Uitscheiding De nieren.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Thema 3 Bloedsomloop.
Advertisements

Je lichaam in balans suikerbalans waterbalans.
DE NIEREN.
Water en zouthuishouding
Osmoregulatie / Excretie
H10 Regeling Regelmechanismen, temperatuurregeling, regelcentrum, positieve terugkoppeling, negatieve terugkoppeling.
Bijnieren Nieren Urineleider Blaas Urine buis.
Bloed en lymfe Blz. 39.
Uitscheiding De nieren.
Het bloed Het bloed.
Weefselvloeistof en lymfe
Alcohol en uitscheiding
Samenhang tussen stelsels
Geleidelijke regeling van lichaamsfuncties
Transport Bs 1&2 Bloed en bloedsomloop. Transport van stoffen Klein afstanden: van cel tot cel –DIFFUSIE Bloedsomloop (mens) –Dubbele bloedsomloop Grote.
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
Uitscheiding 6A.
Samenvatting Bloedsomloop
Uitscheiding 5H.
AFI1 Nieren 1 Eliminatie en regulatie
Anatomie / fysiologie Nieren 2 Urine 1 AFI1
Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR
Thema 16 Hormoonregulatie
De Bloedsomloop Basisstof 6: Uitscheiding Basisstof 7: Weefselvloeistof en Lymfe Basisstof 8: Antistoffen.
Overzicht van de stofwisseling
Hormoonstelsel.
Paragraaf 10.3 Cellen in Bad.
Bloedvatenstelsel 5Havo.
Uitscheidingsstelsel
Inhoud les PWB: Woensdag 9 april Uitleg Film Opdrachten Oefentoets.
Thema 4: Waarneming en Regeling
Hoofdstuk 8 Paragraaf 4 Paragraaf 5.
Regeling door Hormonen
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Bloedsomloop.
Gaswisseling en uitscheiding
Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
Thema 6: Gaswisseling en uitscheiding
10.1 Goed geregeld Hst 10 Gezondheid 3 VWO.
Hormoonklieren = endocriene klieren
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
Dikke darm en de lever.
College Anatomie/Fysiologie
Het uitscheidingsstelsel
De Organen.
Leerfase 1 Periode 1 Docent 1 Bouke Cuperus Les 4
3. Het urinevormend apparaat
Inwendig milieu – zit in bloed en cellen
Noorderpoort Medische Kennis
Uitscheidingsstelsel
Taak 3A Urineweginfecties
Taak 3A Urineweginfecties
Endocrinologie.
Blok 3 Gezondheid en gedrag
‘Suikerziekte’ Gezondheidskunde Symposium Sport & Bewegen Enschede.
Nieren en urinewegen anatomie en fysiologie.
Excretie of uitscheiding
Dissectie van de nieren
Uitscheiding De nieren.
LF3 Periode 1 Hormoonstelsel
Nieren en urinewegen Opdracht: maak een schets van de anatomie van nieren en urinewegen.
Hormoonstelsel
Rond je cellen (BS 9.5).
Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab
Het uitscheidingsstelsel
Endocriene Stelsel Hormoonstelsel.
Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab
Les 2.7 Urinewegen  .
Transcript van de presentatie:

Uitscheiding De nieren

Urinewegstelsel De Nieren De urineleiders De blaas

Uitscheiding in algemeen Overtollige stoffen uit het bloed verwijderen uitscheidingsorganen: longen lever huid nieren ( = renes) en de urinewegen

De nieren Nieren zijn filters > dag en nacht bloed zuiveren Produkt nieren > urine Urineleiders > vervoer urine naar blaas Blaas = tijdelijke opslagplaats Urinebuis/plasbuis > urine naar buiten afvoeren

Urinewegen Onderdelen urinewegen: Urineleiders = ureters Urineblaas Urinebuis/plasbuis = urethra Functie urinewegen: Afvoer urine uit beide nierbekkens Ureters zijn 25-30 cm lang. Blaas ligt op de bekkenbodem voor het bekken, direct achter de symfyse. Urinebuis is bij vrouwen +/- 3 cm en bij mannen +/- 20 cm lang. Bij ongeveer 350 ml urine wordt een aandrang gevoeld tot urineren.

