Industrie en samenleving

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Overgang van handelskapitalisme naar Industrieel kapitalisme
Advertisements

H3 Industralisatie en Ismen.
ALLES OP DE SCHOP TAAK 9. REVOLUTIE (SNELLE) INGRIJPENDE VERANDERING IN HET LEVEN VAN MENSEN BIJVOORBEELD: – OVERGANG JAGEN/VERZAMELEN NAAR LANDBOUW –
Hoofdstuk 4: Burgers en stoommachines
De tijd van de wereldoorlogen
De Industriële Revolutie
Industriële revolutie
Kenmerken van de industriële samenleving
 Paragraaf 4. Sterke uitbreiding van het personeel in de dienstensector  Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector.
Paragraaf 8.1 Vorige les: Napoleon Bonaparte
Hierdoor kon er efficiënter gewerkt worden en groeide de opbrengst
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
1-arbeiders 2-technische kennis 3-kapitaal 4-grondstoffen 5-afzetmarkten 6-vervoersmogelijkheden 7-politieke vrijheid 8-ondernemerslust.
De Industriële Revolutie
4.2 de sociale kwestie..
Hoofdstuk 4: Industriële revolutie.
7.1: duurzame ontwikkeling
de tijd van burgers en stoommachines
nieuwste tijd of tijd van volkeren (ca.1800 – 1945)
Geschiedenis hoofdstuk 1
Wat moet je weten aan het eind van de les?
3 Industrialisatie en Ismen
Historisch Overzicht Paragraaf 1.
Paragraaf 4.4.  We waren laat met industrie.  Huisnijverheid was belangrijker:  Thuis goederen maken.
Industriële Revolutie
3 Industrialisatie en Ismen
Tijd van burgers en stoommachines,
Industriële Revolutie
Wat moet je weten aan het eind van de les?
3 Industrialisatie en Ismen
Wat moet je weten aan het eind van de les?
2VMBO B/K Mens & maatschappij
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
de tijd van burgers en stoommachines
Tijd van de burgers en stoommachines ( )
Geschiedeniswerkplaats – 2KGT Hoofdstuk 2
Tijd van burgers en stoommachines,
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Tijd van burgers en stoommachines,
Het Kapitalisme Handelskapitalisme Oostzeevaart VOC/WIC
De industrialisatie van het westen
Tijd van jagers en boeren
‘De Industriële revolutie is goed geweest voor de mensheid’
H9.1 De Industriële revolutie
Revoluties in Europa. Les 3 Naar de fabriek Doelen van les 3 Je kunt het begrip Industriële Revolutie uitleggen. Je kunt beschrijven welke rol de stoommachine.
5.1 Industriële Revolutie Tijd van burgers en stoommachines
De industriële revolutie
Burgers en stoommachines 4.2 De sociale kwestie
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Blok 2 Milieuvervuiling,
Paragraaf 11.1 Een moderne wereld
Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie
De industriële revolutie in Goes
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
Geschiedenis M3.
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 KGT Lesweek 2
Blok 2 Milieuvervuiling,
de tijd van burgers en stoommachines
§3.1 Industrie en samenleving
§2.1 Industrie en samenleving
Hoofdstuk 3 Eerlijke handel
Blok 2 Aantekening: Stoommachines Gevolgen voor de samenleving
Aantekening: hout Turf Steenkool
Tijd van jagers en boeren Jagers-verzamelaars -Jagen / verzamelen -Taakverdeling -Nomaden -geloof Boeren -Akkerbouw / veeteelt -Ontstaan verschillen in.
Transcript van de presentatie:

Industrie en samenleving Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900

Landbouwstedelijke samenleving Mensen leven van de landbouw Huisnijverheid: geen machines Dorpen op het platteland

Landbouwstedelijke samenleving Mensen werken als boer Bevolkingsgroei  meer behoefte aan kleding Extra inkomsten: weven en spinnen Thuiswerk  goed te combineren met landbouw

Kleding maken Draad weven aan een weefgetouw Wol tot draad spinnen met een spinnewiel

Uitvinding van de schietspoel – John Kay: het weven gaat sneller 8 spinners op 1 wever 16 spinners op 1 wever Uitvinding van de schietspoel – John Kay: het weven gaat sneller

Spinning Jenny 1765 - James Hargreaves Jenny = engine Je kon nu sneller spinnen Minder spinners nodig per wever Nog steeds goed thuis te doen  geen verandering in levensstijl

Waterframe 1769 – Richard Arkwright Spinmachine aangedreven met waterrad Spierkracht  waterkracht Werk van 200 spinners Past niet meer in huis Meerdere machines op 1 waterrad Fabrieken bij snelstromend water

Fabrieken Afhankelijk water  bij rivieren Nieuwe manier van werken Niet meer te combineren Full time Er komen fabrieksarbeiders Arbeiders moeten aanwezig zijn Machines bepalen het ritme Fabrieksbel

Waterkracht Fabrieken aan snelstromend water Beste plekken snel bezet Droogte  geen waterkracht  geen werk

Stoommachine James Watt 1778 in katoenfabriek Stoomkracht Nodig: water steenkool (energiebron) ijzer Film (klik op het plaatje)

Fabrieken Niet meer afhankelijk van water Overal mogelijk Midden in de stad Dicht bij arbeiders

Industriële revolutie Tot de 19e eeuw: landbouw-stedelijke samenleving Meeste mensen boer Meesten leven op platteland Geen machines, werk met de hand Vanaf 19e eeuw: industriële samenleving Meesten werken in fabrieken: arbeiders Meesten wonen in de stad Werk gedaan met machines

Industriële revolutie Vanaf 19e eeuw: industriële samenleving Meesten werken in fabrieken: arbeiders Meesten wonen in de stad Werk gedaan met machines industriële revolutie moderne tijd Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 Tijd van wereldoorlogen 1900 – 1950 Tijd van televisie en computer 1950 – 2000

Nieuwe transportmiddelen Steenkool = energiebron voor stoommachines Uit de mijnen Vervoer met trein Ook mensen vervoeren Trein = stoommachine op wielen Stoomschepen

Industriële Revolutie Industrialisatie begon in Groot-Brittannië Vanaf 1850: andere westerse landen Nederland als één van de laatste landen (vanaf 1870)

Nieuwe producten Electrisch licht Edison: uitvinder gloeilamp Philips: fabriek om veel lampen te maken Veel produceren  goedkoper Goedkoper  meer mensen kunnen het betalen Kunstmest Meer opbrengst in de landbouw Minder boeren nodig Meer wekloze boeren trekken naar de steden

Industriële samenleving Meer mensen trekken naar de stad Werk in de industrie Werk in de dienstensector Meeste mensen leven van de industrie en de diensten Meeste mensen wonen in de steden

Ondernemers en arbeiders Fabriekseigenaren Adel: rijke mensen van vroeger Rijke burgers: nieuwe groep van rijke mensen Kapitalisme Geld investeren om winst te maken Lage lonen  meer winst Hoge productie  meer winst Vervuiling van het milieu

1770 1800 1850 vroegmoderne tijd moderne tijd 1830 Eerste treinreis Engeland 1850 Industrialisatie van West-Europa 1777 Eerste stoommachines van James Watt 1839 Eerste treinreis Nederland 1870 Industrialisatie van Nederland