Vraag 1: Functies Bestudeer dit stukje code: >> print (4.0/3.0)* *1**3 >> print (4.0/3.0)* *2**3 >> print (4.0/3.0)* *3**3 >> print.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties

Advertisements

Instructie Programmeren Task 1 5JJ70. Task 1.1: Hello World •Klik naast de laatste accolade in de grijze kantlijn om een breakpoint neer te zetten, anders.
Instructie Programmeren Task 8 5JJ70. PAGE 2 Task 8: Double Linked List Het doel van deze opdracht is: Het opbouwen van een tweetal klassen, die samen.
Practica Computerlinguistiek Tekst en uitleg:
Base: bewerkingen 2 soorten - Oplopend- Aflopend.
Instructie Programmeren Task 1 5JJ70. Task 1.1: Hello World Klik naast de laatste accolade in de grijze kantlijn om een breakpoint neer te zetten, anders.
Hoofdstuk 6: Controle structuren
1 Datastructuren Sorteren: alleen of niet alleen vergelijkingen College 5.
Hogere-orde functies: herhaald patroon? Parametrizeer! product :: [Int]  Int product [ ]= product (x:xs)= 1 product xs x * and :: [Bool]  Bool and [
Les 2 Basisbouwstenen (deel 1)
Assenstelsels en het plotten van Functies in LOGO
Instructie Programmeren Task 5
startopdracht Schrijf met Structograaf een PSD waarmee
Inleidend probleem Data structuur (hiërarchie van classes)
Numerieke Natuurkunde
GESPRG Les 7 Gestructureerd programmeren in C. 92 Verwisselen Schrijf een functie waarmee twee int variabelen verwisseld kunnen worden. void wissel(int.
JAVA -- H51 CONSTRUCTOR –- COPY-CONSTRUCTOR 1Constructor: Dezelfde naam als de klasse Wordt uitgevoerd d.m.v. new Initialisatie van de (private) attributen.
PHP functies.
6.1 Inleiding HOOFDSTUK 6 METHODEN
LauwersCollege Buitenpost Java Applet programma dat op een website zichtbaar is Java Application programma dat zelfstandig werkt Javascript Scripttaal.
Chris Pollentier 18 / 12 / 2002 De LOGO taalwereld.
INSTRUCTIE fase 3 Dit is de slotopdracht; Maak met de hele klas een supergrote Graffiti-voorstelling waarop al jullie Avatars in een nieuwe samenstelling.
Starten met PHP Dynamischer bouwen.
 De Loader Class wordt gebruikt om afbeeldingen (jpg, png, gifs) of swf’s tijdens het afspelen van het programma te laden. Ze staan dus niet in de Library.
Tircms02-p les 3 Functies Strings Structuren. Functies 1. main() 2. { int k; k = 10 ; printf(“%d\n”,fac(k)); } 3. int fac(n) int n; 4. { int f; f= 1;
Instructie Programmeren Task 7
1 PI1 week 9 Complexiteit Sorteren Zoeken. 2 Complexiteit van algoritmen Hoeveel werk kost het uitvoeren van een algoritme (efficiëntie)? –tel het aantal.
Java Objectgeoriënteerd Programmeren in Java met BlueJ
Docentinstructie: Het is aan te bevelen de eerste dia’s klassikaal te tonen en met uitleg te bespreken. Als na zes dia’s een korte demo van Celsius/Fahrenheit.
Java Objectgeoriënteerd Programmeren in Java met BlueJ Hoofdstuk 7 Polymorfie en overerving © 2014, Gertjan Laan, versie 2.
 C++ heeft een inheritance mechanisme  Manier om functionaliteit te ‘erfen’ van een parrent class ◦ Polymorphisme ◦ Zoals we het ook in C# kennen.
Hoorcollege 1: efficiëntie en complexiteitsontwikkeling.
Welkom! maandag 16 November 2015 Les B-2.
Codetuts Academy Les 6 Module 2a Php Fundamentals 1.
Les 3 - Operators Workshop Php Basic. ICT Academy Php Basic Content Operators Wiskundig Toewijzing Vergelijking.
Een enquête maken met Google Docs Je gaat leren hoe je een enquête kunt maken in Google Docs met een Formulier. De link kun je vespreiden zodat de vragenlijst.
Bijeenkomst 5. Terugblik  Wat hebben we vorige bijeenkomst besproken?  Alles gelukt met het persoonlijk profiel?  Liepen jullie nog tegen dingen aan?
Na de praktijk, de theorie.. Zoals een gehaktmolen 1.Je stopt er iets in. 2.Je hoeft niet te weten wat er binnenin gebeurt. 3.Het resultaat verschijnt.
De definitie van een object. Een object is een verzameling van eigenschappen en bewerkingen. Veel voorkomende objecten zijn: D (display) Gui (user interface)
Javascript. Voortgang op: Account gegevens Invullen op: Bevestiging ontvangen ( ) via website?
Robby de Robot. Javascript Tot nu toe gebruikt: – document.write(" Hello World "); – alert("tekst") – Toon een waarschuwingsvenster – prompt("tekst",
Stiftgedichten.
Programmeren met Reeksen
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
Gevorderde programmeer les
Hoofdstuk 9.2 Strings.
Gameprogrammeren: Expressies
Gameprogrammeren: Methoden
Gameprogrammeren: Herhalingen
Wij zijn FLEX Finn Megan Anouk Nina
Voorbeeld: Simulatie van bewegende deeltjes
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
GAME MAKER ONLINE Les 2 / Breakout Michel Fiege.
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
Software Development fundamentals
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
SQL Les February 2019.
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
Tellen met kaarten.
Wat is bingel? Online leerplatform voor de lagere school
Software Development fundamentals
Leren programmeren met Scratch
Gameprogrammeren: Arrays
<Geef de titel van het probleem op>
Python – For loop + strings
Python – For loop + strings
Transcript van de presentatie:

Vraag 1: Functies Bestudeer dit stukje code: >> print (4.0/3.0)* *1**3 >> print (4.0/3.0)* *2**3 >> print (4.0/3.0)* *3**3 >> print (4.0/3.0)* *4**3 >> print (4.0/3.0)* *5**3 >> print (4.0/3.0)* *6**3 Hoe kunnen we dit efficienter en voornamelijk duidelijker laten verlopen?

Vraag 1: Functies Introduceren een variable pi: >> pi = >> print (4.0/3.0)*pi*1**3 >> print (4.0/3.0)*pi*2**3 >> print (4.0/3.0)*pi*3**3 >> print (4.0/3.0)*pi*4**3 >> print (4.0/3.0)*pi*5**3 >> print (4.0/3.0)*pi*6**3 Kunnen we dit nog efficienter laten verlopen?

Vraag 1: Functies Functie: Abstractie techniek  Ingewikkelde of veel voorkomende statements worden gegroepeerd in een functie. Syntax van een Functie Definitie: def functie_naam(parameter lijst): return mijn_resultaat Keywoord waardoor Python weet dat een nieuwe functie begonnen wordt Zelfgekozen functie naam  Geef een betekenisvolle naam! 0 of meerdere parameters Parameter = een variabele die een waarde krijgt wanneer de functie wordt opgeroepen

Vraag 1: Functies Functie: Abstractie techniek  Ingewikkelde of veel voorkomende statements worden gegroepeerd in een functie. Syntax van een Functie Definitie: def functie_naam(parameter lijst): return mijn_resultaat Indentatie is belangrijk  Gebeurt automatisch in Wing 101 Willekeurig aantal statements Keywoord return geeft aan dat een waarde (mijn_resultaat) wordt teruggegeven!

Vraag 1: Functies Introduceer een functie Vol_Bol: >> def Vol_Bol(radius): >>pi= >>return (4.0/3.0)*pi*radius**3 >> >> print Vol_Bol(1) >> print Vol_Bol(2) >> print Vol_Bol(3) >> print Vol_Bol(4) >> print Vol_Bol(5) >> print Vol_Bol(6)

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters.

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters. >> def Celcius2Fahrenheit(temperatuur) >>f = temperatuur*(9.0/5.0)+32 >>return f

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters. >> def Celcius2Fahrenheit(temperatuur) >>f = temperatuur*(9.0/5.0)+32 >>return f >> >> print Celsius2Fahrenheit(10) >> print Celsius2Fahrenheit(-40) >> print Celsius2Fahrenheit(100)

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters. >> def Celcius2Fahrenheit(temperatuur) >>f = temperatuur*(9.0/5.0)+32 >>return f >> >> print Celsius2Fahrenheit(10) >> print Celsius2Fahrenheit(-40) >> print Celsius2Fahrenheit(100) Functienaam

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters. >> def Celcius2Fahrenheit(temperatuur) >>f = temperatuur*(9.0/5.0)+32 >>return f >> >> print Celsius2Fahrenheit(10) >> print Celsius2Fahrenheit(-40) >> print Celsius2Fahrenheit(100) Formele parameters

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters. >> def Celcius2Fahrenheit(temperatuur) >>f = temperatuur*(9.0/5.0)+32 >>return f >> >> print Celsius2Fahrenheit(10) >> print Celsius2Fahrenheit(-40) >> print Celsius2Fahrenheit(100) Actuele parameters

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters. >> def Celcius2Fahrenheit(temperatuur) >>f = temperatuur*(9.0/5.0)+32 >>return f >> >> print Celsius2Fahrenheit(10) >> print Celsius2Fahrenheit(-40) >> print Celsius2Fahrenheit(100) Lokale variable

Vraag 1: Functies Definieer in een nieuw werkschrift een functie die een ingegeven temperatuur omzet van Celsius naar Fahrenheit: ℉ = ℃ * 9/5+32. Test deze functie door ze verscheidene keren op te roepen met andere parameters. >> def Celcius2Fahrenheit(temperatuur) >>f = temperatuur*(9.0/5.0)+32 >>return f >> >> print Celsius2Fahrenheit(10) >> print Celsius2Fahrenheit(-40) >> print Celsius2Fahrenheit(100) Return statement

Predicaat = functie die een booleaanse waarde teruggeeft Vraag 2: Predicaten

Predicaat = functie die een booleaanse waarde teruggeeft a)Schrijf een functie die teruggeeft of een bepaald jaartal een schrikkeljaar is of niet. Een schrikkeljaar is deelbaar door 4, maar niet deelbaar door 100. Indien het jaar deelbaar is door 400 dan is het weer wel een schrikkeljaar. Vraag 2: Predicaten

Predicaat = functie die een booleaanse waarde teruggeeft a)Schrijf een functie die teruggeeft of een bepaald jaartal een schrikkeljaar is of niet. Een schrikkeljaar is deelbaar door 4, maar niet deelbaar door 100. Indien het jaar deelbaar is door 400 dan is het weer wel een schrikkeljaar. >> def isSchrikkeljaar(jaar): >> schrikkel = (((jaar % 4)==0) and ((jaar % 100)!=0)) or ((jaar % 400)==0) >> return schrikkel Vraag 2: Predicaten

Predicaat = functie die een booleaanse waarde teruggeeft a)Schrijf een functie die teruggeeft of een bepaald jaartal een schrikkeljaar is of niet. Een schrikkeljaar is deelbaar door 4, maar niet deelbaar door 100. Indien het jaar deelbaar is door 400 dan is het weer wel een schrikkeljaar. b)Schrijf een functie waaraan je twee jaartallen kunt meegeven. De functie geeft aan of er minstens één van de twee jaren een schrikkeljaar is. Tip: je kunt de functie die je in vraag 2a) hebt gemaakt hiervoor best hergebruiken Vraag 2: Predicaten

Predicaat = functie die een booleaanse waarde teruggeeft a)Schrijf een functie die teruggeeft of een bepaald jaartal een schrikkeljaar is of niet. Een schrikkeljaar is deelbaar door 4, maar niet deelbaar door 100. Indien het jaar deelbaar is door 400 dan is het weer wel een schrikkeljaar. b)Schrijf een functie waaraan je twee jaartallen kunt meegeven. De functie geeft aan of er minstens één van de twee jaren een schrikkeljaar is. Tip: je kunt de functie die je in vraag 2a) hebt gemaakt hiervoor best hergebruiken >> def isAtLeastOneSchrikkel(jaar1,jaar2): >> return (isSchrikkeljaar(jaar1) or isSchrikkeljaar(jaar2)) Vraag 2: Predicaten

