Plantkunde. Geslachtelijke vrtpl Voortplanting ongeslachtelijke vrtpl.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Classificeren van planten
Advertisements

Wat gebeurt er eigenlijk allemaal in en met de bloem?
Wat gebeurt er eigenlijk allemaal in en met de bloem?
Thema 4 Planten basisstof 1 Geslachtelijke voortplanting
Thema 2 Planten.
Teylingen College 2012 Bloemen, vruchten, zaden.
Zaden.
Bloemen, Vruchten en Zaden
Algemene bouw van bloemplanten
BLOEMEN, ZADEN EN VRUCHTEN
Bloemen, vruchten, zaden
T7. Bloemen, vruchten, zaden.
De bestuiving.
Voortplanting bij bloemplanten
Bloemen, zaden en vruchten
Thema: Voortplanting bij bloemplanten
Thema: Voortplanting bij bloemplanten
Wortel – stengel – bladeren - bloemen
B2 De bouw/functie van bloemen
Thema 7 Bloemen, vruchten en zaden
Thema 2 Planten
Voortplanting bij bloemplanten
Wortels, stengels en bladeren
Thema 2 Planten Basisstof 4 K4
Thema 2 Planten Basisstof 1 K4
Voortplanting bij bloemplanten
Planten.
Bst 3 Stengels.
Bloemen, Vruchten en Zaden
Belang van planten Zonder planten géén leven op aarde
Wortels, stengels en bladeren
Examentraining Biologie
De delen van een volledige bloem
Wortels, stengels en bladeren
Stempel kroonblad helmknop stijl meeldraad helmdraad Stamper vruchtbeginsel kelkblad bloemsteel.
De bouw van een plant.
Voortplanting bij bloemen
Planten Thema 2.
Basisstof 5 Voortplanting
Introductie Taak Werkwijze Bronnen Beoordeling Introductie Bloemen kan je bijna overal om je heen zien. Van bloemen kun je heerlijk genieten. Je kunt.
Paragraaf 4 Voortplanting bij planten
Ontkieming, groei en ontwikkeling
Thema 7 Bloemen, vruchten en zaden 1 HAVO
Leskaart 1: Sjaak en de bonenstaak
BEVRUCHTING: Thema 7: Bloemen, vruchten en zaden..
Erfelijkheid. mitose Mitose = gewone celdeling Hierbij ontstaan cellen met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel De mitose zorgt voor vervanging.
PLANTEN voortplanting
Bloemen, vruchten, zaden
De opbouw van een volledige bloem
I) VOORTPLANTING Zaadplanten.
Voortplanting bij planten (9,4)
T7. Bloemen, vruchten, zaden.
Bloemen, vruchten, zaden
5. Planten 1HV.
5.2 Planten Groeien 2HV.
Plantenfysiologie.
Bloemen, vruchten, zaden
5.4: Voortplanten 1HV.
Bloemen, vruchten, zaden
Hoofdstuk 5 PLANTEN.
Thema 1 Planten.
Planten 4 VMBO BB Thema 1.
Vermeerdering.
5.3 Planten maken.
Natuurgidsencursus Midden Limburg Flora
Natuurgidsencursus Midden Limburg Flora
T7. Bloemen, vruchten, zaden.
Transcript van de presentatie:

Plantkunde

Geslachtelijke vrtpl Voortplanting ongeslachtelijke vrtpl

Ongeslachtelijke voortplanting is voortplanten zonder bevruchting. Een deel van de plant groeit uit tot een nieuw individu. De nakomelingen hebben precies dezelfde eigenschappen als de ouderplant

Genotype – erfelijke aanleg (opgeslagen in de chromosomen) Fenotype – het uiterlijk (wordt bepaald door het genotype én het milieu)

Ongeslachtelijke voortplanting bollen stekken uitloperwortelstok knollen deling

Bol – verdikte bladeren (rokken)bij tulp en ui Knol – verdikte stengel bij krokus en aardappel

Onderstam van een rode roos Knop van een witte roos Uit de knop groei een tak met bloemenwitte

kroonblad helmknop helmdraad meeldraad stempel stijl vruchtbeginsel Stamper bloemsteel kelkblad

