Bijvoeglijk naamwoord Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Verleden tijd Voltooide tijd Onvoltooide tijd Bijvoeglijk naamwoord Engelse werkwoorden
Tegenwoordige tijd Regels en knelpunten:
Tegenwoordige tijd Je/jij ervoor stam+t Je/jij erachter stam (maar niet als het jouw of jou betekent!) (fietsen) je altijd naar school als het regent? Je (pakken) elke keer de verkeerde boeken. (koken) je vader elke zaterdag? Mijn zus (vinden) je leuk. Twijfel je over wel/niet +t?
Verleden tijd Regels en knelpunten:
Verleden tijd Vind de stam Uitgang met d of t? Enkelvoud of meervoud? Infinitief min -en Uitgang met d of t? Het sexy fokschaap Wel? t. Niet? d. Enkelvoud of meervoud? Enkelvoud: +-e Meervoud: + -en
Verleden tijd Knelpunten: Enkelvoud of meervoud? De hond van de buren z/s en v/f Enkelvoud of meervoud Enkelvoud of meervoud? De hond van de buren Ik en mijn zus Mijn vriendengroep Tante Cora Zij
Voltooide tijd Regels en knelpunten:
Voltooide tijd Vind de stam Laatste letter –d of –t? ge- toevoegen? Infinitief min -en Laatste letter –d of –t? Het sexy fokschaap Wel? t. Niet? d. ge- toevoegen? Meestal wel Niet bij voorvoegsel ge- / be- / ver-
Sterke werkwoorden Volgen de regels niet: Voorbeeld: Klinker verandert in vt Voltooid deelwoord op –en Stam verandert helemaal Of combinatie hiervan Voorbeeld: Vangen – ving Wassen – gewassen Kopen – kocht Werkwoord ‘zijn’ Lastig? Lijst met onregelmatige werkwoorden
Opdrachten Boek B Blz. 172: theorie lezen Maken opdrachten tt (blz 173 – 176 Blz. 177: theorie lezen Maken opdrachten vt/vvt (blz 178 -182) Klaar? Doorlezen theorie Engelse werkwoorden (blz 183) Lijst onregelmatige werkwoorden bestuderen (ophalen)