Soep en kennis
Wat is middelengebruik?
Gebruik je? Wie van jullie Drinkt weleens alcohol? Gebruikt weleens drugs? Rookt wel eens sigaret?
Middelengebruik Vroeger: Medicinale werking (cocabladeren/opium) Culturele verschillen Verenigde Staten Moslim landen Nederland
Alcohol Overal verkrijgbaar Sociaal geaccepteerd Dempende werking Kleine dosering: ‘relaxter’, ‘de wereld aan je voeten’, meer zelfvertrouwen In grote doseringen: vermoeidheid, slaapproblemen, depressieve stemming
Richtlijnen verantwoord alcoholgebruik Mannen en Vrouwen: Niet meer dan 1 glas per dag, liefst helemaal niet Geen binge drinken: >5 glazen
Cannabis In Nederland legaal Veelal onder jongeren geprobeerd Hallucinogene effecten, ‘high’ worden, relaxed
Cocaïne Illegale drugs Hoort bij de stimulantia Sterke afhankelijkheid, vooral bij roken Eufoor, meer zelfvertrouwen; kan leiden tot irritatie en paranoia
Heroïne Illegale harddrug Vroeger gebruikt als medicijn (morfine) Zeer verslavend Eufoor, tintelende sensaties
Tabak Overal verkrijgbaar Nog steeds sociaal geaccepteerd; verschuift langzamerhand Nicotine zeer verslavend Veroorzaakt hoogste sterftecijfers van verslavende middelen
WAAR DENKEN JULLIE AAN BIJ VERSLAVING?
Verslaving Een herhaalde krachtige motivatie om doelgericht gedrag te vertonen dat geen waarde voor overleving heeft, is verkregen door ermee te beginnen, met een significant risico voor onbedoelde schade
DSM 5 criteria Veel trek of gebruik Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan de bedoeling was Wens of mislukte pogingen om te minderen of te stoppen Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd Hunkering: Sterk verlangen om te gebruiken Negatieve consequenties, ook voor anderen Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis Blijven gebruiken ondanks hieruit resulterende problemen in het relationele vlak Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk Voortdurend gebruik in situaties die fysiek gevaar opleveren Tolerantie en afhankelijkheid Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert Tolerantie: Grotere hoeveelheden nodig voor hetzelfde effect Het optreden van onthoudingsverschijnselen
Screenen op alcoholverslaving (AUDIT-C) Hoe vaak drinkt u een alcoholhoudende drank? Nooit 0 Minder dan maandelijks/maandelijks 1 2-4 keer per maand 2 2-3 keer per week 3 4 of meer keer per week 4 Hoeveel standaard alcohol-houdende drankjes nuttigt u gemiddeld op een dag dat u drinkt? 1 of 2 0 3 of 4 1 5 of 6 2 7-9 3 10 of meer 4 Hoe vaak drinkt u zes of meer drankjes op één gelegenheid? nooit 0 Minder dan maandelijks/maandelijks 1 2-3 keer per week 3 4 of meer keer per week 4 Bij vrouwen doorvragen bij 4 of meer punten. Bij mannen bij 5 of meer
Screenen op (alcohol)verslaving CAGE C (Cut Down) Heb ik ooit geprobeerd te minderen? A (Annoyed by criticism) Vind ik het vervelend wanneer mensen een opmerking maken over mijn gedrag? G (Guilty) Heb ik me na het shoppen, roken, drinken, gamen... ooit schuldig gevoeld? E (Eye Opener) Heb ik ooit 's ochtends alcohol gedronken om de kater van de dag voordien te verwerken? Bij twee of meer keer ja heb je mogelijk een probleem
IS HULP GEWENST?
Prevalentie middelengebruik Nederland nationale drugsmonitor 2015, Trimbos cannabis cocaïne opiaten XTC Amf. GHB benzo’s Alcohol Tabak % recente gebruikers 15-64 jaar 8 1,6 <0,1 2,5 1,3 0,4 10,1 (2009) 77% 25% % gebruik jongeren 12-18 jaar 7,7 0,8 0,2 0.9 0,6 0,1 ? 27% 4% aantal probleem-gebruikers 29.300 40.200 14.000 22.000 35.000 82.400 395.600 627.000 cliënten verslavingszorg 10.965 7.519 9.606 105 1.671 779 602 30.764 449
Hoe doet Nederland het?
Belang van hulp bij verslaving Verslaving kan verergeren Onverantwoordelijke dingen kunnen worden voorkomen Criminaliteit en agressie kunnen worden voorkomen Kosten alcohol en drugs bedragen jaarlijks miljarden Partners hebben tal van klachten Vijf personen in de omgeving worden geraakt Overdracht van verslaving op kinderen Lectoraat Verslavingskunde: Aandacht is nodig voor de verslaafde persoon én diens omgeving
HOE GA JE OM MET VERSLAVING?
Model van verslaving
Bereik van verslavingszorg 25% van mannen en 10% van vrouwen krijgt ooit een middelenstoornis (Trimbos) Één op de tien komt in zorg (Ladis) Behandelkloof bij verslaving het grootst Mensen komen in zorg door stimulatie van omgeving Veel mensen zelfredzaam met steun van hun omgeving
Verslavingszorg in Nederland Categorale instellingen en samenwerking met GGZ CURE en CARE Preventie Kort durende ambulante behandeling Langdurende ambulante behandeling met mogelijk klinische opname Intensieve bemoeizorg Woonbegeleiding
Visies op verslaving Het is een karakterzwakte (moreel model) Het komt door het middel (farmacologisch model) Het is een ziekte voor mensen die er kwetsbaar voor zijn (ziektemodel) Leshner (1997): Verslaving is een chronische recidiverende hersenziekte (hersenziektemodel)
Visie op verslaving Het is een samenspel van biologische, psychische en sociale factoren (biopsychosociale model) Maar let ook op zingeving (o.a. Frankl, 1946, 2011). Kijk dus naar zelfredzaamheid en ondersteuning vanuit de omgeving: Zelf en hulp Samen sta je sterker
Waarop moet de zorg zich richten? Vanuit gedragseconomie en CRA bekend dat mensen zich moeten richten op belonende activiteiten in de omgeving die niets met alcohol of drugs te maken hebben (Correia e.a., 2005) Sociale ondersteuning gericht op niet-drinkgedrag heeft een gunstig effect op o.a.: Behandelacceptatie (Meyers e.a., 2002) Vermindering drinkgedrag (Hunter-Reel e.a., 2009) Algemene gezondheid (Galea e.a., 2004; Rosenquist e,a., 2010; Valente, 2010).
CRAFT CRAFT: community reinforcement approach and family training Drie doelen bij CRAFT, die ook gehaald worden: Verminderen middelengebruik van patiënt Verbeteren functioneren van omgeving (emotioneel, fysiek, relaties) De patiënt in behandeling krijgen Twee basisprincipes: Aanmoedigen door bekrachtigen van gezond en prosociaal gedrag Ontmoedigen van middelengebruik door eliminatie van iedere vorm van gerelateerde bekrachtiging
Plezierige activiteiten lijst Hoe vaak deed je iets in de afgelopen maand en hoe leuk vind je het om dat te doen? 140 activiteiten Sociale activiteiten Sensation seeking activiteiten Huiselijke activiteiten Cultuur, wetenschap en reizen Passieve, ontspannende activiteiten Sport gerelateerde activiteiten Intimiteit, persoonlijke aandacht
Let goed op en stimuleer mensen tot het vinden/benutten van een positief netwerk