Esperanto La ŝalmisto de Hamelin

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Herhaling van hoofdstuk
Advertisements

Werkwoordspelling Volg de weg!.
Taaloefeningen.
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Fouten met verwijswoorden
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Vandaag hebben we het over :
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Verdeel het woord in lettergrepen
Everything you need to know for your test in the test week!
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Een taalopdracht maken (e-ee/ u-uu/o-oo/a-aa)
Grammatica Nederlands
LL 13: Grammatica Perfectum Passivum en PPP
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
WERKWOORDSPELLING Met dit overzicht vind je uit hoe je de werkwoordsvorm moet schrijven. Dit is de knop om te beginnen.
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Grammaire chapitre 1 2 vwo (+).
Spelling werkwoorden Denk – dacht schets - schetste Ontwerp – ontwierp
La pronunciación De uitspraak
Taaloefeningen.
Woordsoorten Maud Hutten.
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Taaloefeningen.
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
Spaans week 9 les 1 3HD.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
Werkwoordspelling -d of –t?
De lidwoorden Kleine woorden met grote gevolgen!! Welke ken je? (ne en fa du)
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
HERHALING U5 EN U6 2HSP. BRON D – UNIDAD 5 Het bezittelijk vnw geeft aan van wie iets of iemand is. In het Spaans hangt de vorm van het bezittelijk vnw.
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd. Stam zoeken (infinitief –en) PersoonVormPersoon Ik …Stam Je/JijStam + t StamJe Hij/zij/hetStam + t Wij/jullie/zijStam.
PERIODE 3: KAPITEL 3 Grammatik C + J Redemittel D + J.
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
persoonsvorm de De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
 Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!
SPELLING BLOK Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4.
Cursus werkwoordspelling Goed spellen? Kwestie van regels.
Werkwoorden vervoegen
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Betrekkelijk voornaamwoord
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
De samengestelde zin.
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
Lijdende en bedrijvende vorm
Hoofdstuk 2 Spelling Infinitief en voltooid deelwoord
Spelling woorden met lange klank
Het bezittelijk voornaamwoord
Mol en beer.
Verwijswoorden.
Direct Les Sem 1, blok 1. Grammaticales 2
Taal is het vervoermiddel van onze gedachten
Direct Les Sem 1, blok 1. Grammaticales 2
Naamvallen en het onbepaald lidwoord
Grammatica hoofdstuk 1.
De apen aan de andere kant van het hek kregen vandaag heel wat grappige mensen te zien
Hoe ontstaan naamvallen?
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
Hoe ontstaan naamvallen?
De passieve indicatief perfectum.
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Esperanto La ŝalmisto de Hamelin Saluton. Mi estas Bart. Mi parolos pri Esperanto. Esperanto, laat je VER leiden, Doordat ik maar 30 minuten krijg van Patrick voor een zeer uitgebreid onderwerp als een taal én een kultuur, zal ik hier een half uur aan een stuk babbelen en vraag ik jullie om jullie vragen voor het einde te houden.

Overzicht Mij voorstellen Sprookje “La ŝalmisto de Hamelin” Overzicht van Esperanto

28 letters = 28 klanken Aa Bb Cc Ĉĉ Dd Ee Ff Gg Ĝĝ Hh Ĥĥ Ii Jj Ĵĵ Kk Ll Mm Nn Oo Pp Rr Ss Ŝŝ Tt Uu Ŭŭ Vv Zz Klemtoon: voorlaatste lettergreep

5 klinkers: a, e (kip), i, o, u (oe)

C : ts

Ĉ : tsj slepend

G : franse g (garçon)

Ĝ :dj slepend

Ĥ : h slepend (echo)

Ĵ : j slepend (journaal)

Ŝ : s slepend (sjaal)

Ŭ : w (enkel aŭ en eŭ)

Grammatica Accusatief : -n Lijdend voorwerp Weglaten voorzetsel Geen geslachten Substantieven: -o Meervoud: -j Adjectieven: -a Bijwoorden: -e

Lijdend voorwerp : -n

Wat achtervolgt de kat? Een muis? Een hond?

