3. Het urinevormend apparaat Twee nieren (ren, nefros) Twee urineleiders (ureter) Een blaas (cystis, vesica urinaria) Een urinebuis (urethra)
Nieren 2 boonvormige organen die buiten het buikvlies maar wel in de buikholte liggen ingebed in vet. Nieren zijn omgeven door een stevig kapsel. Nieren liggen dicht bij buikaorta.
Functie nieren Verwijderen van gifstoffen uit het bloed (filtratie) Terugwinnen van nuttige stoffen uit de voorurine Handhaven van de zuur-base balans Handhaven van de zout-water balans Productie van vitamine D Aanmaken van hormonen
Nefron bestaat uit: 1 glomerulus 2 Kapsel van Bowman 3 Proximale tubulus 4 Lus van Henle 5 Distale tubulus Verzamelbuis 200.000 tot 400.000 per nier. Grote overcapaciteit! Leven met 1 nier goed mogelijk.
Glomerulaire filtratie (produktie van voorurine) afhankelijk van: - bloeddruk - de druk in het Kapsel van Bowman . - afstand tussen bloedvat en het Kapsel van Bowman - aantal glomeruli
Handhaven van de zuur-base balans Via de ademhaling: -Lage pH→ CO2 ↑→NaHCO3 (base) -Hoge pH→ CO2↓→minder NaHCO3 Via de nieren: -Lage pH: Meer bicarbonaat terugresorberen -Hoge pH: Minder bicarbonaat terugresorberen
Productie van vitamine D -Zorgt voor een verhoging van de opname van Calcium en Fosfaat uit de darm -Heeft invloed op de calciumstofwisseling in het bot. Aanmaken van hormonen - Erythropoietine: zet beenmerg aan tot produktie rode bloedcellen - Renine, constant houden van bloeddruk - ADH Anti Diuretisch Hormoon
3.3 Nieren en bijnieren Nieren produceren renine + EPO (erythropoetine) Renine (bij te lage bloeddruk en Na-spiegel) Constant houden van bloeddruk en Na-spiegel EPO Aanmaak erytrocyten in beenmerg Bij gebrek aan EPO ontstaat anemie (chronische nierinsufficiëntie)