Tweeslachtig plant Vrouwelijke plant Mannelijke plant

stijl vruchtbeginsel zaadbeginsel Eicel met kern

Meeldraad brengt stuifmeel op rug van het insect Stuifmeel komt op de stempel

helmhokje stuifmeelkorre l wand helmdraad helmhokje Stuifmeelkorrels zijn de spermacellen van een plant. Zij ontstaan in de meeldraden d.m.v. reductiedeling

stempel vruchtbeginsel helmdraad helmhokje Gras is een windbloeier: Grote veervormige stempels om stuifmeel op te vangen Meeldraden hangen buiten de bloem Geen opvallende kleuren Licht stuifmeel

zelfbestuiving kruisbestuiving

Oud stamperkatje meeldraadkatje stamperkatje De els heeft éénslachtige bloemen: vrouwelijke bloemen (stamperkatjes) en mannelijke bloemen (meeldraadkatjes)

stuifmeelkorrel stempel stuifmeelbuis stijl zaadbeginsel Kern van de eicel Kern van de stuifmeelkorrel vruchtbeginsel

Vergroeide kelkbladeren Vergroeide kroonbladeren stempel stijl vruchtbeginsel meeldraden vrucht Overblijfsel van stijl

kroontje klokhuis vruchtvlees vruchtbeginsel bloembodem

Verspreiding van zaden door wind, dieren of door de plant zelf

zaadhuid poortje navel zaadlob kiempje De zaadhuid geeft bescherming De navel is de plek waarmee de boon heeft vastgezeten aan de peul Het poortje neemt water op en de kiem wordt “wakker” De zaadlobben bevatten reservevoedsel waarmee de kiem kan groeien

zijworteltje stengeltje bladeren zaadlob

celdelingcelstrekking Celstrekking is het uitgroeien van de cel doordat de vakuolen water opnemen

bloei ontkieming sterven Vorming van zaden Levenscyclus van de bruine boon groei

Eenjarige planten voltooien hun levenscyclus in één jaar (groeien, bloeien en maken zaden) (tuinplantjes) Tweejarige planten overwinteren in de grond en maken het tweede jaar bloemen en zaden. Daarna sterven ze. Sukerbiet Meerjarige planten leven meerdere jaren (eik)

Éénhuizig : man en vrouw wonen in één huis Bloemen zijn tweeslachtig Bloemen zijn éénslachtig Tweehuizig man woont in een huis en vrouw woont in een huis Bloemen zijn altijd éénslachtig

houtvaten bastvaten vaatbundel opperhuid houtvaten bastvaten De houtvaten vervoeren water en mineralen van de wortels naar de bladeren De bastvaten vervoeren glucose van de bladeren naar alle delen van de plant

Nerf (vaatbundel) houtvaten bastvaten In het blad liggen de houtvaten boven en de bastvaten onder

Niet verdikte celwand Verdikte celwand Verdwijning van de tussenwanden Afsterven van de cellen houtvat Houtvaten onstaan doordat uit een stapel rechtbovenelkaar liggende cellen de tussenwanden verdwijnen en er ontstaat een buis: een houtvat.

bastvat Tussenwand met openingen Een bastvat ontstaat doordat bij een stapel rechtbovenelkaar liggende cellen de tussenwanden openingen krijgen. De cellen blijven leven en kunnen glucose doorgeven.

houtvat bastvat vezel Foto van een vaatbundel

houtvaten Water en opgeloste meneralen bastvaten houtvaten opperhuid wortelhaar Wortelharen nemen water en mineralen (voedingszouten) op en de houtvaten vervoeren het naar boven.

Verdikte wortel KnolBolwortelstokzaden Glucose wordt gemaakt in de bladeren en tijdelijk opgeslagen als zetmeel. ‘s Nachts wordt het zetmeel afgebroken tot glucose en vervoerd via de bastvaten naar speciale opslagplaatsen.

bast jaarring ringwond Blad P Bij een ringwond worden de bastvaten weggesneden. De houtvaten blijven intact en kunnen dus water en mineralen naar blad P vervoeren. De bastvaten kunnen echter de glucose uit blad P niet meer naar de wortel brengen.

Stevigheid bij planten door: Vezels- ontstaan uit een stapel cellen waar zeer dikke celwanden ontstaan. De cellen sterven af. Turgor – opgepompte cel cytoplasma

Uiteinde van een houtvat luchtholte huidmondje Intercellulaire ruimte vulweefselcel Doordat er bij het blad via de huidmondjes steeds water verdampt ontstaat er een zuigkracht in de houtvaten.

Licht:Dennenzaden bevatten bladgroen Witte bonenzaden bevatten bladgroen Donker: Dennenzaden bevatten bladgroen Witte bonenzaden bevatten geen bladgroen  Witte bonenzaden hebben licht nodig om bladgroen te maken

Open huidmondje Gesloten huidmondje sluitcel huidmondje

Dikke waslaag Verzonken huidmondjes Behaarde bladeren Aanpassingen om te sterke verdamping tegen te gaan