Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd)
De present perfect simple bestaat uit een vorm van have + voltooid deelwoord. He has refused I have just arrived The price has dropped They have left
De present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat er iets gebeurd is in het verleden, maar het tijdstip is niet bekend. I have done my homework He has sent a message.
De present perfect wordt ook gebruikt wanneer er iets is gebeurd in het verleden, wat nog steeds doorgaat. We have lived here for five years (We wonen hier vijf jaar) I have known her since 2005 (Ik ken haar sinds 2005)
In dit geval komt er altijd een bepaling van tijd in de zin. De laatste tijd – recently/lately Al een paar dagen – the last few days Al een tijdje – for some time Sinds gisteren - since yesterday. Etc.
since/ for Since verwijst naar het begin van een periode: I have been here since 3 o’clock. (Ik ben hier sinds 3 uur) For verwijst naar de gehele periode: He has worked here for three months. (Hij werkt hier sinds drie maanden)
Just/ already/ yet/ now She has just/ already phoned. (Ze heeft net/ al gebeld.) I have not seen him yet. (Ik heb hem nog niet gezien) She has worked here for three years now. (Ze werkt hier nu 3 jaar)
ever/ never Have you ever been to England? (Ben je ooit naar Engeland geweest?) She has never flown. (Ze heeft nog nooit gevlogen)