Hoofdstuk 4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
…of de schrik van alle verpleegkundigen
Advertisements

Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Een manier om problemen aan te pakken
Dichtheid Dit hoofdstuk gaat over dichtheid. Dichtheid is een eigenschap van een stof, en is voor iedere stof anders.
Hoofdstuk 1 Om te beginnen
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
Stoffen en hun eigenschappen
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 14
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Materie Massa en volume.
Verhoudingstabel Er is een voorraad laxeermiddel. Die oplossing bevat 15% natriumsulfaat. Dit betekent: 15 gram per 100 mL oplossing. Kinderen krijgen.
4.5 Samenstelling van mengsels
Berekening middel en water
Etalageconferentie ‘over rekenen gesproken’ 25 september 2014 MBOX Groenhorst.
Goederenverwerking H10 Voorraad inventariseren Manager Handel.
Voorraadbeheer en bestellen
Uitvoeren gewasbescherming
Voorraadbeheer en bestellen
Afvoer middelrestanten
Voorraadbeheer en bestellen
Gecijferdheid les 1.4 Grootst gemene deler Kleinst gemene veelvoud
Verdunningen berekenen
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5
Meten aan Bier Mout Gewicht Water Volume Maisch Temperatuur Zuurgraad
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
Maak je niet dik: Verdunnen
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
DKA4-model In 4 stappen naar het antwoord.. DKA4-model. Delen, keer antwoord op het 4 e getal. Teken een tabel De getallen die bij elkaar horen, onder.
Uitvoeren gewasbescherming
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Plantverbanden.
Uitvoeren Gewasbescherming
Inhoud berekenen.
Welkom! Lekker aan de slag met Verpleegkundig Rekenen
Les 8 meten en meetkunde in huis
Verhoudingen Les 1 een deel van een gehele hoeveelheid In breuken
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Welkom! Lekker aan de slag met Verpleegkundig Rekenen
Werken met de Digitale Toets Omgeving FaSMEd Bijeenkomst 2
Uitvoeren Gewasbescherming
Herhaling Hoofdstuk 4: Breking
Metend rekenen 5de leerjaar.
Aardappelteelt.
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Kunstmeststrooien.
Omtrek, oppervlakte en inhoud
Welkom! Lekker aan de slag met Verpleegkundig Rekenen
Hoofdstuk 21 Metriek stelsel. Hoofdstuk 21 Metriek stelsel.
Berekeningen glasteelt
Breuken optellen en aftrekken
Kleine hoeveelheden bemesten onder droge omstandigheden
2 vmbo-t/havo Samenvatting Hoofdstuk 1 (vmbo-T)
Uitvoeren Gewasbescherming
Hoofdstuk 4.
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Berekeningen glasteelt
Reinigen & ontsmetten.
Uitvoeren Gewasbescherming
Hoofdstuk 4.
Berekeningen aan redoxtitraties
Rekenen met verhoudingen
Verder rekenen met kommagetallen
oppervlakte en inhoudsmaten
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 4

Berekeningen Het berekenen van de hoeveelheid mid­del en water voor een bespuiting

Berekeningen Voor de meeste sectoren verschijnt regelmatig de Handleiding voor de gewasbescherming van de DLV. In deze handleiding wordt voor de bestrijding van vrijwel elke ziekte, plaag en onkruid een advies gegeven over de hoeveelheden middel en water. Die hoeveelheden zijn richtlijnen.

Berekeningen Een belangrijk gegeven dat je nodig hebt voor het uit­voeren van een bespuiting is de dosering van het te gebruiken mid­del. De dosering is te vinden op het etiket van het middel.

Berekeningen Er zijn twee manieren om de hoeveelheid middel aan te geven: hoeveelheid per oppervlakte eenheid, bijvoorbeeld liter/kg middel per ha. Het is voor deze methode belangrijk het juiste aantal liters spuitvloei­stof per ha te weten. Deze methode wordt vooral in de buiten­teelten toegepast. concentratie van het middel, bijvoorbeeld vier li­ter/kg per 100 liter water. Deze methode wordt vooral in de glastuinbouw toegepast.

