Het bloed stroomt…
55-60% bloedplasma 40-45% bloedcellen Ongeveer 1 liter per 14 kg dier Samenstelling bloed Ongeveer 1 liter per 14 kg dier 55-60% bloedplasma 40-45% bloedcellen
Samenstelling bloedplasma 92% water ( warmtebuffer en oplosmiddel) 7% plasmaproteïnen zoals: albumine, globulines en fibrinogeen. 0,9% uit anorganische stoffen zoals kalium, natrium en calcium. 0,1% uit andere organische stoffen zoals glucose, vetten, antistoffen, enzymen en hormonen.
Plasma proteinen Albuminen zijn langgerekte eiwitmoleculen (constant houden osmotische waarden) Globulinen zijn kleine bolvormige eiwitmoleculen met transportfuncties, of dienen als antistoffen (immunoglobulinen) Fibrinogeen heeft een belangrijke functie bij de bloedstolling
Verschil plasma - serum
serum
Het bloed stroomt… Plasma doneren
bloedcellen Trombocyten Erytrocyten Leukocyten Levensduur ±10 dagen Levensduur ±10 jaar
Aanmaak en afbraak Aanmaak (hematopoese) uit stamcellen afbraak Aanmaak (hematopoese) uit stamcellen afbraak levensduur Ery’s (geen celkern) Rode beenmerg Milt (rode pulpa), lever, beenmerg 100 dagen Leuko’s (zelfstandig bewegen door bindweefsel) Beenmerg, thymus, milt (in witte pulpa), lymfeknopen 10 jaar Trombo’s (is geen echte cel) Beenmerg Lever, milt en longen 10 dagen
Het bloed stroomt… Ontstaan van bloedcellen in het rode beenmerg stamcel rode bloedcel fagocyten lymfocyt
Milt met A. en V. lienalis
erythrocyten Door diffusie uitwisseling van O2 en CO2 Hemoglobine met O2 Door diffusie uitwisseling van O2 en CO2
Homeotherm…hoe kan dat? Hijgen bij een hond
Warm- of koudbloedig? Lees eerst het artikel op https://nl.wikipedia.org/wiki/Warmbloedig En leg dan het verschil tussen warm- en koudbloedig uit!
Indeling leucocyten Maak een overzicht van de diverse leucocyten met hun verschillende vormen en functies Zie http://www.menselijk-lichaam.com/bloed-afweersysteem/witte-bloedlichaampjes-leukocyten/
Albumine tekort? Wormen? Maken opdracht 1 t/m 15
bloedstolling Zie eerdere info Maak een schema van de bloedstolling met alle benodigde factoren zodat je kunt uitleggen hoe bloedstolling werkt
Afweer van het lichaam Infectie: het binnendringen van pathogenen (m.o. en parasieten) in het lichaam. Mechanische afweer voor pathogenen: De huid De slijmvliezen / verteringsstelsel Het uitscheidingsstelsel Het voortplantingsstelsel Chemische afweer voor pathogene zijn: -Zoutzuur in de maag (HCl) -Enzymen breken de celwand van pathogenen af.
