Betrekkelijk voornaamwoord en telwoord. Aan het einde van deze les weet je… Wat een betrekkelijk voornaamwoord is en hoe je ze uit een zin haalt. Welke.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Taaloefeningen. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden.
Advertisements

Taaloefeningen.
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
DE SAMENGESTELDE ZIN HOOFDSTUK 2.
Voorzetsels.
Quiz Start.
Nederlands Woordsoorten.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Powerpoint Christine Gedicht blauwhartje Hoop doet leven
Formuleren en spellen 4 havo.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Samenvatting Havo 5.
De telwoorden.
Thema 7 les 7 Signaal- en verwijswoorden
Taaloefeningen.
Wat gaan we doen vandaag?
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Paragraaf 7: losstaand zinsgedeelte
Betrekkelijk voornaamwoord en telwoord
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
Briant College Cursus formuleren h1 Correct formuleren.
Taaloefeningen.
Een pastoor van een klein dorpje komt erachter dat Marietje zwanger geworden is (van hemzelf) !
Digibordles herfst rangtelwoorden leesrichting
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
Dat zeg ik Gamma Drie echtparen,een bejaardeen van middelbare leeftijd en een netgetrouwd stel willen toetreden tot een kerk. De priester vertelt: "We.
1.
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
HET GEZEGDE MOET IETS DUIDELIJK MAKEN OVER HET ONDERWERP Het naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoord.
Groep 6 Begrijpend lezen
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 BK Lesweek 5
De vraag is je beste vriend
Grammatica voorzetselvoorwerp.
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
3 vwo Grammatica 1
Teksten zoeken en vinden
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord en bijvoeglijke bepaling
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 KGT Lesweek 5
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Groep 5 Begrijpend lezen lezen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Taal en woordenschat h3 Werkwoorden met vaste voorzetsels
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
mannelijk en vrouwelijk
Lijdende en bedrijvende vorm
Bijvoeglijke bepaling
Onbepaald voornaamwoord
Zinsdelen Verdelen in zinsdelen.
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
Woordsoortonderskeiding
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
Zinsdelen Uitleg met voorbeelden
Het gezegde (vraagzin van maken, pv komt vooraan)
Hoofdstuk 5 Grammatica woordsoorten
Pak je boeken! Paragraaf 3.4!
Teksten zoeken en vinden
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Betrekkelijk voornaamwoord en telwoord

Aan het einde van deze les weet je… Wat een betrekkelijk voornaamwoord is en hoe je ze uit een zin haalt. Welke telwoorden er zijn en hoe je ze uit een zin haalt.

Betr.vnw: wat is dat? Sommige bijv bep zijn kleine zinnetjes. Ze staan altijd achter de kern Het betr. vnw is (die,dat,wie,wat) een verwijswoord dat ACHTER het KERNWOORD staat. Deze kleine zinnen (bijvoeglijke bepalingen) beginnen meestal met een betrekkelijk vnw Kijk maar eens naar de volgende zinnen en benoem het betrekkelijk voornaamwoord: Meneer Vrancken die altijd een mooie PowerPoint maakt, gaat zo naar huis. Meneer Vrancken die (betrk vnw>verwijst naar Meneer Vrancken) altijd een mooie PowerPoint maakt,/ gaat/ zo /naar huis./ Het bord, dat nog even gekalibreerd werd, werk weer. Het bord, dat (betr vnw>vewijst naar het bord) nog even gekalibreerd werd, /werkt /weer

Samengevat Betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die, dat, wie, wat Ze staan ACHTER het KERNWOORD waarnaar ze verwijzen. Ze verbinden een KERNWOORD met een BIJVOEGLIJKE BEPALING! LET OP: Verwar het betrk vnw dus niet met aanw vnw: 1. Kun je mij dat boek even geven? Dat=aanwijzend vnw (staat VOOR het KERNWOORD) 2.Het boek, dat erg interessant is, lees ik. Dat=betrk vnw (staat ACHTER het kernwoord)

Telwoord Een telwoord geeft een hoeveelheid of volgorde aan. BepaaldOnbepaald Hoofdtelwoord (hoeveelheid) Zes, tien, drie, drievijfde enz Veel, enkele, sommige, weinig, alles, enz Rangtelwoord (volgorde) Eerste, tweede, vijftiende, enz Laatste, middelste, zoveelste,

Benoem de telwoorden in deze zinnen Mag ik nog wat aardappels? Ik ben laatste geworden bij de wedstrijd. Jammer joh, ik was eerste! Sommige mensen leren het nooit. Enkele gelukkig wel….

Benoem de telwoorden in deze zinnen Mag ik nog wat aardappels? Wat>onbep. htw Ik ben laatste geworden bij de wedstrijd. Laatste>onb. rtw Jammer joh, ik was eerste! Eerste>Bep. rtw Sommige mensen leren het nooit. Sommige>onbep. htw Enkelen gelukkig wel…. Enkele>onbep htw