Wat achtervolgt de kat? Een muis? Een hond? muso ← kato ← hundo ĉasas: jaagt, achtervolgt kio: wat -n: lijdend voorwerp

Wat achtervolgt de kat? Een muis? Een hond? muso ← kato ← hundo ĉasi: jagen, achtervolgen -n: lijdend voorwerp kio: wat Kio ĉasas la katon? Kion ĉasas la kato?

Weglaten voorzetsel : -n

Substantieven: -o

Meervoud: -j

Adjectieven: -a

Bijwoorden: -e

Tegenwoordige tijd: -as (vandaag) Vervoegingen Mi estas Mi havas Mi amas Vi estas Vi havas Vi amas Li, ŝi, ĝi estas Li, ŝi, ĝi havas Li amas Ni estas Ni havas Ni amas Ili estas Ili havas Ili amas Tegenwoordige tijd: -as (vandaag)

Verleden tijd: -is (gisteren)

Toekomstige tijd: -os (morgen)

Infinitief: -i

Verzoek/bevel : -u

Voorwaardelijke wijs: -us Se ili ne pagus, ili ne rehavus la infanojn

Actief tegenwoordig deelwoord: -ant

Deelwoorden

Deelwoorden toekomstig tegenwoordig voltooid actief passief

Deelwoorden esti estas fraponta frapanta frapinta toekomstig tegenwoordig voltooid actief passief

Deelwoorden esti estas fraponta frapanta frapinta la fraponto la frapanto la frapinto toekomstig tegenwoordig voltooid actief passief

Deelwoorden esti estas fraponta frapanta frapinta la fraponto la frapanto la frapinto frapota frapata frapita la frapoto la frapato la frapito toekomstig tegenwoordig voltooid actief passief

Deelwoorden esti estis estas estos fraponta frapanta frapinta la fraponto la frapanto la frapinto frapota frapata frapita la frapoto la frapato la frapito toekomstig tegenwoordig voltooid actief passief

Veel mogelijkheden

45 correlatieven of tabelwoorden (5 x 9) -u persoon / selectie -o ding (zelfst.) vragend k- -a soort (bijv.) aanwijzend t- -es bezit algemeen ĉ- -i- -el manier onbepaald - -e plaats ontkennend nen- -am tijd -om hoeveelheid -al reden

K-i-al : vragend + reden => waarom

K-i-el : vragend + manier => hoe

K-i-e : vragend + plaats => waar

T-i-u : aanwijzend + selectie => die/dat

T-i-om : aanwijzend + hoeveelheid => zo veel

-I-u : onbepaald + selectie => een of andere

Ĉ-i-u : algemeen + selectie => elke

Nen-i-am : ontkennend + tijd => nooit

15 leren (5 + 9 + -i-) 45 kennen (5 x 9) -u persoon / selectie -o ding (zelfst.) vragend k- -a soort (bijv.) aanwijzend t- -es bezit algemeen ĉ- -i- -el manier onbepaald - -e plaats ontkennend nen- -am tijd -om hoeveelheid -al reden

Voor- en achtervoegsels Verandert de betekenis Kan toegepast worden op heel veel woorden => weinig woorden leren veel woorden maken => minder stammen nodig

-ist : beroep of hobby

Mal- : tegengestelde

-estr : hoofd, chef

-ul : persoon met de eigenschap

Re- : opnieuw, terug

-ar : verzameling

-an : inwoner, lid of aanhanger

Besluit Maar 16 grammatica-regels zonder uitzonderingen Minder stammen => relatief gemakkelijk Helpt om andere talen te leren

Info lernu.net duolingo.com konoj.org vortaroj.org esperanto.net esperanto.be retbutiko.net