorten bewegingsenergie elektrische energie
Gemaakt door: Josine Stremler & Simone ter Stege Klas: G2D
Bart van Wijngaarden Edwin Alblas
Hoofdstuk , Energie dus ook warmte
Lynsey Jordaans & Marie-Louise Alblas
3.4 Rekenen met energie 4T Nask1 H3 Energie.
Energie.
Vertraging Bij een vertraging gaat de snelheid steeds verder achter uit. De vertraging geef je weer met de letter a. Als a= 3 m/s2 is dan neemt de snelheid.
Arbeid en Energie (Hoofdstuk 4)
Fit!vak rijkserkende opleidingen
Elektrische arbeid en vermogen
havo: hoofdstuk 4 (stevin deel 3) vwo: hoofdstuk 2 (stevin deel 2)
Techniek Energie.
Deel 2 Energie: bronnen en soorten
Energie en energieomzettingen
Samenvatting.
Samenvatting CONCEPT.
Conceptversie.
EXTRA BLOK 4 MECHANICA. I HET BALLETJE D Dan is de snelheid 0, maar er is wel een versnelling, gewoon g! Kijk maar naar de helling van de getekende raaklijn:
Hoofdstuk 3: Kracht en Beweging. Scalars en vectoren Grootheden kun je verdelen in 2 groepen  Scalars  alleen grootte  Vectoren  grootte en richting.
ENERGIE VOOR DUMMIES. in 5 scènes: 1. Wat is energie? 2. Een mens als energiegebruiker 3. Efficiënt voortbewegen 4. Zonne-energie 5. Broeikaseffect.
Energie in het elektrisch veld
PPT EXTRA 9 MODELLEREN.
Energie in het elektrisch veld
Hoofdstuk 8: Natuurkunde Overal (havo 5)
De opgave gaat verder op de volgende dia
Herhaling H8 : arbeid Arbeid: de energie die door een krachtbron geleverd wordt bij verplaatsing van een voorwerp. Dit geeft energie toename/afname ALGEMENE.
Paragraaf 1 – Krachten herkennen
H3 Energie Klas 3 mavo.
Deel 3 Energieomzetting
De elektrische stroomkring
Energie TV Elektriciteit.
HV2 Pulsar hoofdstuk 4 Deel §4.1 en §4.z
Elektrische velden vwo: hoofdstuk 12 (deel 3).
Hoofdstuk 11 – les 2 Optrekken en Afremmen
Hoofdstuk 8: Natuurkunde Overal (havo 5) versie: september 2018
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 6: Natuurkunde Overal (vwo 4) Energie en beweging Hoofdstuk 6: Natuurkunde Overal (vwo 4)

Energie Energie is een abstract begrip; je kunt energie niet zien of voelen Vormen van energie zijn: chemische energie (voedsel, brandstoffen) Ech veerenergie Ev bewegingsenergie of kinetische energie Ek stralingsenergie Estr warmte Q zwaarte-energie Ez Als je energie hebt, kun je arbeid W verrichten

Arbeid W Door arbeid te verrichten voeg je energie toe (positieve arbeid) of neem je energie op (negatieve arbeid) van een voorwerp/systeem Arbeid verricht je door een kracht uit te oefenen: kracht in de richting van de verplaatsing (positief) kracht in de tegenovergestelde richting (negatief) Als de kracht constant is geldt: W = F ∙ s F

Mechanische energie Mechanische energie zijn energie vormen die te maken hebben met kracht en beweging. De belangrijkste zijn: bewegingsenergie of kinetische energie zwaarte-energie veerenergie

Wet van behoud van energie Energie kun je niet maken of vernietigen; wel omzetten van één vorm in een andere vorm Apparaten zetten energie om in andere vormen; liefst in nuttig vormen, maar ook ongewenste vormen (vaak warmte) voorbeeld: Een automotor zet chemische energie uit de brandstof om in bewegingsenergie (nuttig) en warmte (ongewenst)

Energie opwekken Volgens de wet van behoud van energie is dit een foute term Een windmolen zet bewegingsenergie van de wind om in bewegingsenergie van de wieken. De dynamo/generator zet de bewegingsenergie van de wieken om in elektrische energie

Huiswerk maken 4, 6, 8, 10, 11, 12

Mechanische energiesoorten zwaarte-energie of hoogte-energie kinetische energie 0f bewegingsenergie veerenergie

zwaarte-energie Ez Zwaarte-energie is de energie die een voorwerp heeft doordat het zich op een bepaalde hoogte h bevindt. Door het bijvoorbeeld van die hoogte naar beneden te vallen kan het arbeid verrichten Zwaarte-energie is ook de arbeid die ik moet leveren om het voorwerp naar die hoogte te tillen. Om een voorwerp op te tillen heb je aan kracht minstens de zwaartekracht Fz = m ∙ g nodig en de arbeid W = F ∙ s = m ∙ g ∙ h = Ez

