Werkwoorden Hele werkwoord: wij-vorm tegenwoordige tijd Stam: ik-vorm tegenwoordige tijd Persoonsvorm: Belangrijkste werkwoord in de zin.
Persoonsvorm Hoe vind je de persoonsvorm?
De juf vindt mij lief. Vindt de juf mij lief? Zin vragend maken: De juf vindt mij lief. Vindt de juf mij lief?
Veranderen van tijd De juf vindt mij lief. De juf vond mij lief.
Veranderen van aantal: De juf vindt mij lief. De juffen vinden mij lief.
Het onderwerp Hoe kan ik het onderwerp vinden? Wie of wat + persoonsvorm? Groep 6 geeft bloemen aan juf Anke.
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (t.t.) Onderwerp Werkwoord tt Vorm regel Ik begin ik-vorm hele werkwoord – en Hij begint hij-vorm ik-vorm + t wij beginnen wij-vorm hele werkwoord
Persoonsvorm verleden tijd (v.t.) Laatste letter stam in ‘t kofschip x? Laatste letter stam NIET in ‘t kofschip x? Stam + te (n) Ik maak te maakte Wij knip ten knipten Stam + de (n) Hij hoor de hoorde Wij open den openden
‘t kofschip x