Biologie
Wat doen we bij biologie? 8,7 miljoen soorten op aarde Er zijn ongeveer 8,7 miljoen soorten planten, dieren en andere organismen op aarde, maar slechts een klein deel daarvan is ontdekt en beschreven door biologen. Dat blijkt uit een onderzoek dat dinsdag als de meest precieze berekening ooit werd gepubliceerd in een wetenschapsblad. Er zouden 7,77 miljoen diersoorten zijn, maar slechts 953.000 zijn er beschreven. Van de 298.000 plantensoorten zijn er 215.644 beschreven. Organismen = levende wezens Bio = leven Logie = wetenschap In de biologie bestudeer je levende wezens. Biologie= de leer van het leven
Basisstof 1: Levend – dood – levenloos. Een organisme vertoont levensverschijnselen. Levensverschijnselen zijn: Ademhalen Voeden Uitscheiden Bewegen Waarnemen Groeien Voortplanten
Basisstof 1: Levend – dood – levenloos. Dood: een organisme dat heeft geleefd. Een organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont. Levenloos: iets heeft nooit geleefd. Ook een plant vertoont levens-verschijnselen, al zijn die niet altijd goed te zien. Opdracht: welke levens- verschijnselen vertoont een plant?
Opdracht: levend-dood-levenloos
Basisstof 2: Biologische tekeningen maken. Begin 1800 maakten de eerste ontdekkingsreizigers tekeningen van de natuur Er zijn twee soorten biologische tekeningen: Natuurgetrouw; je tekent alle details Schematisch; je tekent alleen de belangrijkste kenmerken.
Opdracht: verschil tussen natuurgetrouw en schematisch KLEUR DETAILS INKLEUREN
Wat kun op je tekening laten zien? (Aanzicht) Buitenaanzicht Lengtedoorsnede Dwarsdoorsnede
Wat kun op je tekening laten zien? Buitenaanzicht Lengtedoorsnede Dwarsdoorsnede
Wat kun op je tekening laten zien? Buitenaanzicht Lengtedoorsnede Dwarsdoorsnede
Basisstof 3: Vergroten. Je gebruikt een loep of een microscoop om organismen beter te kunnen bekijken. Een loep vergroot 5 tot 10x Wil je nog kleinere organismen bekijken dan gebruik je een microscoop Een microscoop vergroot: 40 tot 400x
Vergroten Wat is het verschil tussen een loep en een microscoop?
Herhaling vorige les Wat is dit voor tekening? Natuurgetrouw Een natuurgetrouwe tekening kleur je in. juist of onjuist juist Wat voor aanzicht heeft deze appel? lengtedoorsnede Met welk hulpmiddel bekijk je een bacterie? microscoop Hoeveel keer vergroot een loep? 5 tot 10x
Een bruine boon. Zaadhuid: Poortje: Navel: Hartvormig bultje stevig bruin vlies, beschermt het zaad. Poortje: klein gaatje boven de navel, hiermee neemt de boon water op. Navel: plaats waar het zaad heeft vast gezeten aan de plant Hartvormig bultje bruin hartje onder de navel
Een bruine boon. Kiem= het begin van een nieuw plantje. Zaadlobben bevatten reservevoedsel voor het nieuwe plantje.
Basisstof 4: Tabellen Tabellen en grafieken worden gebruikt om resultaten overzichtelijk weer te geven. Kolom Cel Rij
Tabel: lengte en gewicht kiem van een bruine boon Tijd (dagen)↓ Lengte (mm) Gewicht (gram) Dag 1 Dag 2 Dag 3 2 Dag 4 4 5 Dag 5 7 9 Dag 6 11 15 Dag 7 18 23
Grootheden en eenheden Grootheden:iets wat je kunt meten (lengte, temperatuur, etc.) Eenheden: de maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt. Zoals centimeters, uren, kilometers, graden etc. Notatie: grootheid (eenheid) Bijv. Tijd (dagen)
Grafiek Een grafiek heeft altijd : - Een titel (boven de grafiek) - een as-aanduiding = grootheid (eenheid)
Basisstof 5: Groei bij de mens. groeien : groter en zwaarder worden van een organisme. ontwikkeling : veranderingen in de bouw van een organisme Groeispurt: snelle groei in een korte tijd. Mensen hebben een groeispurt als ze baby en puber zijn.
