Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kan je de betekenis van de afkortingen in s = v x t benoemen
Advertisements

Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Werken met het begrip wetenschappelijk en significant.
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Rekenen met snelheid Een probleem oplossen
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
Opdrachten Snelheid.
3.4 Reken met constante snelheid
Opdrachten Snelheid.
Massa, volume en inhoud..
Sectie natuurkunde – College Den Hulster - Venlo
Tijd, afstand, snelheid.
Afstanden omrekenen Tijd omrekenen Snelheid omrekenen
Vraag 1: Het aantal inwoners van Obelin is in zes jaar van naar een kwart miljoen gestegen. Hoeveel inwoners zijn er in die zes jaar bijgekomen?
Presentatie titel Kennisbasis Rekenen
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
Leervaardigheden in het vak nask1 Vaardigheden die je helpen het examen met succes te behalen.
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Rekenen!!! cito.
Meten en meetkunde in het verkeer
Meten en meetkunde in het verkeer
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
 GROOTHEID DICHTHEID DEFINITIE SYMBOOL EENHEID g/cm3 MEETINSTRU-
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
les 3 digitale rekenblokken Verhoudingen in context situaties
Verhoudingen Les 1 een deel van een gehele hoeveelheid In breuken
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Rekenen.
Lesbrief procenten.
Metend rekenen 5de leerjaar.
Grootheden en Eenheden
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Les 3volgorde van bewerkingen
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Meten & Meetkunde Les 2: Tijd
NASK – METRISCH STELSEL
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Rekenen periode 3 Meten en meetkunde les 6: Meten en meetkunde in het verkeer (Les 5 figuren slaan we over)
Rekenen Les 7 Meten in recepten.
Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd. Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Hoofdstuk 21 Metriek stelsel. Hoofdstuk 21 Metriek stelsel.
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verbanden les 3: Rekenen met tabellen 1 Verbanden les 5: Rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen.
Rekenen met kommagetallen
GROOTHEDEN EN EENHEDEN
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
soorten beweging groot- en eenheden de formule soorten diagrammen .
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Les 7: woordformules gebruiken
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Rekenen met verhoudingen
Hoofdstuk 6 Metriek stelsel. Hoofdstuk 6 Metriek stelsel.
Verder rekenen met kommagetallen
Transcript van de presentatie:

Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN Leren rekenen met snelheid (dmv verhoudingstabel met afstand en tijd) Van km/u naar m/s van km/u naar mph Hoe lang iemand er nog over moet doen als iemand anders al op de plek van aankomst is Wat de bevolkingsdichtheid is in een gebied)…… (examenstof)

Hoe reken je van km per uur naar meters per sec Van meters naar kilometers Hoeveel meters gaan er in een km x 1000 Van kilometers naar meters Hoeveel km gaan er in een meter :1000 Hoeveel secondes gaan er in een uur? Of hoeveel minuten gaan er in een uur? Kijk naar de gegevens in de vraag (bijvoorbeeld een wedstrijd tijd in minuten en seconden). Neem dan de kleinste eenheid en zet alles in die eenheid. Max verstappen rijdt een race op een baan van 4653 meter Zijn tijd is 1:24,527 Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/u? Let op hoe de tijd is ingedeeld 1:24:52 = 1 uur, 24 minuten en 52 seconden 1:24,527 = 1 minuut, 24 seconden en 527 duizendsten Alles ACHTER de komma zijn honderdsten (of duizendsten) Alles VOOR de komma zijn (van achter naar voren) seconden, minuten en uren. Hondersten en duizendsten mag je laten staan. Is de tijd 1:24u dan zet je de tijd om in minuten en maak je van 1 uur 60 min. Is de tijd 1:24:52u dan zet je de tijd om in seconden en maak je van 1 uur 3600 sec.

Het uitrekenen van een gemiddelde snelheid in km/u of m/s Reken terug naar 1 km/u = zoveel kilometers in 1 uur m/s = zoveel meters in 1 seconde Bolt loopt de 500 meter in 9,58 s Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/uur? Wat weet je al? Waar wil je naartoe met je antwoord? Gebruik een verhoudingstabel

Op kerstavond reist de Kerstman 466 miljoen kilometer met zijn slee! 466 miljoen : 12 uur = 38,833333 = 38,8 miljoen km per uur! Hohoho Op kerstavond reist de Kerstman 466 miljoen kilometer met zijn slee! Hij doet dit alles in 1 avond/nacht van 18:00 uur tot 6:00 ‘s ochtends. Dus in 12 uur legt hij 466 miljoen kilometer af. Hoeveel kilometer legt de Kerstman af in 1 uur? Of…wat is zijn gemiddelde snelheid in km/u

Les 4: opgave 4 Anna en Dirk nemen dezelfde route en vertrekken op dezelfde tijd. Anna loopt 6 km/u en Dirk fiets t 18 km/u. De route is 15 km. Hoever moet Anna nog lopen als Dirk aankomt? Reken eerst beide tijden uit. Kijk dan hoe lang Anna nog moet als Dirk er al is.