Berekeningen Om tijdens het spuiten niet met het probleem van spuit­vloeistof over of tekort opgezadeld te worden, is het noodzakelijk enig rekenwerk te beheersen. Het gaat dan over vragen als: hoeveel water en gewasbeschermingsmiddel heb ik voor de totale bespuiting nodig? Hoeveel gewasbeschermingsmiddel moet ik in elke tank doen en welke rijsnel­heid moet ik aanhouden?

Berekeningen .. m2 .. ha .. are 3.000 0,3 30 5,2 70 4.550 43 1,45 16.000 12 2,10 52.000 520 7.000 0,7 0,455 45,5 4.300 0,43 14.500 145 1,6 160 1.200 0,12 21.000 210

Berekeningen .. l .. ml .. Cc 4 4.000 12­.­000 0,4 7,2 8.600 150 17 3.900 12 12.000 400 400 72.000 72.000 8,6 8.600 0,15 150 17.000 17.000 3,9 3.9000

Berekeningen dosering in l of kg per ha dosering in ml of gr per are 5 l/ha 50 ml/are 3 kg/ha gr/are l/ha 20 ml/are 6 l/ha ml/are 2 l/ha 0,5 kg/ha kg/ha 30 gr/are 50 cc/are 60 cc/are 12 gr/are 4,5 l/ha 30 2 60 20 5 3 5 6 1,2 45

benodigde hoe­veel­heid Berekeningen dose­ring middel wa­ ter te be­spui­ten opper­vlak benodigde hoe­veel­heid water en middel tank- in­h­oud aan­tal tanks hoeveel­heid middel per tank 3 l/ha 400 l/ha 5000 m² 0,5 ha  3 l = 1,5 l 0,5 ha  400 l = 200 l 100 l 200  100 = 2 1,5 l  2 = 0,75 l 20 ml/are   20 l/are 60 are 10 l 40 gr/are 5 l/are 25 are 4 kg/ha 500 l/h 5 ha 400 l 60 x 20 ml = 1200 ml 1200 : 10 lt = 120 1200 ml : 120 = 10 60 x 20 lt = 1200 lt 25 x 40 gr = 1000 gr 125 : 10 lt = 12,5 1000 gr : 12,5 = 80 gr 25 x 5 lt = 125 lt 5 x 4 kg = 20 kg 2500 : 400 lt = 6,25 20 kg : 6,25 = 3,2 5 x 500 = 2500

benodigde hoe­veel­heid Berekeningen dose­ring middel wa­ter te be­spui­ten opper­vlak benodigde hoe­veel­heid water en middel tank- in­h­oud aan­tal tanks hoeveel­heid middel per tank 3 l/ha 400 l/ha 5000 m² 0,5 ha  3 l = 1,5 l 0,5 ha  400 l = 200 l 100 l 200  100 = 2 1,5 l  2 = 0,75 l 8 l/ha   300 l/ha 4,5 ha 675 l 50 gr/are 10 are 200 l 0,5 l/ha 200 l/ha 2 ha 4,5 ha x 8 lt = 36 lt 1350 : 675 = 2 36 : 2 = 18 lt 4,5 ha x 300 lt = 1350 lt 10 are x 50 gr = 500 gr 40 : 200 = 0,2 500 gr 0,1 ha x 400 lt = 40 lt 2 ha x 0,5 lt = 1 lt 400 : 100 = 4 1000 cc : 4 = 250 cc 2 ha x 200 lt = 400 lt

Berekeningen Mogelijkerwijze weet je niet wat de spuitcapa­citeit van een spuitappa­raat is. Je kunt hier gemakkelijk achter komen door gedurende een minuut bij een draaiende spuitma­chine de spuit­vloeistof op te vangen en deze te meten. Gaat het om meerdere spuitdoppen, dan kun je door verme­nigvul­diging de totale capaciteit te weten komen.  

