Deze les hfdst 1 verbanden gegevens verwerken

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Negatieve getallen Klas 1 | Hoofdstuk 4
Advertisements

havo A Samenvatting Hoofdstuk 2
Gelijkmatige toename en afname
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 3
Staafdiagram Strookdiagram
Een manier om problemen aan te pakken
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent
REKENEN.
Hoofdstuk 2: Verbranden en verwarmen
AARDRIJKSKUNDE.
Procenten 3 havo.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Werken met de TI-84 Lianne Dirven: “Leer je net als auto rijden alleen maar door het (veel) te doen!”
Toepassingen 5L week 4: ‘Mensen rondom ons’
Gecijferdheid les 1.4 Grootst gemene deler Kleinst gemene veelvoud
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
H4 Statistiek Beelddiagram
Inhoud Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen.
Procentuele verandering berekenen. Hoe doe ik dat?! T2 JUNI 2016.
Grafieken in de natuurkunde Ga verder Dia’s worden stap voor stap automatisch ingevuld Ga verder Pas als rechtsonder verschijnt, klik dan voor de volgende.
Les 6: Procenten combineren met gegevens uit grafieken en tabellen.
Meten en meetkunde in het verkeer
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Procentuele afname berekenen
Werken met de Digitale Toets Omgeving FaSMEd Bijeenkomst 1
Deze les hoofdrekenen les 1 vervolg
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Absolute aantallen en relatieve aantallen
Verhoudingen Les 1 een deel van een gehele hoeveelheid In breuken
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Lesbrief procenten.
Deze les Nabespreken toets Vervolg Verbanden
Hoofdstuk 3 Lineaire formules en vergelijkingen
Deze les Nabespreken toets
Deze les Even herhalen: hoofdrekensommen Grafieken aflezen waar moet je ook alweer op letten? Stapeldiagram sportdag bespreken Voorbeeldexamenvragen Uitleg.
Wat is het grootste getal
Les 4 : rekenen met tabellen
Les 1: Rekenen Zonder rekenmachine
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Les 2 Grote Getallen Rekenen Judith Iedema.
Beste ath 4..
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Rekenen Verhoudingen 2f
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Hoofdstuk 7: Handelsrekenen
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 2: Rekenen met procenten in dagelijkse situaties
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Les 2: gegevens samenvatten
Negatieve getallen Klas 1 | Hoofdstuk 4
Grafieken en formules 1-1 puntgrafiek, horizontale en verticale lijnen
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Rekenen MZ4.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Les 6: Rekenen met procenten, grafieken en tabellen
Hoofdstuk 30 Negatieve getallen. Hoofdstuk 30 Negatieve getallen.
Les 6: Breuken en procenten 4
Rekenen periode 4: Verbanden
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Exponentiële en logaritmische functies
Verder rekenen met kommagetallen
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Breuken optellen en aftrekken
Transcript van de presentatie:

Deze les hfdst 1 verbanden gegevens verwerken Herhalen basisstof getallenlijn Grafieken aflezen (getallenlijn in grafieken) Voorbeeldvraag boek examenopgaven Zelf aan de slag met hoofdstuk 1 uit het boek + diagnostische toets

De getallenlijn Heksenketel? Thermometer? Getallenlijn? Grafieken werken vaak met getallenlijnen die je af moet lezen.

Een getallenlijn met positieve en negatieve getallen Je kunt ook denken aan een thermometer + en - = + - = - en + = - + = - + en + = ++ = + En - = -- = + Bijv

Als je een getallenlijn hebt met maar 2 getallen wat dan? Of een getallenlijn tussen 0 en 1? De zijkant van een grafiek is ook een getallenlijn. Kijk altijd welke verdeling die lijn heeft!

verbanden Het kunnen aflezen van verschillende grafieken De gegevens gebruiken om vragen te beantwoorden Verbanden kunnen leggen tussen de gegevens Soorten grafieken: Assenstelsel (beginpunt/scheurlijn) Beelddiagram Dubbele grafiek (staaf en lijn) Stapeldiagram (liggend en staand) Staafdiagram Cirkeldiagram

Wat vertellen grafieken? x-as y-as stapgrootte toename daling beginpunt van de verticale as

Verschillende grafieken

AFLEZEN VAN EEN GRAFIEK Grafieken kunnen ook in de min gaan (denk aan slechte verkoopcijfers/verlies van een bedrijf) Er kan ook meer info staan in 1 grafiek! (aan beide zijden van de grafiek) LEES EEN GRAFIEK DUS ALTIJD GOED!!!

Hoeveel % is samsung toegenomen naar verhouding (in procenten) en hoeveel Huawei. Vergelijk de toenames (groei). De verkoop van het merk Huawei is met 2,5 keer zo groot dus het meest gegroeid. Ga na of ze inzien dat groei ‘naar verhouding’ dus iets anders is dan het vergelijken van verkoopaantallen. Het is dus niet genoeg om alleen naar de hoogste staven te kijken of alleen naar het grootste verschil. In het begin hadden leerlingen al gezien dat Samsung marktleider is als het gaat om absolute verkoopaantallen. Kunnen leerlingen bedenken waarom het van belang is om ook groei ‘naar verhouding’ uit te rekenen? Zien ze dat het belangrijk is om te weten in hoeverre een concurrent groeit? Als de verkoop van het merk Huawei op deze manier blijft groeien, halen ze op een bepaald moment Samsung in.

Van welk merk is de verkoop naar verhouding het meest gegroeid? Eerst: welke zijn afgenomen? Die laat je sowieso afvallen Dan: welke zijn voor de helft of meer toegenomen tov het vorige jaar : Van die maak je de berekening Van welk merk is de verkoop naar verhouding het meest gegroeid?

Taal in vragen met grafieken Let in de vragen op woorden als: Toegenomen/meer dan/ groter OF Afgenomen/minder dan/kleiner

Bij toegenomen etc zet het hoogste getal vooraan en het kleinste achteraan Formule = grootste getal: kleinere getal x 100 Het antwoord op je rekenmachine ligt boven de 100% Het NIEUWE getal is het grootste getal (nieuw:oud x100)

voorbeeld In de club waren gister 125 mensen aanwezig. Vandaag zijn het er 150. Met hoeveel procent is het bezoekersaantal toegenomen? Grootste getal vooraan 150 : 125 x 100(%) = 120% De breuk die erbij hoort is 150/125 Het antwoord ligt dus boven de 100% Dus: toegenomen met 20%

Bij afgenomen etc. Kleinste getal: grotere getal x 100 = percentage Of: nieuw : oud x 100 (nieuw is nu het laagste getal) In breukvorm 50/75 (zie bord) Het percentage ligt onder de 1,0 LET OP: Het percentage wat je leest op je rekenmachine is de NIEUWE waarde. Bij afname moet je dus altijd het deel nemen tot de 100% die je niet op je rekenmachine ziet staan

Voorbeeld 2 Deze week waren er in totaal 1350 mensen in diezelfde club. Vorige week waren er 2000 bezoekers. Met hoeveel procent is het bezoekersaantal afgenomen? Laagste vooraan 1350 : 2000 x 100(%) In breukvorm is dit 1350/2000 Het antwoord ligt dus onder de 100% 1350:2000 x 100 = 67,5% LET OP: Dit is het nieuwe percentage bezoekers. Maar met hoeveel is het bezoekersaantal dan AFGENOMEN? 100% -67,5% = 32,5%

Dit is een belangrijk hoofdstuk. Alle opgaven moeten worden gemaakt Daar heb je twee weken de tijd voor. Het boek is minder moeilijk dan het digitale stuk. Digitaal komt meer overeen met het examen Digitaal in elk geval ook de laatste opgave doen (opgave 14)

Les 1B vanaf opgave 9

Voorbeeld examenvraag 2015 -2016 100.000 vrijwilligers = donkerblauw is 32% van de 100% 100% = 146,3 miljoen euro 32% = 146,3 miljoen euro : 100 = 1% x 32 = 46.816.000 brengen alle vrijwilligers in. Wat bregnt 1 vrijwilliger in? 46.816.000: 100.000 = 468,16 afronden op een geheel getal = 468 euro

Welke rekenwoorden staan er in de opgave? Waar kijk je het eerst naar zonder meteen uit te gaan rekenen?