Ez = 0 h = 0 m is een keuze! meestal is het laagste punt de handigste keuze

bewegingsenergie of kinetische energie Ek Een auto rijdt 2x zo snel maar remt met dezelfde kracht. Wat gebeurt er met de … remtijd wordt ….. x zo groot gemiddelde snelheid tijdens het remmen wordt ….. x zo groot afgelegde afstand tijdens het remmen wordt dus ….. x zo groot de arbeid geleverd door de remmen wordt dus …… x zo groot Een auto die 2x zo snel rijdt heeft 4x zoveel bewegingsenergie Ek is dus evenredig met het kwadraat van de snelheid

Formule Formule voor de kinetische energie is 𝐸 𝑘 = 1 2 𝑚 ⋅𝑣 2

Veerenergie Ev Voor het uitrekken van een veer moet je arbeid verrichten. Die arbeid wordt daarna opgeslagen als veerenergie Arbeid is de oppervlakte onder de (F,s)-grafiek Hoeveel arbeid moet je leveren om de veer 5 cm uit te rekken? W = ½ 20 ∙ 0,05 = 0,50 J

Algemeen Voor de uitrekking van de veer geldt: F = C ∙ u Voor de arbeid geldt (oppervlakte driehoek): W = ½ F ∙ s = ½ (C ∙ u ) ∙ u = ½ C ∙ u2 Voor de opgeslagen veerenergie geldt dus ook: Ev = ½ C ∙ u2

Huiswerk maken 15, 16, 17, 20, 21, 22

Toepassen Onderscheid 2 gevallen Er werken geen externe krachten zoals spierkracht, wrijvingskracht, ... . Zwaartekracht en veerkracht mogen wel. Volgens de wet van behoud van energie blijft de hoeveelheid energie dan constant. Er werken wel externe krachten de totale hoeveel energie neemt toe of af

Situatie 1: geen externe krachten gebruik: Etot,A = Etot,B Welke energievormen heb je in A? alleen zwaarte-energie Ez,A = m ∙ g ∙ h Welke energievormen heb je B? alleen kinetische energie Ek,B = ½ m ∙ v2 dus: Etot,A = Etot,B  m ∙ g ∙ h = ½ m ∙ v2 als bv. h = 5 m  9,8 ∙ 5 = ½ v2  v = 9,9 m/s

situatie 2: wel externe krachten Door de arbeid van de krachten neemt de energie toe of af. Werkwijze: Ek,A + Wsom = Ek,B of ΔEk = Wsom

Vallende bal het probleem met de vallende bal kun je ook oplossen op de tweede manier Welke kracht verricht arbeid? zwaartekracht: W = F ∙ s = Fz ∙ h = m ∙ g ∙ h Ek,A + Wsom = Ek,B  0 + m ∙ g ∙ h = ½ m ∙ vB2

Huiswerk maken 25 t/m 36 (2 weken de tijd) De uitwerkingen van 33b en 33c zijn fout. Zie je wat er mis is?

Energie door verbranding Bij verbranding wordt chemische energie omgezet in warmte De energie die per m3 of kg vrijkomt noem je: stookwaarde bij brandstof (benzine, gas, …) voedingswaarde bij voedsel formule: 𝐸 𝑐ℎ = 𝑟 𝑉 ⋅𝑉 𝑜𝑓 𝐸 𝑐ℎ = 𝑟 𝑚 ⋅𝑚 met r de stookwaarde

Huiswerk maken 45, 46, 49, 51

Vermogen P Vermogen P is de hoeveelheid arbeid die je per seconde verricht 𝑃= 𝑊 𝑡 De eenheid van vermogen is watt (W)

Vermogen bij constante snelheid bij constante snelheid geldt: s = v ∙ t en voor de geleverde arbeid: W = F ∙ s = F ∙ v ∙ t en ten slotte voor het geleverde vermogen: 𝑃= 𝑊 𝑡 = 𝐹⋅𝑣⋅𝑡 𝑡 =𝐹⋅𝑣

Rendement Energie gaat niet verloren …maar bij elke energie omzetting wordt een deel omgezet in “nuttige” energie en een deel in “niet nuttige” energie (meestal warmte) Met rendement η (eta) geef je aan welk deel wordt omgezet in nuttige energie In formule: 𝜂= 𝐸 𝑛𝑢𝑡 𝐸 𝑖𝑛 𝑜𝑓 𝜂= 𝑃 𝑛𝑢𝑡 𝑃 𝑖𝑛

Huiswerk maken 54, 56, 58, 60

Video Natuurkunde voor de 2de fase: energie