Die deutsche Satzbau Welche Reihenfolge, in Beziehung auf die Verben, muss man beachten, wenn man einen deutschen Satz schreibt?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rot sind die Rosen.
Advertisements

Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
Disco les 25 Uitleg grammatica.
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Taalkunde Grammatica A
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
2) modale hulwerkwoorden
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Der IMPERATIV de GEBIEDENDE WIJS.
5 Minuten lesen.
Wat is de persoonsvorm?. Wat is de persoonsvorm?
Brugklas Werkwoordspelling.
Fehler und Heimtücken Kapitel 2 Aufgabe 44
In mit durch von zu zwischen aus bei an seit neben für unter.
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Voegwoorden.
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
De gebiedende wijs De enkelvoudige zin en samengestelde zin
De betrekkelijk voornaamwoorden
Vaste voorzetsels en keuzevoorzetsels
Stof voor Proefwerk Trabitour C – Kapitel 9 Je moet kennen en kunnen: Woordjes AB Zinnen TB Bezittelijke voornaamwoorden - TB 48 Werkwoorden.
Ein informeller Brief Gute Tipps. Formuleringen Hoe gaat het met je? = Wie geht es (geht’s) dir? Ik heb het druk = Ich habe viel zu tun. in de vakantie.
Werkwoordsvormen, voorzetsels en voegwoorden
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Duits -1 Grammatica.
Seite 44/45 TB.  Je hebt al geleerd: 1. De werkwoorden haben, sein en werden in het Präsens en Präteritum (Periode 1) 2. De vervoegingen van normale.
Grammatik C + I Redemittel D + J
PERIODE 3: KAPITEL 3 Grammatik C + J Redemittel D + J.
Wat is de infinitief? Van Dale: de onverbogen vorm van het werkwoord
PERIODE 4: KAPITEL 4 + 5C + 6C Grammatik 4: C +I Grammatik 5: C Grammatik 6: C Redemittel D + J.
SAMENGESTELDE ZINNEN Hoofdzin en bijzin. Wat gaan we deze les leren? Wat zijn samengestelde zinnen? Wat is een bijzin? Wat is hoofdzin?
lopen, vallen, gamen, nadenken
Werkwoorden vervoegen
Grammatica zinsdelen 2vwo, periode 2a.
J. van Os Maurick College Tweede klas
Werkwoordelijk gezegde en werkwoordelijke uitdrukking
Foutieve samentrekking
Schulprüfung Schreibfertigkeit
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Werkwoorden Hele werkwoord: wij-vorm tegenwoordige tijd Stam: ik-vorm tegenwoordige tijd Persoonsvorm: Belangrijkste werkwoord in de zin.
De samengestelde zin.
Grammatica Hoofdzin en bijzin.
Rot sind die Rosen.
Starke Verben in der deutschen Sprache
De betrekkelijk voornaamwoorden
Het bezittelijk voornaamwoord
Meewerkendvoorswerpzin
Blok 2: Grammatica zinsdelen
Grammatica Hoofdstuk 2.
Het persoonlijk voornaamwoord
De Imperativ De gebiedende wijs.
Klassen 2 alle gramm info boek A
Stappenplan werkwoordspelling
Grammatik: Modalverben
Spelling.
J. van Os Maurick College Tweede klas
J. van Os Maurick College Tweede klas
Samengestelde zinnen.
H4, Deutsch 17. Mai 2016.
lopen, vallen, gamen, nadenken
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
modale hulwerkwoorden
Het gezegde (vraagzin van maken, pv komt vooraan)
Hoofdstuk 2 Taalverzorging
Transcript van de presentatie:

Die deutsche Satzbau Welche Reihenfolge, in Beziehung auf die Verben, muss man beachten, wenn man einen deutschen Satz schreibt?

Enkelvoudig werkwoord Zinnen met een enkelvoudig werkwoord verschillen niet van de Nederlandse opbouw: Ik ken hem niet → Ich kenne ihn nicht Ook als je de zin vragend maakt, blijft de woordvolgorde hetzelfde: Ken ik hem niet? → Kenne ich ihn nicht?

Samengesteld werkwoord Ook zinnen met een samengesteld werkwoord kennen dezelfde opbouw als een Nederlandse zin: Ik ga graag uit → Ich gehe gern aus. Maar ook: Ik heb hem vanmorgen nog gezien → Ich habe ihn heute morgen noch gesehen Het eerste deel van het werkwoord is dus de persoonsvorm en staat vooraan. Het tweede gedeelte komt dus helemaal achteraan te staan!

Werkwoordgroep (1) Deze zinsvorm verschilt wel van het Nederlands. Je gebruikt deze opbouw als er in éen zin sprake is van meerdere infinitieven (= hele werkwoord) Bijvoorbeeld: Ik heb hem niet kunnen helpen. Wij hebben jullie mogen zien. Let op: als de persoonsvorm hetzelfde is als de infinitief-vorm, telt deze niet mee als ‘infintief’ maar als ‘persoonsvorm’!

Werkwoordgroep (2) De regel voor deze werkwoordgroep is het volgende: ‘Alle Modalverben en de werkwoorden sehen, hören, lassen en helfen komen bij zo’n groep helemaal achteraan te staan! Dit is bij het Nederlands precies omgekeerd: Ik heb hem niet kunnen helpen → Ich habe ihm nicht helfen können (modaal werkwoord dus altijd acheraan!) Ik heb je niet zien komen → Ich habe dich nicht kommen sehen.

Bijzinnen

Voor bijzinnen gelden twee regels: De persoonsvorm komt zover mogelijk achteraan te staan: Ik weet, dat ze niet kan komen → Ich weiß, dass sie nicht kommen kann. Bij twee infinitieven achter elkaar, komt het hulpwerkwoord (Modalverb) achter de andere infinitief: Ik hoorde, dat hij niet kan komen → Ich höre, dass er nicht kommen kann http://www.1001docenten.nl/videos/martin-ringenaldus/duits-grammatica-28-hoofdzinnen-en-bijzinnen-in-het-duits

Nog wat weetjes Op de uitzondering met een werkwoordgroep na, is de zinsopbouw in het Duits exact hetzelfde als in het Nederlands! Dus: OW – PV – MV – LV (Meine Mutter gibt mir das Buch) Net als in het Nederlands gaat tijd voor plaats: Ik loop al uren in de stad (Ich laufe schon Stunde in der Stadt) Houdt bij twijfel dus altijd de Nederlandse zinsopbouw aan, maar denk wel aan de uitzondering met een werkwoordgroep!