Thema 6Regeling en waarneming Onderdeel Spieren en beweging

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spier- of gewrichtspijn, waarom ?
Advertisements

Thema 20 Bewegingsapparaat
Kennis van het menselijk lichaam
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
Regeling Thema 6.
Thema 5. Impulsgeleiding
De hersenen en het zenuwstelsel.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Cellen en organen Wat zijn dierlijke cellen, hoe zijn ze opgebouwd.
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
Algemeen Boekje spieren. Algemeen Boekje spieren.
Thema 6 regeling.
Examentraining Biologie
7. Spieren en beweging 1.
Spierwerking als reactie op prikkels
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Spierwerking als reactie op prikkels
TRAININGSLEER Eelbode Elke.
Weefsels Epitheelweefsel Zenuwweefsel Spierweefsel steunweefsel.
Thema 6: Regeling Basisstof 6.
Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2
Spieren.
De weg die impulsen afleggen
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Zenuwen en hersenen.
Spieren.
Vragen Wat zijn impulsen? Wat zijn receptoren? Wat is een neuron?
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Thema 6 Gedrag en Beweging
Het zenuwstelsel.
THEMA 2 CELLEN Basisstof 1: Weefselonderzoek
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Niet zenuwachtig worden, he?
ANATOMIE FYSIOLOGIE PATHOLOGIE
KENNIS OVER SPIEREN SXL BI H2.
Spieren en spierstelsel
Thema 7: Zintuiglijke waarneming
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
Het hormoonstelsel 4 havo.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7.
Leskaart 2: Spierballen
Het zenuwstelsel Zorgt voor de coördinatie van activiteiten in weefsels en organen, vegetatieve en animale functies, de buitenwereld en onze gevoelens.
Skelet en spieren. Skelet Ondersteuning Aanhechting Beweging Bescherming Vorming bloedcellen.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel Par Zenuwcellen en 31.4 Zenuwstelsel.
Bewegen en verplaatsen
Spierwerking als reactie op prikkels
Kennisblokken 1 t/m 3.
SPieren.
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Spieren Joska de Kroon.
Weefsels en organen 1 Meercellige organismen zijn opgebouwd uit een groot aantal cellen. Afhankelijk van de functie hebben cellen een specifieke vorm.
Zenuwstelsel =organenstelsel
Thema 6: Beweging Basisstof 3.
Kennisblokken 1 en 3.
Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2
Stevigheid en beweging
Stevigheid en beweging
zenuwstelsel prikkel Impuls impuls Hersenen CZ Zintuig zenuw zenuw
Regeling 3 VMBO - BB.
Herhaling Module 3 Basisstof 5-8.
Stevigheid en beweging
Het actieve bewegingsapparaat
Soorten Spierweefsel.
Transcript van de presentatie:

Thema 6Regeling en waarneming Onderdeel Spieren en beweging

Verschil in spierweefsel naar functie Glad spierweefsel Dwarsgestreeptspierweefsel Langwerpige spiercellen Eén celkern per cel Wand van buisvormige of holle organen Geïnnerveerd door het autonome zenuwstelsel Relatief traag, niet snel moe Darmkanaal, aftakkingen van bronchiën, bloedvaten, blaas, urinewegen, eileiders Spiervezels, ontstaan door versmelting van vele cellen Meerdere kernen per vezel Skeletspieren / huidspieren Dwarsgestreept (onder de microscoop) Geïnnerveerd door animale zenuwstelsel Snelle werking maar ook snel vermoeid

Dwarsgestreept spierweefsel Verschil in uiterlijk (microscoop) Glad spierweefsel Dwarsgestreept spierweefsel

Bouw en werking skeletspieren Skeletspier omgeven door spierschede = bindweefsel Spierschede gaat over in pees = bindweefsel Skeletspier bestaat uit spierbundels = verzameling spiervezels Axon van motorische zenuwcel is aan het einde vertakt Elke vertakking eindigt in het motorisch eindplaatje

Spieren & impulsen van zenuwcellen Spiervezels in verbinding met één motorische zenuwcel vormen een motorische eenheid Spiervezels hebben een prikkeldrempel (bepaalde impulsfrequentie) Prikkeldrempel kan per soort spier verschillen Alle vezels van een motorische eenheid hebben dezelfde prikkeldrempel Boven de prikkeldrempel is de samentrekking maximaal = ‘alles of niets’ (vergl. zenuwimpulsen)

Hoe verloopt de spiersamentrekking? Dwarsgestreepte spier bestaat uit eiwitten actine (lichte) en myosine (donkere) filamenten Het verschil zie je als een dwarsgestreept patroon Bij impuls schuiven de actine en myosine filamenten in elkaar: spier trekt samen Lichte banden worden smal, donkere banden blijven even rbeed Impulsen voor samentrekken en ontspannen gaan naar verschillen motorische eenheden: tegengaan van moeheid

Energievoorziening van de spier Spiervezel bestaat uit groot aantal spierfibrillen Tussen de spierfibrillen liggen veel mitochondrieën en glycogeenkorrels (opslag) Glycogeen  glucose Mitochondrieën  verbranding van glucose  energie

Bewegen en niet bewegen (houding) Ontspannen houding: skeletspier niet maximaal ontspannen In skeletspieren is het aantal motorische eenheden dat tegelijkertijd samentrekt te klein om beweging te veroorzaken Kracht groot genoeg om houding te handhaven: rechtop zitten, staan, enz. Deze kracht wordt spierspanning genoemd

Antagonisten Spieren met tegengestelde werking Biceps – triceps Nog meer voorbeelden? Spierspanning tegengesteld opgebouwd of afgenomen

Houding en beweging Regelmatig bewegen  spieren in goede conditie  minder kans op blessures Weinig lichaamsbeweging: spierweefsel neemt af Veel lichaamsbeweging: spierweefsel neemt toe Toename: spiervezels nemen toe + aantal filamenten in spierfibrillen neem toe Doping: spierversterkende middelen zoals bijv. anabole steroïden (lijkt op testosteron)