Berekeningen opdr. 1 Op een perceel van 2,5 ha moet een vloeibaar onkruidbestrijdingsmiddel worden toegediend. Op het etiket wordt een dose­ring van 3 liter per ha vermeld. De hoeveelheid water bij deze behandeling is 200 liter per ha. a. Bereken de hoeveelheid middel die nodig is. 2,5 ha x 3 lt middel = 7,5 lt/middel b. Bereken de hoeveelheid water die nodig is. 2,5 ha x 200 lt / ha = 500 lt

Berekeningen opdr.2 Op een perceel van 1500 m² moet een vloeibaar ziektegewasbeschermingsmiddel worden toegediend in een opgaand gewas. De ‘dosering’ (beter: meng­verhouding of concentratie) is volgens het etiket 50 ml middel per 100 liter water. De beno­digde hoeveelheid spuitvloeistof is 20 liter per 100 m. a. De benodigde hoeveelheid Bereken water in liters. 1500 m2 : 100 m = 15 15 x 20 lt = 300 lt b. Bereken de benodigde hoeveelheid middel in ml. 300 lt : 100Lt = 3 3 x 50 ml = 150 ml

Berekeningen opdr.3 Op een perceel van 5 ha wordt een spuitpoeder toegepast tegen bladluizen. De dosering bedraagt 0,5 kg per ha. Hoeveel kg middel moet in totaal afgewogen worden? 5 ha x 0,5 kg = 2,5 kg b. Dit middel moet ook worden toegepast op een klein perceel. Hoeveel middel is er voor dit perceel nodig, uitge­drukt in gram per are? 1 ha = 100 are 5 ha = 500 are 2500 gr : 500 are = 5 gr / are 1,0 kg = 1000 gr 2,5 kg = 2500 gr

Berekeningen opdr.4 in m². 20 x 25 = 500 b. are 1 are = 100 m2 Op een perceel van 20 meter bij 25 meter moet een on­kruidbe­strijding worden uitgevoerd. Voor het uitrekenen van de beno­digde hoeveelheid middel en water moet je de oppervlakte weten. Bereken de oppervlakte van dit perceel: in m². 20 x 25 = 500 b. are 1 are = 100 m2 500 : 100 = 5 are c. ha. 1 ha = 100 are 0,1 ha = 10 are 0,05 ha = 5 are

Berekeningen opdr.5 3 lt / 10,000 a. in liters 1 ha = 10.000 m2 Op een perceel van 20 bij 25 meter moet een onkruidbe­strijding worden uitge­voerd. Op het etiket wordt voor het middel een dosering vermeld van 3 liter per ha. Bereken de hoeveelheid middel die voor deze bespuiting nodig is: 3 lt / 10,000 0,3 lt / 1000 0,15 lt / 500 a. in liters 1 ha = 10.000 m2 20 x 25 = 500 m2 b. in milliliters 1 lt = 1000 cc= ml 0,15 lt = 150 ml c. Waar hangt het van af of je de hoeveelheid uitdrukt in liters of in millili­ters? Kleine hoeveelheden kun je niet in een maatbeker afmeten waar een liter verdeling opzit, niet nauwkeurig genoeg.

Berekeningen opdr.6 Op een perceel van 20 bij 25 meter moet een onkruidbe­strijding worden uitge­voerd. Op het etiket wordt voor het middel een dosering vermeld van 3 liter per ha en een hoeveelheid water van 200 liter per ha. Bereken de hoeveelheid water die voor de bespuiting nodig is. Bereken de hoeveelheid water die voor de bespuiting nodig is. 20 x 25 = 500 m2 1 ha = 10.000 m2 10.000 m2 / 200 lt 1000 m2 / 20 lt 500 m2 / 10 lt

Berekeningen opdr.7 Op een perceel van 40 bij 25 meter moet een onkruidbe­strijding worden uitge­voerd. De dosering van het middel is 3 liter per ha en de hoeveelheid water 200 liter per ha. De bestrijding wordt uitgevoerd met een rugspuit die een tankinhoud heeft van 15 liter. a. Bereken de hoeveelheid middel en water die nodig is. 40 x 25 = 1000 m2 Middel 3 lt. / 10.000 m2 0,3 lt. / 1000 m2 300cc / 1000m2 Water 200 lt. / 10.000 m2 20 lt. / 1000m2 1 ha = 10.000 m2 0,1 ha = 1000 m2 b. Kan met 1 tankvulling worden volstaan? 20 lt : 15 lt tank = 1,33 c. Bereken de hoeveelheid middel voor de eerste tankvul­ling. 20 lt. / 1000m2 10 lt. / 500 m2 5 lt. / 250 m2 300 cc/ 1000m2 150 cc / 500 m2 75 cc / 250 m2 10 lt. / 500 m2 + 5 lt. 250 m2 =15 lt. / 750 m2 150 cc / 500m2 + 75 cc / 250 m2 = 225 cc / 750 m2 d. Bereken de hoeveelheid middel en water voor de tweede tank­vul­ling. 20 lt. Water – 15 lt. Tank inhoud = 5 lt. Water 300 cc of ml – 225 cc eerste tank = 75 cc middel

