Les 14 Wat gaan we doen? 1.Bespreking S.O. 2.Nakijken tijdbalk. 3.Uitleg. 4.Opdracht. 5.Opdracht bespreken. 6.Afsluiting.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Blok 2 Grieken en Romeinen
Advertisements

Paragraaf 1: Het ontstaan van de polis, Athene als voorbeeld.
Het West Romeinse rijk valt uiteen
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 3: Mesopotamië:
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 6: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 1: De Romeinen en hun imperium.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Kenmerk 5 (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 14: Van Republiek naar Keizerrijk.
Paragraaf 2.1 Vorige les: ontstaan landbouwsamenleving
Hoofdstuk 2.
Rome!.
Echt klassiek! Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van jagers en boeren
Het bestuur van de republiek
De Romeinen en hun staatsvorm
Van eeuwenband naar tijdsband
Hoofdstuk V: Rome Les 3: Het Bestuur
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 7: De Romeinen, Romanisering.
Paragraaf 2.3 Amerika vóór Columbus.
Hoofdstuk 3.
DE KLASSIEKE OUDHEID De groei van het romeinse imperium, waardoor de grieks- romeinse cultuur zich door europa verspreidde.
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
500 v. Chr. Rome komt in handen van de Senaat. Begin expansie: -264 v
Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving
Hoofdstuk V: Rome Les 4: Veroveringen en Caesar
Hoofdstuk V: Rome Les 2 - par 1B Het bestuur
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De tijd van Grieken en Romeinen
Hoofdstuk V: Rome Les 1: Van dorp tot imperium
Geschiedenis Proefwerk oefenen.
Mare nostrum ’onze zee’
Leven als een Romein Paragraaf 5.
Terugkoppeling vorige les. Uitleg met opdracht. Filmpje met opdracht.
Jagers, verzamelaars, boeren en stedelingen
Van polis tot keizerrijk
VOGGP- opdracht bespreken. Uitleg. Opdrachten. Filmpje Crash Course.
Vragen vorige les. Uitleg. Opdracht. Quiz. Afsluiting.
Woordweb en huiswerk bespreken. Uitleg. Opdrachten.
Les 13 Wat gaan we doen? 1.S.O. 2.Terugkoppeling vormentaal. 3.Uitleg. 4.Opdrachten. 5.Afsluiting.
POLITIEK BIJ DE GRIEKEN EN ROMEINEN
1VWO Hoofdstuk 3: de Grieken.
H2.2 Het Romeinse Rijk Grieken en Romeinen.
Jagers verzamelaars Jagers-verzamelaars trekken Europa in
Griekse geschiedenis.
Tijd van Grieken en Romeinen 4.2 De Romeinse samenleving.
Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen Paragraaf 2.2 Het Romeinse Rijk.
Goed voorbereid naar de Pabo
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Blok 2 Grieken en Romeinen
Tijd van Grieken en Romeinen v.Chr. – 500 na Chr.
Hoofdstuk 3 De Grieken.
Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van jagers en boeren
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Hoofdstuk 3 De Grieken.
4.1 van stad tot wereldrijk
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 6: Het Ontstaan.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Kenmerk 5: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 13: Octavianus a.k.a. Augustus.
Kenmerk 5 De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 12: Het Bestuur.
Antwoorden H2: § 3.
§2.1 Van stad tot wereldrijk
Romulus sticht Rome in 754 v. Chr.
Transcript van de presentatie:

Les 14 Wat gaan we doen? 1.Bespreking S.O. 2.Nakijken tijdbalk. 3.Uitleg. 4.Opdracht. 5.Opdracht bespreken. 6.Afsluiting.

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. Omstreeks 400 v. Chr. werd het presentiegeld ingevoerd voor de volksvergadering. Volgens Aristoteles was dit om de teruglopende belangstelling op te vangen. De vergoedingen schijnen het juiste effect gehad te hebben, want een paar jaar later horen we in een van de komedies van Aristophanes dat nu het touw met de rode verf gebruikt moest worden om de menigten bij de ingang tegen te houden, terwijl het in de 5e eeuw mogelijk werd gebruikt om de mensen de vergaderplaats in te jagen. Bron 1.