Afweer door de huid Op de huid levende mutualistische bacteriën doden pathogenen
ASPECIFIEKE EN SPECIFIEKE AFWEER Aspecifieke afweer algemene afweer Specifieke afweer gericht tegen één specifieke pathogene ASPECIFIEK: Koorts: lichaamstemperatuur stijgt gevolg: - versnellen van de afweerreacties - minder deling door pathogenen Leukocyten
Specifieke en aspecifieke afweer https://www.youtube.com/watch?v=hUqLaFrCAh4
ANTISTOFFEN GERICHT TEGEN EEN BEPAALDE ZIEKTEVERWEKKER SPECIFIEK: ANTISTOFFEN GERICHT TEGEN EEN BEPAALDE ZIEKTEVERWEKKER
Macrofagen Macrofagen: ruimen pathogene indringers op Aspecifiek (fagocyten worden aangetrokken door signaalstoffen) vb. monocyten, granulocyten, Natural killer cells Specifiek (antistoffen binden aan antigenen) vb. Antigeen Presenterende Cellen (APC’s) en dendrietcellen Fagocytose: fagocyten die pathogene en lichaamsvreemde stoffen opnemen en afbreken (“opetende” cellen) Signaalstoffen: leukotrienen, prostaglandines, tromboxanen, cytokinen Etter of pus: dode fagocyten, bacteriën en weefselresten
Het lymfesysteem Het lymfesysteem bestaat uit lymfevaten en lymfeknopen en is gevuld met lymfevocht en leukocyten, gemaakt door beenmerg, de thymus, milt en lymfestelsel Het lymfestelsel is verweven met het bloedvatenstelsel en ruimt de afvalstoffen van cellen alsmede pathogenen op. 1 Adenoid Tonsil Lymfeknopen Milt Appendix Lymfevaten Masses of lymphocytes and macrophages Tissue cells Lymphatic vessel Blood capillary Interstitial fluid Lymph node Het lymfevocht wordt terug gevoerd naar lymfeknopen 2 Macrofagen en lymfocyten ruimen pathogenen in de lymfeknopen op. 3 In de schouders wordt gereinigd lymfevocht herleid naar de bloedbaan. 4
Aspecifiek (fagocyteren) Specifiek (antistoffen)
Bijzondere leuco’s Mastcellen zijn weefselgebonden in bindweefsel en slijmvliezen. Monocyten dringen door wand haarvaten en worden macrofagen, die voorkomen in longen, hersenen (ze heten daar microgliacellen), lever, nieren, milt en lymfeknopen. Bindweefsel in deze organen heet het reticulo-endotheliale systeem, afgekort tot RES. De overige witte bloedcellen zwerven vrij door het lichaam en vind je dus zowel in het bloed als in de tussencelstof van de andere weefsels
Het bloed stroomt… Aspecifieke afweer Macrofaag fagocyteert een pathogeen in een lymfeknoop 3m
ASPECIFIEKE AFWEER Fagocyten aan het werk tijdens een infectie Pathogen Pin Macrophage Chemical signals Capillary Phagocytic cells Red blood cell Blood clotting elements Blood clot Phagocytosis Fluid, antimicrobial proteins, and clotting elements move from the blood to the site. Clotting begins. 2 Chemical signals released by activated macrophages and mast cells at the injury site cause nearby capillaries to widen and become more permeable. 1 Chemokines released by various kinds of cells attract more phagocytic cells from the blood to the injury site. 3 Neutrophils and macrophages phagocytose pathogens and cell debris at the site, and the tissue heals. 4 Fagocyten aan het werk tijdens een infectie
Afweer na een wond https://www.youtube.com/watch?v=Non4MkYQpYA
Symptomen bij een lokale ontsteking: Pijn Roodheid Warmte Zwelling Gestoorde functie
Specifieke afweer
Vorming van antistoffen T-lymfocyten gaan zich delen (T van Thymus) T-helpercellen Cytotoxische T-cellen T-memorycellen Geactiveerde T-lymfocyten, activeert B-lymfocyten, mastcellen en granulocyten Zoeken specifiek antigeen in het lichaam om te vernietigen. Inactief tot de volgende infectie met hetzelfde antigeen Activatie van B-lymfocyten (B van Beenmerg) plasmacellen B-memorycellen Vorming van antistoffen (immunoglobuline) antigeen-antilichaamcomplex Pathogeen wordt onschadelijk Humorale afweer (humor = vocht) Inactief tot de volgende infectie met hetzelfde antigeen Immuun voor deze ziekte
Antigeen-antilichaamcomplex B-lymfocyten Produceren antistoffen / antilichamen / immunoglobulinen Agglutineren: samenklonteren van meerdere bacteriën door immunoglobulinen Hoge concentratie antistoffen trekt`granulocyten en macrofagen aan Antigeen wordt vernietigd en bijnier maakt gluco-cortico-steroide aan, heeft ontstekingsremmende werking
Immuniteit Actieve immunisatie: Passieve immunisatie: door Doormaken ziekte vaccinatie tegen o.a. parvovirus, tetanus, niesziekte Passieve immunisatie: Door: Van moeder inspuiten van serum met antistoffen tegen het antigeen.
Immuniteit Natuurlijke of kunstmatige immuniteit: Actieve / langdurige (inentingen) Passieve / kortdurende Injectie met verzwakte/dode antigenen Serum met antistoffen Geheugencellen voorkomen tweede keer Geen aanmaak van geheugencellen