Berekeningen opdr.8 Een veldspuit heeft een inhoud van 1000 liter. Hiermee wordt op een perceel een bespuiting uitgevoerd. Op het etiket wordt voor het middel een dosering van 5 liter per ha aangegeven. De hoeveelheid water per ha is 400 liter. Hoeveel middel moet gereed gemaakt worden voor 1 tankvulling? 1000 lt. tankinhoud : 400 lt. / ha = 2,5 ha spuiten met 1 tank 2,5 ha x 5 lt. middel = 12,5 lt. per tankvulling

Berekeningen opdr.9 Op een perceel wordt een bespuiting uitgevoerd. De dosering van het middel is 5 liter per ha. De hoeveel­heid water per ha is 400 liter. De tank moet voor de laatste omgang bijgevuld worden. Er is nog 100 liter spuitvloeistof in de tank. Er moet nog 2 ha gespoten worden. De noodzakelijke hoeveelheid rest­vloeistof is 25 liter. Met hoeveel water moet worden bijgevuld? 2 ha x 400 lt. = 800 lt. 800 lt. ( voor 2 ha) + 25 lt. restvloeistof = 825 lt. nog nodig 825 lt. – 100 lt. (op voorraad) = 725 lt. moet bij gevuld b. Hoeveel middel moet hier aan worden toegevoegd? 2 ha x 5 lt. middel = 10 lt. middel 10 lt. (middel) : 800 lt. (water) = 0,0125 lt. = 12,5 ml /cc 12,5 cc x 725 lt. = 9063 cc = 9,063 lt. (middel)

Berekeningen opdr.10 Op een bietenperceel van 5 ha wordt een rijenbepuiting uitge­voerd. De rijenaf­stand is 50 cm. De te bespuiten strook is 20 cm. Gerekend naar een volveldsbe­spuiting zou 300 liter per ha worden verspoten en de dosering van het middel zou 5 liter per ha zijn. De noodzakelijke hoeveelheid restvloeistof bedraagt 25 liter (De veldspuit heeft een tank van 1000 li­ter). a. Hoeveel spuitvloeistof moet er worden gereedgemaakt? 20 cm ---- 50 cm 40 cm ----100 cm 40 % ---- 100 % verschil / besparing 60 % 300 lt. / ha x 5 ha = 1500 lt. volvelds 1500 lt. x 40 % = 600 lt. Spuitvloeistof 600 lt. + 25 lt. restvloeistof = 625 lt. spuitvloeistof b. Hoeveel middel moet hier aan worden toegevoegd? 600 lt. Spuitvloeistof : 300 lt. = 2 2 x 5 lt. /ha = 10 lt. middel 5 lt. op 300 lt. water 5000 cc op 300 lt. water 50 cc op 3 lt. water 625 spuitvloeistof : 300 water / ha = 2,08 2,08 x 5 lt. / ha = 10,4 lt. middel 25 lt. : 3 lt. Water = 8,3 8,3 x 50 cc = 415 cc 10 lt. + 0,415 = 10,415 lt. middel

Berekeningen opdr. 11 Stel, je wilt een niet-verhard kavelpad van 100 m lang en twee meter breed spuiten met een allesdodend middel, bijvoorbeeld Roundup (glyfosaat). Je wilt 4 l middel per ha spuiten met 400 l water. a. Reken uit hoeveel water en hoeveel middel je nodig hebt voor de bespuiting. 100 m x 2 m = 200 m2 totaal te spuiten 400 lt. op 10.000 m2 4 lt. op 100 m2 200 m2 : 100 m2 = 2 2 x 4 lt. = 8 lt. water 4 lt. op 400 lt. water 4000 ml op 400 lt. water 40 ml op 4 lt. water 2 x 40 ml = 80 ml Glysofaat b. Reken uit hoeveel keer je de tank gaat vullen. Tank inhoud is niet bekend.

Berekeningen Omreken tabel voor het aanmaken van spuitvloeistof

Berekeningen Verklaring water en doppenkeuze DLV gids