Groei bij de mens Bij de mens groeien de armen en benen heel snel, het hoofd groeit juist erg langzaam.
Tekenregels: hoe ga je te werk Leg eerst de dingen klaar die je nodig hebt om te gaan tekenen zoals: Potlood (HB) met scherpe punt. Gum. Liniaal/geo-driehoek. Puntenslijper. Papier Kleurpotloden Maak grote tekeningen. Teken eerst dunne lijnen, maak de lijnen later dikker. Schrijf rechts bovenaan het papier het bovenschrift: Wat je getekend hebt: naam organisme Soort tekening: natuurgetrouw of schematisch Aanzicht: buitenaanzicht, lengte- of dwarsdoorsnede De vergroting. V=2x Trek horizontale lijnen (liniaal) van het onderdeel naar de naam. Zet de namen van de onderdelen bij de tekening.
Biologische tekening Grote tekening. Maximaal 1 tekening per bladzijde Teken strakke lijnen dus niet schetsen! Natuurgetrouw (meestal) in kleur Schematisch in zwart/wit Bovenschrift in rechterbovenhoek Horizontale lijnen met liniaal Namen van het organisme recht onder elkaar
B6: Ontwikkeling bij de mens. Lichamelijke groei en ontwikkeling stopt bij de mens rond het 25ste (18de)levensjaar. 18 jaar sleutelbeen volgroeid 25 jaar hersenen volgroeid Geestelijke ontwikkeling eindigt “nooit”.
Vier soorten ontwikkelingen Lichamelijk ontwikkeling: veranderingen in het lichaam Sociale ontwikkeling: leren reageren op de omgeving Grove motorische ontwikkeling: het leren bewegen met het hele lichaam. Fijne motorische ontwikkeling: het leren maken van kleine bewegingen (vooral met de handen).
Levensfasen bij de mens. Levensfase: een periode in jouw leven. Bij de mens onderscheiden wij 8 levensfasen: Baby : 0 – 1 ½ jaar. Peuter : 1 ½ - 4 jaar. Kleuter : 4 – 6 jaar. Schoolkind : 6 - 12 jaar. Puber : 12 - 16 jaar. Adolescent : 16 – 21 jaar. Volwassene : 21 – 65 jaar. Bejaarde : boven 65 jaar. (Dit zijn gemiddelde leeftijden) http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20050209_levensfasen01
Niet iedere levensfase duurt even lang… 1 2 4 6 7 Baby Peuter Puber Volwassene Oudere 10 20 30 40 50 60 70 80 90 Leeftijd (jaren) 3 5 Schoolkind Adolescent
B7: Ontwikkeling bij dieren Gedaanteverwisseling of metamorfose = verandering van lichaamsbouw én levenswijze. Het jong lijkt niet meer op het volwassen dier. Levenscyclus: verschillende levensfasen die een dier in zijn leven doorloopt.
Levenscyclus kikker 1. Parende kikkers 8. Verdwijnen van de staart 2. kikkerdril 3. Kikkervisje met uitwendige kieuwen 7. Ontwikkeling longen 4. Kikkervisje met inwendige kieuwen 6. Vorming voorpoten 5. Vorming achterpoten
Opdracht Bekijk het plaatje van de kikkers in je handboek blz 18 VH of 16 M. Geef voor stadia 3 t/m 8 aan hoe de kikker zich voortbeweegt en ademt. Stadium Voortbewegen Ademen 3 4 5 6 7 + 8
Mindmap Thema 1