De levenswijze van jager-verzamelaars / het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen Gewoonlijk was het een van de taken van de vrouwen van de jagers om de tenten - die meestal uit lichte takken en vellen bestonden - te bouwen. En daarom hadden zij ook recht op bezit: de vrouwen zijn de bezitters van de tent en de baas in huis. Toen de mensen aan landbouw gingen doen, verslechterde de positie van de vrouw. Er waren meer en sterkere contacten tussen de leden van de verschillende groepen en de bewegingsvrijheid van de vrouwen werd minder. Bron 2.

Bron 3. De klassieke vormentaal van de Grieks- Romeinse cultuur

Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen In het centrum van de stadstaat stond een groot religieus bouwwerk: de ziggurat. In deze trapvormige tempeltoren werd de belangrijkste god van de stad vereerd. Bron 4.

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Tot zijn bijdragen aan de natuurkunde behoren de grondslagen van de hydrostatica, de statica en de verklaring voor het beginsel van de hefboom. Aan hem wordt het ontwerp van een aantal innovatieve machines toegeschreven. Voorbeelden daarvan zijn belegeringswapens en de naar hem genoemde schroef van Archimedes. Hij wordt algemeen gezien als de grootste wiskundige uit de Hellenistische Oudheid. Archimedes werd aan het eind van het Beleg van Syracuse gedood door een Romeinse soldaat, hoewel er bevelen waren uitgegaan hem ongedeerd gevangen te nemen. Op zijn graftombe stond een bol, ingeschreven in een cilinder. Archimedes had bewezen dat de inhoud van de bol twee derde van het volume en het oppervlak van de cilinder bedroeg en beschouwde dit bewijs als zijn grootste wiskundige prestatie. Bron 5.

De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Bron 6.

Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen In feite zijn maar heel weinig planten en dieren geschikt om ze op grote schaal te gebruiken als voedselgewas of landbouwhuisdier. In Eurazië kwamen meer wilde planten en dieren voor die zich leenden voor domesticatie. Daardoor ontwikkelde zich daar de landbouw sneller dan op andere plaatsen op aarde. Vooral de aanwezigheid van gerst en twee soorten tarwe en het vlas voor het maken van textiel en verder geiten, schapen en koeien, boden een enorm voordeel boven bijvoorbeeld maïs in Zuid-Amerika of bananen in de tropen. Bron 7.

Bron 8. De jagers- verzamelaars maakten wapens / gereedschap van botten van dieren. De levenswijze van jagers- verzamelaars

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat ‘Rechtvaardigheid is de toestand van orde en evenwicht in de staat, die ontstaat doordat alle delen met elkaar samenwerken. Je hebt mensen die produceren, mensen die vechten en mensen die leiden. De leiding moet liggen bij mensen die het best de maatschappij kunnen beschermen en daarvoor moet je intelligent zijn. Filosofen kunnen het best de staat besturen.’ Bron 9.

Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen Uruk (in het Soemerisch: Unug, in de Bijbel: Erech genaamd) lag 300 km ten zuiden van waar nu Bagdad ligt. Het was een van de oudste Soemerische steden in Zuid- Mesopotamië en is een belangrijke archeologische opgravingsplaats. De stad lag toen tussen Babylon en Ur in een vruchtbaar, aangeslibd land. Het was een belangrijke handelsstad. Bron 10.

Antwoorden tijdbalk 850 v. Chr. ontstaan stedelijke cultuur Griekenland 753 v. Chr. begin Romeinse koningstijd 509 v. Chr. Rome wordt een republiek 404 v. Chr. Athene ingenomen door Sparta 338 v. Chr. Philippos aan de macht 323 v. Chr. Alexander dood 146 v. Chr. Rome verslaat Carthago 31 v. Chr. Einde hellenistische tijd 27 v. Chr. Augustus wordt keizer 476 n. Chr. einde Romeinse keizertijd

Geschiedenis van Rome ______________________________________ KoningstijdR E P U B L I E K K E I Z E R T I J D 753 v.509 v. 27v v. expansie

Res Publica = zaak van het publiek / volk Plebejers = gewone burger Patriciërs = leden van de Romeinse adel Senaat = groep van senatoren die het Romeinse staatshoofd assisteerden. Consuls= 2 hoogste bestuurders in de republiek, stonden aan het hoofd van de senaat. Waren er 2 zodat men elkaar kon controleren en niet een persoon alle macht naar zich toe kon trekken. Dictator = ‘degene die dicteert’, bestuurder met vergaande bevoegdheden in tijden van nood (burgeroorlog), b.v.: Julius Caesar.