De ligging en vorm. De nieren zijn boonvormig, grootte van vuist 12 cm lang, 7 cm breed, 3 cm dik Liggen in lendestreek Nierslagader> voorziet nieren van bloed. Nierader> geeft gezuiverde bloed terug aan bloedsomloop. Per etmaal > 1500 tot 2000 liter bloed door nieren en 1,5 liter urine.

Nieren Twee boonvormige organen Rechter nier onder de lever (en dus lager dan links) ingebed in dikke vetmassa

Bouw van de nieren nierweefsel in schors- en merglaag liggen nefronen schorslaag (buitenste laag) merglaag (binnenste laag) met piramiden toppen van de piramiden (papillen) naar nierbekken gericht in schors- en merglaag liggen nefronen

Nefron Iedere nier > 1 miljoen nefronen Nefron > functionele niereenheid Nefron bestaat uit 5 onderdelen: Nierkapseltje > kapsel van Bowman Eerste gekronkelde buisje Lis van Henle 2e gekronkelde buisje Verzamelbuis Werking: filtratie en terugresorptie.

Uitscheiden van: Water Zouten (zoutgehalte regelen) Zuren en basen (zuurgraad regelen) Restproducten van de stofwisseling (schadelijke stoffen)

Uitscheiding In de meeste lichaamscellen: productie van afvalstoffen voor weefsels niet bruikbaar bloed en lymfe zorgen voor afvoer uit de weefsels afval nu in het bloed samenstelling van het bloed en volume van het bloed reguleren = constant houden inwendig milieu

Urineleiders (=ureters) Urine uit het nierbekken naar de blaas vervoeren monden achter in de blaas aan de onderkant uit

Blaas Vlak achter de symfyse op de bekkenbodem Elastisch orgaan Opslagfunctie Bij voldoende vulling (350 ml) ontstaat mictiedrang prikkel vanuit blaaswand via zenuwbanen naar ruggenmerg sein uit de hersenen spieren van blaaswand trekken samen en ontspanning van kringspier tussen blaas en urethra

Urinebuis (= urethra) Bij vrouw (4 cm) minder lang dan bij man (20 cm) Vrouwen sneller kans op UWI Kringspier op plaats waar blaas overgaat in urinebuis

Filtratie (in de glomerulus) Glomerulus ontvangt bloed van de nierslagader. Door hoge bloeddruk in glomerulus wordt bloedplasma met opgeloste stoffen naar het nierkapseltje (Kapsel van Bowman) geperst (filterwerking) Vloeistof in nierkapseltje = voorurine - afvalstoffen - vele nuttige stoffen - niet: bloedcellen en plasma-eiwitten kunnen niet door de filter Per etmaal 180 liter. Grootste deel weer in bloed opgenomen.

Terugresorptie (vooral in eerste gekronkelde buisje) Vanuit nierkapseltje > 1e gekronkelde buis > Lis van Henle > 2e gekronkelde buis > verzamelbuis > voorurine > urine. Nuttige stoffen (glucose, aminozuren, water en opgeloste zouten) uit voorurine worden teruggebracht naar het bloed (kost energie!) Afvalstoffen (ureum, teveel aan zouten) blijven in de nefronen achter via verzamel buisjes naar het nierbekken = urine

