Briant College H2 het onderwerp. Briant College H1 De persoonsvorm vinden en zinsdeelstrepen zetten Hoe vind je de pv? -zin vragend maken -de zin van.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Zinsdelen.
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Onderwerp.
H2 Grammatica zinsdelen
Het onderwerp ????????????????????.
Grammatica Nederlands
Grammatica Nederlands
Wat is de persoonsvorm?. Wat is de persoonsvorm?
Lees de teksten en maak de vragen op je goed voor te bereiden.
2. Grammatica en spelling
Passieve en actieve zinnen
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 3 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
De persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Paragraaf drie en vier: incongruentie en dat/als constructie
Feiten, meningen en argumenten
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Voegwoorden.
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Paragraaf 7: losstaand zinsgedeelte
Briant College Cursus formuleren h1 Correct formuleren.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
De gebiedende wijs De enkelvoudige zin en samengestelde zin
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
Lijdend Voorwerp Juni 2014.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
HET GEZEGDE MOET IETS DUIDELIJK MAKEN OVER HET ONDERWERP Het naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoord.
SPELLING Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Wat een persoonsvorm t.t. (pv t.t.)is en hoe je deze uit een zin haalt. Welke spellingsregels er zijn.
SAMENGESTELDE ZINNEN Hoofdzin en bijzin. Wat gaan we deze les leren? Wat zijn samengestelde zinnen? Wat is een bijzin? Wat is hoofdzin?
LEZEN 2.4 INFORMATIEVE TEKSTEN, INTERVIEWVERSLAG, INLEIDING EN SLOT EN FUNCTIES DAARVAN.
persoonsvorm de De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen Meewerkend voorwerp.
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Grammatica voorzetselvoorwerp.
Werkwoordelijk gezegde en werkwoordelijke uitdrukking
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Foutieve samentrekking
Hoofdstuk 3 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Lijdende en bedrijvende vorm
Nevenschikking en onderschikking
Zinsdelen Verdelen in zinsdelen.
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Meewerkendvoorswerpzin
Instructie geven en uitvoeren
Blok 2: Grammatica zinsdelen
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Paragraaf lezen h5 Feiten, meningen en argumenten
Grammatica Hoofdstuk 2.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Grammatica Stappenplan wg of ng??.
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
De apen aan de andere kant van het hek kregen vandaag heel wat grappige mensen te zien
Grammatica (redekundig)
H2 het onderwerp.
Nevenschikking en onderschikking
Hoe ontleed je een zin in zeven stappen?
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
Zinsdelen Uitleg met voorbeelden
Het gezegde (vraagzin van maken, pv komt vooraan)
Hoofdstuk 1 Taalverzorging
Hoofdstuk 2 Taalverzorging
Transcript van de presentatie:

Briant College H2 het onderwerp

Briant College H1 De persoonsvorm vinden en zinsdeelstrepen zetten Hoe vind je de pv? -zin vragend maken -de zin van tijd veranderen Zinsdelen vinden -zoek eerst de pv. -alles wat vóór de pv staat is een zinsdeel! -plaats nu andere delen van de zin voor de pv en controleer of het zinsdelen zijn. 2 Wat hebben we de vorige grammaticales geleerd?

Briant College - Nieuw zinsdeel: het onderwerp van een zin. -Hoe je het onderwerp van een zin vindt? 3 Wat gaan we deze les leren?

Briant College Bekijk de volgende zinnen. Wie of wat doen er wat? Hij gooit de bal. Meneer Vrancken legt de les goed uit. De leerlingen doen goed mee. De auto rijdt erg hard.

Briant College bekijk de volgende zinnen. Wie of wat doen er wat? Hij gooit de bal. Meneer Vrancken legt de les goed uit. De leerlingen doen goed mee. De auto rijdt erg hard.

Briant College Het onderwerp geeft aan WIE of WAT er iets doet/is/wordt/enz in een zin. De man is gek! De leerlingen lopen naar school. De trein rijdt vandaag eindelijk op tijd. 6 Wat is het onderwerp van een zin? WAT rijdt? WIE lopen ? WIE is gek?

Briant College STAP 1: Zoek de persoonsvorm. STAP2: Verdeel de zin in zinsdelen STAP 3: Stel de vraag: Wie / Wat + persoonsvorm? 7 Hoe vind je het ow? Antwoord=het onderwerp

Briant College Voorbeeld: De jas hangt aan de kapstok. Zin vragend: Hangt de jas aan de kapstok? Zin in een andere tijd: De jas hing aan de kapstok. Zin in het meervoud: De jassen hangen aan de kapstok. Persoonsvorm: hangt 8 Manier 1 Stap 1: zoek de persoonsvorm

Briant College Voorbeeld: De jas hangt aan de kapstok. Verander de volgorde van de zin: Aan de kapstok hangt de jas Zinsdelen: De jas / hangt / aan de kapstok. 9 Manier 1 Stap 2: verdeel de zin in zinsdelen

Briant College Voorbeeld: De jas hangt aan de kapstok. Persoonsvorm = hangt De jas / hangt / aan de kapstok. Wie/Wat hangt? Antwoord: De jas Onderwerp = De jas 10 Manier 1 Stap 3: het onderwerp

Briant College De leerlingen werken erg hard! De herfst is dit jaar erg zacht. Volgende week zal die computer gemaakt worden. 11 Samen oefenen! Wat is het onderwerp van deze zinnen?

Briant College Maken opdracht 1,2,3,4 12 Huiswerk