Prognostische factoren van chronische buikpijn bij kinderen in de eerste lijn LAA Spee1, Y Lisman-van Leeuwen2, MA Benninga3, SMA Bierma-Zeinstra1, BJ Kollen2 en MY Berger2 1Afd. Huisartsgeneeskunde, Erasmus MC 2Afd. Huisartsgeneeskunde, UMCG 3Afd. Kindergastroenterologie, Emma Kinderziekenhuis, AMC
Buikpijn in de huisartspraktijk Betreft 5% van alle consultaties door kinderen In de meeste gevallen geen organische oorzaak; +/- 90% krijgt symptoomdiagnose Kan chronisch worden met impact op dagelijks functioneren
Chronische buikpijn 1/3 van kinderen houdt chronische buikpijn ≥ 5 jaar Impact op dagelijks functioneren, soms forse ziektelast Mogelijke relatie met Prikkelbare Darm Syndroom en psychiatrische co-morbiditeit op volwassen leeftijd
Onderzoeksvraag Welke gegevens uit de anamnese tijdens de eerste presentatie aan de huisarts kunnen het bestaan van chronische buikpijn met impact op het dagelijks functioneren één jaar later voorspellen?
Prospectief cohort onderzoek Inclusie kinderen 4 t/m 16 jaar: Nieuwe episode van buikpijn (geen consultatie voor buikpijn 3mnd voorafgaand aan inclusie) Exclusie: gediagnosticeerde IBD, coeliakie, lactose-intolerantie, taalbarrière Dataverzameling: Vragenlijsten Follow-up: 1 jaar
Chronische buikpijn na 1 jaar Tenminste 3 episodes van buikpijn in 3 achtereenvolgende maanden én De pijn moet van invloed zijn op het dagelijks functioneren van het kind (schoolverzuim, sport/ hobby onderbreken, medicatie nemen voor de pijn)
Potentiële prognostische factoren Selectie op basis van literatuur (2e en 3e lijn) Positieve predictoren: Leeftijd, geslacht, dyspepsie, ‘s nachts wakker vanwege buikpijn, meerdere somatisch (onverklaarde) klachten, chronische buikpijn op baseline, positieve familie anamnese Negatieve predictoren: Braken, koorts, dysurie, bloed bij ontlasting, pijn epigastrio
Flowchart van patiënten Aangemeld N = 348 Geen deelname n = 43 Baseline N = 305 Lost to follow-up n = 22 (7.2%) 1 jaar follow-up N = 283
Baseline karakteristieken Leeftijd (in jaren) ± sd 8.30 ± 2.9 Geslacht (% meisjes) 177 (62.5) Chronische buikpijn na 1 jaar (%) 105 (37.1) * Na 1 jaar beschikbaar voor analyse
Positieve predictoren Chr. BP + N = 105 Chr. BP - N = 178 OR (95% CI) Leeftijd in jaren (±sd) 8.8 (3.2) 8.0 (2.7) 1.10 (1.02 – 1.20)* Geslacht (% meisje) 73 (69.5) 104 (58.4) 1.62 (0.97 – 2.71) Dyspepsie 53 (50.5) 74 (44.0) 1.30 (0.79 – 2.11) ‘s Nachts wakker vanwege buikpijn 56 (31.5) 2.22 (1.35 – 3.65)* Meerdere somatische (onverklaarde) klachten 49 (46.7) 48 (27.0) 2.18 (1.32 – 3.60)* Chronische buikpijn baseline 58 (55.2) 73 (41.0) 1.78 (1.09 – 2.89)* Positieve familie-anamnese 37 (35.6) 49 (28.0) 1.42 (0.85 – 2.39) * p ≤ 0.05
Negatieve predictoren Chr. BP + N = 105 Chr. BP - N = 178 OR (95% CI) Braken 16 (15.2) 30 (16.9) 0.89 (0.46 – 1.72) Koorts 20 (19.0) 28 (15.7) 1.26 (0.67 – 2.37) Dysurie 8 (7.6) 9 (5.1) 1.55 (0.58 – 4.15) Bloed bij ontlasting 3 (2.9) 4 (2.3) 1.27 (0.28 – 5.80) Pijn epigastrio 5 (4.9) 20 (12.6) 0.36 (0.13 – 0.99)* * p ≤ 0.05
Multivariabele model Area under the curve (AUC): 0.69 Positieve predictoren OR (95% CI) Leeftijd in jaren 1.08 (1.00 - 1.17) ‘s Nachts wakker vanwege buikpijn 2.28 (1.38 - 3.77) Meerdere somatische (onverklaarde) klachten 2.18 (1.14 - 4.19) Chronische buikpijn baseline 1.77 (1.07 - 2.95) Verklaarde variantie: 14.3% Area under the curve (AUC): 0.69
Multivariabele model Negatieve predictor OR (95% CI) Pijn epigastrio 0.36 (0.13 – 0.99) Toevoegen aan multivariabele model ‘positieve predictoren’: geen toegevoegde waarde
Chronische buikpijn na 1 jaar Baseline risico: 105 / 283 = 37.1% Aantal positieve prognostische factoren* Risico (%) Géén 19.4 1 34.9 2 48.2 ≥ 3 65.5 *Leeftijd gedichotomiseerd <10 jaar en ≥10 jaar
Conclusie >1/3 van de kinderen die zich met buikpijn aan de huisarts presenteren heeft chronische buikpijn 1 jaar na het eerste consult Alleen met huidige informatie uit de anamnese kan de huisarts geen goede inschatting maken van de prognose van een kind met buikpijn
Discussie Lage verklaarde variantie: Beperkt aantal factoren bekeken Nog onbekende prognostische factoren? Geen psychosociale factoren bekeken Toekomstig onderzoek moet zich richten op identificatie van prognostische factoren (psychische-, familie-, omgevingsfactoren?)
Geneeskunde-op-maat? Identificatie kinderen met risico op langdurige chronische buikpijn belangrijk! Behandeling = geneeskunde-op-maat door de huisarts! regelmatige follow-up? voorlichting? gesprekken met ouders? hypnotherapie? psychologische begeleiding?
De Prognose van Buikpijn bij Kinderen in de Huisartspraktijk Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: