Biolgie voor Jou. VMBO-BK.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Natuur- weten-schappen
Advertisements

Van cel tot DNA Interactieve quiz.
Mijn spreekbeurt: Wat is diabetes?
Mijn spreekbeurt: Wat is diabetes?
Wie is DVN Oost-Nederland & Diabetes op school
Bloemen, vruchten, zaden
Cellen en organen Wat zijn dierlijke cellen, hoe zijn ze opgebouwd.
Wortels, stengels en bladeren
Examentraining Biologie
Microscopie De microscoop.
Classificeren van planten
Organismen microscopisch bekeken
Eerste eigenschap van de microscoop:
Eerste eigenschap van de microscoop:
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Organen en Cellen 1.
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
Hoofdstuk 2 De cel.
Regenwormen.
Bs.2+3: Microscoop en Microscopie
Thema 3 Organen en cellen
Hoe maak je een preparaat?
Basisstof 1: Organen en weefsels
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
Thema 3 Organen en cellen
Leskaart indelen van organismen
Thema planten - Les 6 - Wortels -
Organismen microscopisch bekeken
Verschillen tussen plantencellen en dierlijke cellen
Weefsels. Levenscyclus van een kikker spijsverteringsstelsel ademhalingsstelsel bloedvatenstelsel.
Doelstellingen basisstof 1:
BIOLOGIE Thema 3 in beeld.
Biologie.
Practicum cellen bekijken
Organen en cellen Thema 1.
Bouw, functie, onderdelen, transport
Thema 1 Cellen en Organen
Cellen Bouwstenen van het leven
Thema 1 Cellen en Organen
Wat is Biologie? Basisstof 5: Groei
Mijn spreekbeurt: Wat is diabetes?
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Eerste eigenschap van de microscoop:
Microscopie.
Thema 4. Ordening Blz 80.
Bouw van de zaadplant.
Cellen zijn zo klein dat je ze alleen met de microscoop kunt zien
Deze les: -1.1 afmaken -lezen 1.2 -maken 1.2 tot en met opdracht 8
Thema 1: Onderzoeken 1 HV.
Herhalingspowerpoint bs 2 t/m 4
Thema 9 : je lichaam werkt
Wat gaan we vandaag doen
dierlijke cel en een plantaardige cel
Eerste eigenschap van de microscoop:
Organen en cellen.
Plastiden Thema 3 BS 7.
Microscopie practicum
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Mijn spreekbeurt: Wat is diabetes?
Transcript van de presentatie:

Biolgie voor Jou. VMBO-BK. Thema 3: Organen en cellen.

Organen en cellen. Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Toch zijn niet al deze cellen op dezelfde manier gebouwd. Een plantencel ziet er anders uit dan een dierlijke cel. Ook hangt het ervan af waar de cel zich bevindt en wat hij doet.

Bs 1: Organen en cellen. Een cel is het kleinste bouwsteentje van een levend wezen. Heel simpel gezegd kun je een cel voorstellen als een zakje water met daarin een computertje. Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen.

Organen. Organen zijn gemaakt van meerdere cellen. Het is dus een groepje cellen. Al deze cellen zijn op dezelfde manier gebouwd. De cellen doen allemaal hetzelfde. Een orgaan zit altijd op een bepaalde plaats. Je kunt een orgaan dus aanwijzen. Ook planten hebben organen. Denk maar aan de stengel, wortels en bladeren.

Orgaanstelsels. Organen kunnen met elkaar samenwerken. Dit noemen wij een orgaanstelsel. Denk hierbij aan: Verteringsstelsel: o.a slokdarm, maag, darmen, enz. Ademhalingstelsel: o.a luchtpijp, bronchie, long, enz.

Orgaanstelsels werken samen. De verschillende orgaanstelsels kunnen ook weer gaan samenwerken. Jouw ademhalingsstelsel werkt samen met jouw bloedvatenstelsel. Via jouw ademhalingsstelsel komt er zuurstof in het bloed. Daarna vervoert het bloedvatenstelsel deze zuurstof naar alle cellen in jouw lichaam.

Bs 2:De onderdelen van een microscoop. Preparaat = iets wat je met een microscoop gaat bekijken. Een preparaat ligt meestal op een glazen plaatje. Vergroting = oculair x objectief

De onderdelen van een microscoop: Statief : hieraan pak je de microscoop vast. Oculair : de bovenste lens waar je doorheen kijkt. Objectief : de onderste lens waar je doorheen kijkt. Revolver : is een draaischijf waardoor je verschillende objectieven kunt gebruiken. Grote schroef: hiermee kun je snel scherpstellen. Kleine schroef: hiermee kun je heel nauwkeurig scherpstellen. Klemmen : hiermee zet je het preparaat vast. Lampje : zorgt ervoor dat het belicht wordt. Diafragma : hiermee regel je de hoeveelheid licht.

Bs 3:Werken met de microscoop. Controleer of de vergroting van jouw objectief (4x) is. Draai de tafel helemaal omlaag met de grote schroef. Leg het preparaat op de tafel, boven de opening. Draai de tafel nu helemaal omhoog. Doe het lampje aan en kijk door het oculair. Draai de tafel (langzaam) omlaag met de grote schroef. Stel het beeld ongeveer scherp. Stel het beeld nauwkeurig scherp met de kleine schroef. http://www.bioplek.org/techniekonderbouw/microscoop.html

En nu verder met een grotere vergroting. Als je het beeld scherp hebt mag je aan de revolver draaien naar een grotere vergroting (10x). Je mag nu alleen nog maar aan de kleine schroef komen! Hiermee zet je het beeld weer scherp. Daarna mag je weer de revolver een draai geven zodat je de grootste vergroting kunt gebruiken (40x) Ook nu alleen maar aan de kleine schroef komen. Soms moet je bij de grootste vergroting het diafragma wat bijstellen. Het diafragma zit onder de tafel.

Bs 4: Plantaardige cellen. Een plantaardige cel kun je meestal snel herkennen aan de bladgroenkorrels. Vaak zien ze er een beetje vierkant uit. Je vind er de volgende onderdelen: Celwand. Celmembraan. (onzichtbaar) Cytoplasma/celplasma. Celkern. Blaasje met vocht (vacuole) Bladgroenkorrels.

Bs 5: Dierlijke cellen. Dierlijke cellen kunnen alle vormen hebben. (zijn vaak niet vierkant) Je vind hier nooit bladgroenkorrels, wel soms kleurstofkorreltjes. De onderdelen van een dierlijke cel: Celmembraan (soort )zakje om de cel heen. Cytoplasma/celplasma. Celkern.

Bs 6: Preparaten maken. Net als bij het maken van een tekening moet je voordat je een preparaat gaat maken eerst de juiste spullen pakken. Prepareermaterialen: Voorwerpglas/objectglas. Dekglaasje. Bekerglas met water. Druppelpipet. Pincet. Papieren doekje. http://www.bioplek.org/techniekonderbouw/preparaat.html

Extra Bs 7: Cellen vergelijken. Plantencel: Celwand. Bladgroenkorrels. Vacuole. Groot = oude plant. Klein = jonge plant. Meestal vierkante vorm. Dierlijke cel: Celmembraan. Soms kleurkorreltjes. Geen grote vacuole. Allerlei vormen.