Nu iets moeilijker: les 4 opgave 1 Bolt loopt de 100 m sprint in 9,58 sec Nummer 2 finisht met een tijd van 9,99 sec Hoeveel meter moet nummer 2 nog lopen als Bolt al is gefinisht? 1: wat is het verschil in eindtijd tussen nr 1 en nr 2? (in seconden?) 9,99-9,58 = 0,41 seconden 2: hoe hard loopt nummer 2 de 100 meter ? 3: hoeveel meter loopt hij dan in 1 seconde? 4: hoeveel meter moet nr 2 dan nog afleggen in die 0,41 seconden?

:9,99 Afstand in meters 100 meter Tijd in seconden 9,99 sec 1 sec 0,41 sec : 9,99 x 0,41

EEN SNELLE MANIER!!! Van kilometers per uur naar meters per seconde (: 3,6) Van meters per seconde naar kilometers per uur (x 3,6) Van m/s naar km/u is 50 m/s naar km/u = 50 x 3.600 : 1.000 (is dus 50 x 3,6= 180 km/u) Het antwoord is in kilometers/uur Van km/u naar m/s is net andersom 180 km/u naar m/s = 180 : 3.600 × 1.000 (is dus 180 : 3,6 = 50 m/s) Ander voorbeeld: je loopt 5 km/u hoeveel m/s is dit dan? 5 KILOMETER per uur : 3,6 = 1,38888…9 = 1,39 METER per seconde

1 mijl is gelijk aan 1,6 kilometer Van kilometers naar mijl is : 1,6 Van mijl naar kilometer is x 1,6 Van km/u naar mph = : 1,6 Van mph naar km/u = x 1,6 Terug naar de Kerstman…. Hoeveel mijl legt de Kerstman af op 1 nacht als hij 466 miljoen km aflegt? En hoeveel mijl per uur is dat dan?

Hoe zet je een racetijd om van minuten /seconden naar km/u (Of…hoe hard rijdt hij in een uur) 1: Zet de tijd eerst om naar seconden en daarna naar een uur. 2: 34,22 seconden (de honderdsten achter de komma mag je laten staan) + 60 sec 3: zet in een verhoudingstabel 5,543 km …… 211,78 (1 decimaal = 211,8km/u) 94,22 seconden 1 seconde 3600 sec = 1 uur : 94,22 x 3600 (je kunt het ook met de kruistabel methode uitrekenen)

Voorbeeld examenvraag

Zet de tijd van Geesink eerst om in seconden. (19:31 + 0:51) 19 min x 60 sec = 1140 seconden + 31 sec + de extra 51 sec = 1222 sec Zet in een verhoudingstabel en reken om naar een uur (= 3600 seconden) Afstand (in km) 15 km …… 44,1898 (afronden op 1 decimaal = 44,2 Tijd (in sec) 1222 sec 1 sec 3600 sec Dus de gemiddelde snelheid per uur = 44,2 kilometers

HOE DICHT BEVOKT IS EEN LAND HOE DICHT BEVOKT IS EEN LAND? Hoeveel inwoners wonen er gemiddeld op 1 km2 Welk land is het dichtstbevolkt? Welk land is het dunstbevolkt?

Dichtheid = gewicht van de massa: volume van de massa Dit wordt weergegeven in kg/m3 1: Bereken de inhoud in m3 (dit is het volume) Dus 1 liter is 1 dm3 (: 1000) = 0.001 m3 2: je weet: 1 liter weegt 1 kg = 1000 gram bereken het gewicht van de inhoud van de fles 1000 gram – 80 gram = 920 gram De olie weegt dus 920 gram 3: bereken nu de dichtheid van de olie Dichtheid = gewicht van de massa is 920 gram : volume van de massa is 0,001 m3 = 920000 gram/m3 4: zet dit om naar kg/m3 is : 1000 = 920 kg/m3