Vraag 3: Methodes Lijsten en Strings zijn objecten die een aantal methoden hebben. Lijst Methodes: mylist.append(value) mylist.insert(index,value) mylist.remove(value) mylist.reverse() mylist.sort() mylist.pop()

Vraag 3: Methodes Lijsten en Strings zijn objecten die een aantal methoden hebben. Lijst Methodes String Methodes mystring.capitalize() mystring.find(s), mystring.find(s,start), mystring.find(s,start,end) mystring.islower(), mystring.isupper() mystring.replace(old_s, new_s) mystring.split(), mystring.split(separator) mystring.strip(), mystring.strip(s) mystring.upper()

Vraag 3: Methodes a)Definieer eerst een nieuwe lijst: ‘mylist = [100,200,400,500]’. Nu willen we op de derde plaats in de lijst de waarde ‘300’ toevoegen. Probeer dit te verwezenlijken door gebruik te maken van de methode ‘insert’. Daarna voeg je aan de lijst de waarde ‘50’ toe door middel van de methode ‘append’. Print de lijst af. Sorteer ze met behulp van de methode ‘sort’, en print ze weer af.

Vraag 3: Methodes b)Sla de volgende zin op in een nieuwe string-variabele: ‘zeven zottegemse zotten zullen zes zomerse zondagen zwemmen zonder zwembroek.’ –Tel het aantal woorden in de zin. Hint: een string heeft een methode ‘split’ die een lijst teruggeeft met woorden gescheiden door spaties. ‘len(mylist)’ geeft je de lengte van de lijst. –Vervang voor elk woord de eerste letter door een ‘p’. Hint: een string heeft een methode ‘replace(old,new)’ die een substring ‘old’ vervangt voor de substring ‘new’.

Vraag 4: Functies In deze oefening zullen we een reeks functies maken waarmee je strings kan maken die een raster voorstellen: #----#----# | | | #----#----# | | | #----#----# Als je het raster lijn per lijn bekijkt kan je twee soorten lijnen onderscheiden: de randen van het raster en de middenstukken.

Vraag 4: Functies Als je het raster lijn per lijn bekijkt kan je twee soorten lijnen onderscheiden: de randen van het raster en de middenstukken. a)Maak een functie ‘maak_rand’ die de string ‘#----#----#\n’ als resultaat geeft en een functie ‘maak_midden’die de string ‘| | |\n’ als resultaat geeft. Probeer hierbij zoveel mogelijk gebruik te maken van de operatoren ‘samenvoegen’ (+) en ‘herhalen’ (*) op strings!

Vraag 4: Functies b)Maak nu een functie ‘maak_raster’ die de twee vorige functies gebruikt om het voorbeeldraster te construeren. Maak opnieuw zoveel mogelijk gebruik van de operatoren + en * op strings om je zoveel mogelijk typewerk te besparen. Je kan je functie testen door gebruik te maken van de print- functie: ‘print maak_raster()‘ c)Pas de functies ‘maak_rand’ en ‘maak_midden’ aan zodat ze een argument verwachten dat de breedte aangeeft. Deze parameter bepaalt hoe breed elk vierkantje van het raster is en bepaalt dus hoeveel ”-”-tekens en ” ”-tekens je zal moeten genereren.

Vraag 4: Functies d)Zorg vervolgens dat je aan de functie ‘maak_raster’ ook een argument kan meegeven dat de breedte van de vierkantjes uit het raster bepaalt. e)Voeg een tweede argument toe aan de functie ‘maak_raster’ dat de hoogte van elk vierkantje bepaalt. Dit komt neer op het aanpassen hoeveel “middens” je moet genereren. Uiteindelijk moet bv. ‘maak_raster(8,10)’ het volgende resultaat opleveren: