CSPE 2011 BB Minitoets 8. Vraag 1 Wat betekent het omcirkelde symbool op onderstaande afbeelding? Antwoord: B A.Spanning B.Aarde C.Stroom D.Weerstand.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Advertisements

Een manier om problemen aan te pakken
Vergroting.
Tandwielen.
Gemaakt door: Koen en Jasper
Frezen: verdelen. Direct verdelen Indirect verdelen.
Newton - VWO Arbeid en energie Samenvatting.
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden.
Opdracht 1 a) b) c) d) Stand B, door de zwaartekracht
5.3 Schaduw en spiegelbeeld Marianne & Janine H2C
Natuurkunde 1.3 Meten en 1.4 Massa. Door Sylvia en Arniko.
1.9 Schroefdraad Basis fietstechniek.
Heel kleine getallen.
Verbanden JTC’07.
Welkom bij de NATUURKUNDE TEST
Breuken in berekeningen
Intermezzo: Werken met meetresultaten
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
WISKUNDE IN DE TWEEDE FASE (Bovenbouw) HAVO Profiel: Vak: C&M Wi A (niet verplicht E&M Wi A N&G Wi A of Wi B N&T Wi B.
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 1 Powerpoints staan op med.hro.nl/houmj/Klas_1BCEHI_Inductief/
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
365 dagen = 1 jaar Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Trouble shooting voor het printen. Reservoir: 1) Er zit een coating in het reservoir, zodat bij het printen geen materiaal aan het platform hecht en niet.
De werking van een schuifmaat
Thuis in mijn provincie Vlaams-Brabant Waar woon ik ?
DKA4-model In 4 stappen naar het antwoord.. DKA4-model. Delen, keer antwoord op het 4 e getal. Teken een tabel De getallen die bij elkaar horen, onder.
Inhoud Breuken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen).
Naam: 1 Vul je naam in. Beantwoord zo snel mogelijk de vragen. Kijk aan het einde hoeveel je er goed had. Druk op knop om te beginnen!!
25° 90° 180°-25°- 90°= 65° C=180°- 65°= 115° 65° 180°-155°= 25°
Haco Euromaster afkantbank Het invoeren van de tekening van de voet van de zonnewijzer in de besturing van de machine. Kijk naar de volgende dia voor.
MODUUL 6 AFGESCHUINDE PIJP.
Kijk naar de afbeelding en vul in: ik denk, dat de afbeelding betekent:
CSPE 2012 Minitoets 1. Vraag 1 Hoe groot is maat E? Antwoord: E= =22.
CSPE 2012 Minitoets 8. Vraag 1 Hoe nauwkeurig kun je deze schuifmaat aflezen ? Antwoord: 2 1.tot op 0,01 mm 2.tot op 0,05 mm 3.tot op 0,1 mm 4.tot op.
CSPE 2011 BB Minitoets 3. Vraag 1 Hieronder is een boortabel afgebeeld. Welk toerental is nodig bij een boor van ø 6mm? Antwoord: 1433 omw/min.
Door: Sophie Lathouwers Decoderen:. Het hele plaatje gaat over natuurkundige eenheden, waarvan dit kleine stukje over de eenheden van tijd gaat. 1 (42/100)
CSPE 2011 Minitoets 1. Vraag 1 Hoeveel onderdelen moet je zelf maken? Antwoord: 21.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie
CSPE 2012 Minitoets 4. Vraag 1 Wat is de naam van deze spaan ? Antwoord: 3 1.Brokkelspaan 2.Kurkentrekkerspaan 3.Lintspaan 4.Schroefspaan.
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
1 Kijk naar de afbeelding en vul in: 2
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
SCHAAL in toepassingssituaties
Hoofdstuk 1 - Krachten Paragraaf 5 – Druk
Standaard normaalverdeling
Significante cijfers © Johan Driesse © 2013 – Johan Driesse.
Kracht Module 3 Basisstof 5.
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
H1 §4 krachten in werktuigen
Rekenen Les 7 Meten in recepten.
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Meten Deel 2/5 kalibers Jo Desutter OLVTD 2006
Opleiding meten Deel 3 V&P tol. Jo Desutter OLVTD 2006
Rekenen met kommagetallen
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
SCHAAL in toepassingssituaties
Implementatie uitbreidingsrek
Eindresultaat !.
Rekenen Les 2: Oriëntatie.
Wet van Newton F = P  A Kracht (N) = Druk (N/m2)  Oppervlakte (m2)
De vierkantjes puzzel Dit is een puzzel om uw hersens eens goed te laten werken. De vraag is bij elk figuur hoeveel vierkanten u ziet.
Rekenen met verhoudingen
Verder rekenen met kommagetallen
Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte. Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte.
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Vouw het Bacteriebekje
Transcript van de presentatie:

CSPE 2011 BB Minitoets 8

Vraag 1 Wat betekent het omcirkelde symbool op onderstaande afbeelding? Antwoord: B A.Spanning B.Aarde C.Stroom D.Weerstand 3P+N+Aarde 3 fasen + Nul + Aarde

Vraag 2 Hieronder staat een werkstuk met vier uitslagen. Welke uitslag is juist? Antwoord: D Vlak gebogen

Vraag 3 Hieronder staan afbeeldingen en namen van moeren. Geef bij elke afbeelding de juiste naam aan. Antwoord: B A. A=vleugelmoer, B=dopmoer, C=kroonmoer B. A=kroonmoer, B=vleugelmoer, C=dopmoer C. B=kroonmoer, A=dopmoer, C=vleugelmoer D. C=dopmoer, B=kroonmoer, A=vleugelmoer

Vraag 4 Bij het draaien is de verhouding aanzet (a) : snedediepte (s) 1 : 8. Hoe groot mag de snedediepte zijn bij een aanzet van 0.2 mm/omw? Antwoord: B A. 0,8 mm B. 1,6 mm C. 2,4 mm D. 3,2 mm Verhouding 1:8 betekent dat de snedediepte altijd 8x groter is dan de aanzet

Vraag 5 De draadspil van een dwarssupport (dwarsslede) heeft een diameter van 16 mm en een spoed van 3 mm. Hoe wordt deze spil aangeduid? Antwoord: D A. M16 B. M16x3 C. Tr16 D. Tr16x3 Metrische draad voor bevestiging Trapeziumdraad voor transport

Vraag 6 Hoe groot is hoek P? Kijk op de afbeelding. Antwoord: 225 ⁰ 180 ⁰ 180 ⁰ + 45 ⁰

Vraag 7 Dit onderdeel moet gewalst worden. Welke lengte heeft het uitgangsmateriaal? Gebruik de formule ∏xd Rond zo nodig af op twee decimalen. Antwoord: 314 mm Je moet hierbij uitgaan van de neutrale lijn! ∏=3,14 d=100 mm

Vraag 8 Tandwiel A heeft 100 omwentelingen gemaakt. Hoeveel omwentelingen heeft tandwiel B gemaakt? Vul alleen het getal in. Antwoord: 68 omwentelingen Als tandwiel A 100x ronddraait, dan zijn de tanden van A 100x17=1700x verzet. Tandwiel B draait dan mee, ook hier worden de tanden 1700 keer verzet. Tandwiel B heeft 25 tanden en draait dus 1700:25 keer rond!

Vraag 9 Welke maat geeft deze schuifmaat aan? Geef je antwoord met één decimaal nauwkeurig. Antwoord: 94,6 mm ,6

Welk symbool kun je zeker verwachten op een kolomboormachine? Vraag 10 Antwoord: C adembescherming gezichtsbescherming oogbescherming gehoorbescherming

Vraag 11 Wat is het gevaar als je deze schuurmachine gebruikt om kunststof te schuren? Antwoord: D A. De schuurband kan dan snel scheuren. B. Dat er niets gebeurt omdat de schuurband te langzaam draait. C. Het werkstuk kan wegslaan. D. Het kunststof kan smelten waardoor de schuurband verstopt raakt.

Vraag 11 Antwoord: C Op welke eenheid stel je een momentsleutel in? A. kilogram (kg) B. newton (N) C. newtonmeter (Nm) D. kilogrammeter (kgm)