Werking van de nieren (in elk nefron) Filtratie van bloed voorurine per etmaal: 180 liter Terugresorptie van stoffen uit voorurine terug naar het bloed urine per etmaal: 1,5 liter T.g.v. de filtratie wordt er per minuut in alle kapseltjes van Bowman 125 ml primaire urine (=voorurine) gevormd. De voorurine wordt in de proximale tubulus, de lis van Henle, de distale tubulus en de verzamelbuis geconcentreerd tot urine. Ongeveer 99% van de voorurine wordt teruggeresorbeerd, dus van de 180 L wordt er 178 L per etmaal gereabsorbeerd naar het bloed. Na de selectieve reabsorptie is de voorurine geconcentreerd tot eigenlijke urine. Uit meerdere nefronen wordt urine in een verzamelbuis gedeponeerd, van hieruit komt het in de nierpapil, de nierkelken en uiteindelijk in het nierbekken. Per etmaal wordt gemiddeld iets meer dan 1.5 L urine uitgescheiden. Vanzelfsprekend hangt dit samen met het ingenomen vocht (= vochtbalans). Op een feestje waar de bar in trek is, worden de toiletten ook druk bezocht! 21

Functies van de nieren Verwijderen van afvalstoffen Handhaven constant inwendig milieu regulering pH van het bloed (H+ / Na+) bloeddruk veranderen (kapsel van Bowman) constante osmotische waarde van het bloed (water) De activiteit van cellen en weefsels gaat gepaard met de productie van afvalstoffen. Onder afvalstoffen wordt verstaan: stoffen die niet bruikbaar zijn voor het lichaam. Door deze afvalstoffen dreigt de homeostase te verstoren. Om dit te voorkomen worden de afvalstoffen naar het bloed getransporteerd. Het urinewegstelsel heeft als taak om de samenstelling en het volume van het bloed te helpen reguleren, zodat ook daar de homeostase in balans blijft. Daarbij is sprake van bovenstaande hoofdcomponenten. Een gevolg van het urinewegstelsel is de productie van urine.

Samenstelling urine (normaal) Water (95%) Zouten (bv. NaCl) Ureum (afbraak aminozuren in lever) Vitaminen (bv. C) Galkleurstof (urobiline, lichtgeel) Afgestoten epitheelcellen Medicijnen Onbruikbare stoffen (bv. rode kleurstof van bietjes)

Nieren en hormonen Aldosteron ADH (antidiuretisch hormoon) Uit bijnierschors Functie: terugresorptie van natrium door de nieren. ADH (antidiuretisch hormoon) Uit hypothalamus - hypofyse Functie: terugresorptie van water door de nieren. Gaat diurese (urinevorming) tegen door altijd de juiste hoeveelheid water terug te pakken in nefron Te weinig ADH: polyurie ( overvloedig) > diabetes insipidus (smaakloos) Bijnier bestaat ook uit een schors en merg. Bijnieren vormen: adrenaline, noradrenaline, aldosteron (RR regulatie) en cortisol (glucogenese). Ook worden er kleine hoeveelheden androgenen (mannelijke geslachthormonen) en oestrogenen (vrouwelijke geslachtshormonen) gevormd. ADH: In het lichaam wordt het geproduceerd door de hypothalamus en aan de bloedbaan afgegeven in de achterkwab van de hypofyse. ADH speelt een belangrijke rol bij de resorptie van water in de distale tubulus en de verzamelbuis in de nieren. Diabetes insipidus (DI) is een aandoening die gekenmerkt wordt door polyurie (veel plassen) en polydipsie (veel drinken, 5 - 15 liter per dag). Het eerste deel van de benaming, diabetes, kan misleidend zijn, deze aandoening heeft niets met suikerziekte (diabetes mellitus) te maken. De uitgescheiden urine is daarbij - in tegenstelling tot diabetes mellitus - niet zoet en (wel) sterk verdund. Diabetes insipidus wordt veroorzaakt door het ontbreken van antidiuretisch hormoon

Nog vragen?

Waternier Nierstuwing Verstopping van urinewegen (infectie, steentjes, aangeboren) Dwingende aandrang plassen Geleidelijk opkomende pijn in lendenen Nierkoliek Geen behandeling, soms katheter

Nierdialyse Functie van nieren gedeeltelijk overgenomen Filteren via kunstnier of buikspoeling Geen dialyse: vergiftigd Alternatief= transplantatie