De Romeinse senaat: tegenhanger Griekse volksvergadering.

SPQR is de afkorting van Senatus Populusque Romanus, "De Senaat en het Volk van Rome", de zinsnede die fungeerde als de officiële naam van het Romeinse Rijk.

slaven Sociale piramide Romeinse republiek na de standenstrijd senatoren nobiles cavallerie Grote boeren, handelaars, bankiers Kleine, vrije boeren, ambachtslieden zware infanterie lichte infanterie Bezitsloze, vrije burgers proletariaat

Geschiedenis van Rome ______________________________________ KoningstijdR E P U B L I E K K E I Z E R T I J D 753 v.509 v. 27v v. expansie Kenmerkend aspect: De groei van het Romeinse imperium waardoor de Griek-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

Fasen in vorming Romeinse Rijk: 1.in directe omgeving van Rome = annexatie (landverwerving) 2. verdeel en heers = in rest van Italië 3. territoriaal rijk [vanaf keizertijd]. Verklaringen Romeins imperialisme: 1.Buit, land, krijgsgevangenen (= slaven) 2.Belastingopbrengsten 3.Afleiding van interne tegenstellingen 4.Verdediging 5.Eerzucht. Vorming Romeinse Rijk

Tijdens de republiek ontwikkelde Rome zich van een kleine stadstaat tot een imperium.

Imperialisme = een politiek beleid, waarbij een staat streeft naar de uitbreiding van zijn macht of grondgebied, door andere delen van de wereld te veroveren of er macht over uit te oefenen.

De Gallische koning Vercingetorix werpt zijn wapens neer aan de voeten van Julius Caesar. Gallische Oorlog (Bello Gallico)

Romeins imperialisme leidde tot steeds grotere macht van de generaals en uiteindelijk tot de ondergang van de republiek. Voorbeeld: Julius Caesar, deze werd vermoord (44 v. Chr.). Reden: hij zou de republiek willen afschaffen.

Wat men juist wilde voorkomen gebeurde toch. Na een periode van chaos en burgeroorlogen komt Augustus (27 v. Chr.) als overwinnaar naar voren. Rome wordt hierna een keizerrijk. Keizerschap was in feite een militaire dictatuur: imperator = opperbevelhebber over de troepen Maar ook: keizer, aan de top van de Romeinse piramide. Met onder zich: 1.het volk 2.het leger 3.de elite

Het Romeinse Rijk onder Augustus: ██ provinciae ██ cliënteelstaten ██ Germania Magna

1. Gebruik bron 1. Je kunt uit deze bron afleiden welk beleid de Romeinen voerden bij de uitbreiding van hun rijk. Geef aan welk beleid dat is en waardoor dit succesvol is geweest.

Antwoord vraag 1 Uit de bron blijkt dat de Romeinen genade tonen / zich (na hun overwinning) als beschermers opstellen wat ertoe leidt dat de veroverde volkeren zich makkelijker neerleggen bij opname in het Romeinse Rijk

2. Gebruik bron 2. Deze bron past bij verschillende kenmerkende aspecten van de oudheid. Noem twee kenmerkende aspecten van de oudheid die bij deze bron passen en geef bij elk kenmerkend aspect een passend voorbeeld uit de bron.

Antwoord vraag 2

3. Gebruik bron 2. Stel: je doet onderzoek naar de militaire krachtsverhouding tussen de Romeinen en de Germanen in het begin van onze jaartelling. Leg uit dat je door de achtergrond van de schrijver kunt twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron voor je onderzoek.

Antwoord vraag 3 Velleius Paterculus geeft als Romein de Romeinse visie weer, waardoor hij het Germaanse ontzag voor het leger van de Romeinen mogelijk overdrijft.